Bommensnuivers houden bommenleggers niet tegen

Werving voor G-Scan uit Israël

Werving voor de G-Scan uit Israël

Al jaren wordt er druk gewerkt aan ‘bommensnuivers’, maar het lijkt nog steeds zo te zijn dat wandelende bommen en bommenmakers zonder al te veel problemen hun lugubere werk kunnen doen. Het Britse blad New Scientist vraagt zich af of die ‘bommensnuivers’ en ander meettuig eens zo de man/vrouw met een bomvest er uit kunnen pikken. Dat lijkt bijzonder onwaarschijnlijk, al was het alleen maar doordat veel detectiesystemen afhankelijk zijn van vluchtige bestanddelen in de atmosfeer die die springstof verraden.

De bomaanslagen in Europa (Parijs en Brussel) hebben die vraag weer actueel gemaakt (over bomaanslagen buiten Europa en Amerika maken we ons veel minder druk, maar dit terzijde). Bij controles op, vooral, vliegvelden vertrouwt men veel op röntgenapparatuur. Er bestaan bommensnuivers maar die zijn vaak maar op een paar springstoffen gericht en die moeten dan wel meetbare ‘signalen’ afgeven, zodat een sensor die stoffen kan opsnuiven en analyseren.
Zo’n tien jaar geleden werd in de VS op 30 vliegvelden met bommensnuivers gewerkt. Dat was geen succes. Wel schijnen er een soort snuffelaars gebruikt te worden bij fouillering, maar sensordeskundige Daniël van der Weide van de universiteit van Wisconsin acht het niet erg waarschijnlijk dat zo springstof zal worden ontdekken. “Zo stom zijn terroristen niet.”

Om explosief materiaal te achterhalen verlaten de opsporingsdiensten zich meest op beeldtechniek (vooral röntgenapparatuur) en snuivers/sensoren. Met röntgenapparatuur zul je hoogstwaarschijnlijk nooit ‘bommen’ vangen. Snuivers zijn beter, vooral honden, maar die zouden niet op grote schaal gebruikt kunnen worden. Die moeten ook dicht in de buurt van de bron worden gebracht. Er zijn al mensen die denken aan een laan vol apparatuur zoals het Amerikaanse bedrijf Morpho en zijn hoofd technologie Cameron Ritchie.
Een laser zou vluchtige stoffen op grotere afstand kunnen ‘ruiken’, die werken altijd met spectroscopische analysetechnieken, dan snuivers, maar ook daar is de ‘snuiver’ vaak afhankelijk van vluchtige bestanddelen. Als de plofstoffen hermetisch zijn opgeborgen en onzichtbaar gemaakt, dan is er een probleem, ook voor de ‘lasersnuiver’. De laser’snuiver’ van het MIT in de VS zou met succes beproefd zijn op onder, veel, meer TATP (triacetontriperoxide), de favoriet van de hedendaagse bommenmakers. Daar wordt de springstof met een laser tot ontploffing gebracht, zo begrijp ik uit de omschrijving, en worden de door de explosie ontstane trillingen opgevangen door een trilingsmeter.

Een laser is ook het hoofd’ingrediënt’ van een geweerachtig apparaat, G-Scan, dat in Israël is ontwikkeld. Ook hier richt de laserstraal zich op het ‘doelwit’ en wordt de weerkaatste straling geanalyseerd met behulp van ramanspectroscopie. Dit apparaat zou ook de samenstelling van vloeistoffen kunnen analyseren of van vaste stoffen (waaronder verdovende middelen) met al weer de opmerking dat dat alleen maar kan als de stof in beeld is te krijgen.

Terahertz

Terahertz-analysatoren zijn relatieve nieuwkomers. We hebben het dan over mm-golven, waarmee (ook) op afstand vaste explosieven zijn te detecteren. De gereflecteerde mm-golven verraden de bestraalde stoffen. Van der Weide heeft een bedrijf gevonden dat gespecialiseerde THz-chips versterkt, hetgeen detectie makkelijker maakt. Deze week zouden de eerste tests met die apparatuur zijn geweest. Overigens gaan Terahertzgolven niet overal doorheen, lees ik in een Volkskrantartikel uit 2005: De straling gaat niet door natte kleren heen, of een dun laagje aluminium.

Er is nog een probleem. Je moet eigenlijk zoeken naar plaatsen waar bommen gemaakt worden, want als de bommenlegger in volle uitrusting rondstruint, dan is hij/zij moeilijk te stuiten. Moet je dan maar iedereen en overal op waterstofperoxide (haarbleek) of aceton gaan controleren? Dat wordt een lastig probleem, tenzij je dat in de buurt van ‘bommenhuizen’ gaat doen, maar hoe herken je die?
Dan hebben we nog het probleem van de gevoeligheid. Te gevoelige apparatuur geeft te veel vals alarm en zijn de opspoorders alleen maar bezig spoken na te jagen, te weinig gevoelig mist veel. Er zal ongetwijfeld door worden geknutseld, maar het is niet erg waarschijnlijk dat dat erg veel bruikbare systemen zal opleveren, zonder de bewegingsvrijheid en privacy van de burgers al te veel te bruskeren.

Bron: New Scientist

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.