In 42 jaar meer dan de helft van het wild verdwenen

Amoerpanter ernstig bedreigd

Nog maar 70 in het wild (afb: WikiCommons)

Regelmatig zijn er berichten dat het slecht gaan met de wildpopulaties, maar het lijkt er op dat we ons drukker maken om de kleur van het gezicht van Zwarte Piet dan om dit werelddrama. Inventarisatie van 14 152 populaties van ruim 3700 diersoorten heeft aannemelijk gemaakt dat tussen 1970 en 2012 58% is verdwenen en er zijn geen tekenen dat die achteruitgang (2% per jaar) stopt. De cijfers komen van het Living Panet-rapport van het Wereldnatuurfonds en Zoölogische Vereniging van Londen (ZSL). In 2020 zou dat wel eens tweederde kunnen zijn, zo meldt het rapport.
Volgens deskundigen gaat de achteruitgang van de wildstand, er zijn alleen gewervelde dieren geteld, zo snel dat we te maken zullen krijgen met massale uitsterving, voor het eerst sedert de verdwijning van de dinosauriërs. De Afrikaanse olifant in Tanzania wordt ernstig in zijn voortbestaan bedreigd door stropers, de Zuid-Amerikaanse manenwolf door domeinverlies en de Europese paling door ziektes, overbevissing en verandering van hun leefomgeving.
Soorten worden bedreigd door niet-duurzame landbouw en visserij, mijnbouw en andere menselijke activiteiten waardoor de leefomgeving achteruit gaat of verdwijnt. Die activiteiten bedreigen niet alleen de in het wilde levende dieren, maar ook de mens zelf aangezien die afhankelijk is van schone lucht, drinkbaar water en voedzaam eten.

Het gaat niet met alle dieren slecht. Sommige profiteren van, al of niet bedoelde, maatregelen van de mens. Soorten die afhankelijk zijn van graslanden zijn sedert 2004 licht in aantal toegenomen, vooral ten gevolge van beschermingsmaatregelen. De vogelstand blijft achteruit gaan.

Tweevijfde

Over het geheel genomen is de stand van de landdieren met tweevijfde gedaald sedert 1970. Zoetwaterdieren doen het slecht met een achteruitgang van viervijfde sedert 1970. Moeras- en waterlandsoorten zijn sedert 2005 in aantal toegenomen en zeedieren zijn sedert 1988 stabiel, hoewel de meerderheid van de diersoorten die worden gevangen wordt overbevist of op het randje daarvan, aldus het rapport.
“We staan voor een massale uitsterving”, zegt Mike Barrett van het Britse Wereldnatuurfonds. “We negeren de achteruitgang van soorten die door ons is veroorzaakt. Zij vormen de barometer van onze invloed op de wereld die ons onderhoudt. Het misbruik van natuurlijke bronnen in bedreigde gebieden door de mens, duwen onvervangbare soorten naar de rand en bedreigen de stabiliteit van ons klimaat.”

“We weten hoe we dat moeten stoppen. Overheden, bedrijven en burgers moeten nog eens nadenken hoe we dingen produceren en consumeren. Dat moeten we toetsen aan de natuurlijke omgeving.”
Ken Norris van de ZSL stelt dat we het hier hebben over ernstige achteruitgang maar nog niet over uitsterven. “Dit is een oproep om alle krachten te bundelen om er voor te zorgen dat die dierpopulaties zich herstellen.” Volgens het rapport is dat wel degelijk mogelijk. Het verwijst naar het herstel en de populatieuitbreiding van de wolf, beer en lynx in Europa.

Manenwolf

De Afrikaanse olifant is in tien jaar tijd met 111 000 in aantal afgenomen. Er zouden nog 415 000 olifanten zijn in 37 Afrikaanse landen. De manenwolf wordt samen met andere grotere zoogdieren zoals de miereneter in Cerrado in Brazilië bedreigd door de omzetting van graslanden in landbouw- en veeteeltgebied.  Orka’s hebben, ondanks wetgeving die dat moet voorkomen, in Europese wateren te lijden van slecht afbreekbare, organische vervuiling. De Yangtze-dolfijn gaat vooral achteruit door fatale ‘ontmoetingen’ met vissersboten en met visnetten.

Er zijn nog 3900 tijgers in het wild in Azië en maar 70 amoerpanters. De bel luidt.

Bron: New Scientist

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.