Vitamine C toch een kankermedicijn (?)

PET-scan van longkanker

Een PET-scan toont de naar het energierijke glucose hongerende kankercellen in de longen (afb: Du Cane Medical Imaging/Science Source)

Tientallen jaren geleden was Nobelprijswinnaar Linus Pauling zo fanatiek de mogelijkheden van (grote hoeveelheden) vitamine C als allesmedicijn aan te prijzen, dat de wereld dacht dat de grote geleerde gek was geworden. Nu lijkt hij toch enigszins gelijk te krijgen, bij kanker dan en bij muizen. Vitamine C bleek in staat bij muizen kankercellen met een kankerverwekkende mutatie te doden en daarmee de groei van de tumor af te remmen. “Dit zou het antwoord op de vraag kunnen worden waar iedereen naar zoekt”, zegt moleculair bioloog Channing Der van de universiteit van Noord-Carolina.
In 1971 ging scheikundige Pauling samenwerken met een Schotse arts die zei succes te hebben gehad met vitamine C als kankermedicijn. Klinische proeven eind jaren 70 begin 80 leverden niks op. Later onderzoek zou hebben aangetoond dat de vitamine moest worden ingespoten. Om kanker te doden waren aanzienlijke hoeveelheden vitamine C nodig. Enkele kleinere klinische proeven in de afgelopen vijf jaar met alvleesklier- en eierstokkanker leken uit te wijzen dat vitamine C in combinatie met chemotherapie het leven verlengt, maar de twijfels werden niet weggenomen. Een paar jaar geleden vond Jihye Yun van de John Hopkins-universiteit in Baltimore (VS) dat darmkankercellen met een mutatie in het KRAS-gen of het BRAF-gen (wat minder vaak voorkomt) grote hoeveelheden eiwit aanmaken dat glucose door het celmembraan vervoert. Dat eiwit, GLUT1, vervoert ook de geoxideerde vorm van vitamine C (ascorbinezuur): dehydroxyascorbinezuur. Dat is slecht voor de kankercellen omdat die daardor niet langer meer schadelijke vrije radicalen kunnen verwijderen. Yun werkt nu in het lab van Lewis Cantley  in New York. Uit onderzoek daar bleek dat grote hoeveelheden vitamine C inderdaad gekweekte darmkankercellen met BRAF- en KRAS-mutaties doodt doordat de hoeveelheid vrije radicalen sterk toenemen. Ook zorgt de vitamine dat een enzym dat glucose omzet op nonactief wordt gesteld, waardoor de cellen geen energie meer krijgen.  Om dat te bewerkstelligen dienden ze dagelijkse hoge doses vitamine C, equivalent aan de hoeveelheid vitamine in 300 sinaasappels, toe aan muizen met de KRAS-mutatie en met darmkanker. In vergelijking met een controlegroep bleven de gezwellen bij die vitamine C-muizen klein en groeiden ze minder. Cantley hoopt binnenkort met klinische proeven te kunnen beginnen bij mensen met de ‘juiste’ mutaties. De KRAS-mutatie zou verantwoordelijk zijn voor 40% van alle darmkankergevallen.
Ook bij alvleesklierkanker komt de KRAS-‘variant’ voor. “Tot nu toe is er geen therapie voor patiënten met KRAS-mutaties”, zegt kankeronderzoeker Bert Vogelstein van de John Hopkins-universiteit die goede mogelijkheden in de therapie ziet. Anderen wijzen er op dat het slechts om muisproeven gaat. Vitamine C zou in grote hoeveelheden geen gezondheidsrisico opleveren. De patiënten zullen tijdens de proef wel naar het lab moeten komen om de vitaminespuit te krijgen, minstens  een paar maanden om de paar dagen. Cantley denkt dat het mogelijk is de vitamine toch in te nemen om de benodigde hoge doses in het bloed te krijgen.

Bron: Science

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.