‘Lichtend’ antibioticum maakt infectiehaard zichtbaar

De plaatsen van infectie zijn bij de muis duidelijk zichtbaar. Rood geeft aan dat de bacteriën zijn uitgeschakeld (foto: RUG)

De plaatsen van infectie zijn bij de muis duidelijk zichtbaar. Rood geeft aan dat de bacteriën zijn uitgeschakeld (foto: RUG)

Een onderzoeksgroep van het universitair medisch centrum van de Rijksuniversiteit Groningen heeft, in samenwerking met onderzoekers van de universiteit van Würzburgeen methode ontwikkeld waarmee bacteriële infecties op implantaten, maar uiteraard ook elders, vroegtijdig vallen op te sporen. Daarbij dient een lichtgevend antibioticum (Vancomycine) als signaalstof. Vooralsnog gaat de methode niet verder dan 1 cm onder de huid.

“Dergelijke ontstekingen komen vaak voor”, stelt onderzoekster Marleen van Oosten hoofdauteur van het artikel in Nature, “maar ze zijn moeilijk te diagnosticeren en te behandelen.” Vooral bij implantaten vormen bacteriën biolagen, een soort slijmlaag, waarin ze nagenoeg onbereikbaar zijn voor medicijnen. Volgens schattingen is bij breuken 5% van de implantaten (plaatjes e.d.) besmet, bij open breuken is dat zelfs 30%.
Er was, tot op heden, geen goede methode om die infecties vroegtijdig te achterhalen. PET is een mogelijkheid, maar die techniek is niet erg nauwkeurig en nogal duur. Bovendien kunnen daar alleen infecties in hun algemeenheid mee worden opgespoord en niet specifiek bacteriële infecties. Daardoor werden dergelijke ontstekingen vaak pas laat gedetecteerd, soms jaren nadat ze zijn ontstaan.

Antibiotica richten zich, dat is hun ’taak’, op bacteriële besmettingshaarden en concentreren zich in een lichaam rond de infectie. Door een antibioticum, het eerder genoemde Vancomycine, met een fluorescerende kleurstof te verbinden ontstaat een mogelijkheid de besmettingshaard zichtbaar te maken met behulp van een speciaal fluorescentiesysteem (IVIS Lumina II). Vancomycine reageert op zogeheten Gram-positieve bacteriën als de Staphylococcus aureus (de ‘ziekenhuisbacterie’ ), streptokokken en enterokokken.
Om de methode te testen werd bij muizen een kleine hoeveelheid van ‘licht’ voorziene stafylokokken ingespoten in de beenspieren van de diertjes. Op die plek ontstond een ontsteking. Vervolgens kregen de muizen het lichtende antibioticum. Na 24 uur werden de muizen ‘gefotografeerd’. Met het fluorescentiesysteem konden toen niet alleen de gemerkte bacteriën, maar ook het antibioticum worden gelokaliseerd. Bij de ontsteking, dus.
Bij lijken hebben Van Oosten c.s. onderzocht of de techniek ook bij mensen werkt. De onderzoekers bevestigden bij de dode lichamen metalen plaatjes aan het scheenbeen, waarvan een deel was verontreinigd met stafylokokken. Die bacteriën werden vervolgens met ‘gemerkt’ Vancomycine behandeld. De boel werd vervolgens keurig gehecht. De ontsteking was goed zichtbaar te maken met behulp van de fluorescentiecamera, hoewel de ontsteking 1 cm diep onder de huid lag. Die cm is overigens meteen de grens. Als de ontsteking dieper ligt, dan zal toch weer naar andere detectiemethoden gezocht moeten worden.

Bronnen: bdw & C2W

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.