Vroeg een taal aanleren geen voordeel

Simone Pfenninger

Simone Pfenninger, afdeling Engels bij de universiteit van Züricht

De Zwitserse taalkundige Simone Pfenninger van de universiteit van Zürich wilde wel eens weten of het klopt dat het beter is een tweede taal jong aan te leren. Dat wordt nu beschouwd als de onomstotelijke waarheid evenals de gedachte dat je goed in je eigen taal moet zijn om een tweede taal goed onder de knie te kunnen krijgen. Ze is daar vijf jaar mee bezig geweest en komt nu tot de, voorlopige, conclusie dat jong een tweede taal leren geen duidelijk voordeel levert boven die vreemde taal op latere leeftijd eigen te maken. Vroegtijdig aanleren van een vreemde taal kan zelfs op de korte termijn negatief uitpakken voor de eerste taal. Wel bleek haar dat als haar proefpersonen (lager en middelbaar onderwijs), die als moedertaal Zwitserduits hadden, goed in hun moedertaal waren ze dat ook in het Engels waren. Die ‘mythe’ houdt dus voorlopig stand.

Pfenninger deed haar onderzoek bij 200 leerlingen in Zürich en omstreken. Een groep was met Engels begonnen op de basisschool (8 jaar) een andere op de middelbare school (13 jaar). Bij die kinderen werd aan het begin en aan het eind van hun schooltijd hun vaardigheden in Duits (of Zwitserduits) en Engels getest. Zij keek ook naar de positieve en negatieve effecten van het aanleren van een vreemde taal en hoe die elkaar beïnvloeden. Pfenninger: “Als de moedertaal steeds hechter verankerd raakt, dan kun je verwachten dat dat een toenemende negatieve invloed heeft op het Engels.”
Het vroegtijdig aanleren van een vreemde taal heeft noch op de korte noch op de lange termijn voordelen. Na zes maanden hadden leerlingen die vijf jaar later waren gestart de basisschoolleerlingen al ingehaald en waren ze hen soms zelfs voorbijgestoken in de zin van, onder meer, zinsbouw en complexiteit. Wel hadden de vroege beginners een grotere woordenschat bij de eerste meting en minder de neiging gaten op te vullen met Duits, maar in het laatste jaar was dat verschil verdwenen.
Pfenninger denkt de, in haar ogen, licht teleurstellende onderzoeksresultaten te kunnen toeschrijven aan de grotere schrijfvaardigheid in het Duits van de 13-jarige starters in vergelijking met de 8-jarige starters. Die taalvaardigheden blijken wel effect te hebben. “Iedereen die goed is in het Duits neemt dat voordeel mee naar een vreemde taal, onafhankelijk van de leeftijd waarop hij/zij begonnen is met het leren van een vreemde taal of van zijn/haar biologische leeftijd”, zegt de onderzoekster.

Bron: Eurekalert

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.