Acht grote vragen rond kanker

Cell KankerDe uitgever van het wetenschappelijk tijdschrift Cell heeft een nieuw tijdschrift opgezet, Trends in cancer en opent het eerste nummer met een opsomming van de volgens de redactie acht belangrijkste vragen rond kanker.
1. Hoe kan kennis over mutaties verbonden worden met de behandeling?

Wetenschappers zijn al tientallen jaren bezig de mutaties te achterhalen die worden geassocieerd met kanker. De genomen van kankercellen kunnen nu worden geanalyseerd om de genetische oorsprong van de ziekte te achterhalen, maar veel chocola weet de wetenschap daar niet van te maken. In de VS is een door Obama gelanceerd initiatief dat mikt op ‘precisie’. “Dat initiatief is gericht op de behandeling”, zegt Douglas Lowy van het Amerikaanse kankerinstituut. “We moeten erkennen dat ook preventie en bevolkingsonderzoek belangrijk zijn.”
Artikel: “Douglas Lowy: Precision Medicine gets Presidential Treatment”

2. Zou de diversiteit van het aantal kankertypen beperkt kunnen worden?

In 2000 stelden Robert Weinberg en Douglas Hanahan een lijst op van de kenmerken van kanker. Hun korte lijst van de mechanismes die bij kanker een rol spelen zoals het vermijden van de celdood, ongevoeligheid voor groeiremmende signalen, zelfvoorziening, eindeloze celdelingen en verspreiding werd een hit: het meest geciteerde en binnengehaalde artikel van Cell. Inmiddels zijn er nieuwe kenmerken bijgekomen: een afwijkende celstofwisseling en een ontwijking van het afweersysteem. Weinberg, die werkt bij het MIT in Cambridge (VS): “Het idee dat kanker één ziekte is, was natuurlijk een illusie. Terwijl de algemene principes gelden voor vele tumortypen, zijn de gedragingen van elk type heel verschillend, een unieke uitvinding van de natuur.”
Artikel: “Robert Weinberg: Beyond Hallmarks”

3. Waarom is de micro-omgeving van een tumor belangrijk?

Kankercellen zijn geen eenzaten. Ze werken samen. Ze gebruiken bloedvaten en extracellulair weefsel. Een goed ontwikkelde tumor is als een, onwelkom, orgaan, dat voedsel e.d. van de rest steelt. Het idee dat de omgeving van de kankercellen een essentieel deel is van de tumor en bepaalt of die overleeft, heeft onderzoekers gedwongen anders over (de groei van) kanker te denken. “In de laatste 30 jaar heb ik met David Dolberg aangetoond dat zelfs de heftigste kankerverwekker alleen niet genoeg is om kanker te doen ontstaan. Dat gebeurt alleen onder bepaalde omstandigheden”, zegt Mina Bissell van het Lawrence Berkeley-lab. “Ze moeten samenwerken met het afweersysteem en er zijn vele stappen en dingen nodig om een cel echt kwaadaardig te maken. De opbouw van de weefsels is de sleutel om te begrijpen waarom kanker een orgaanspecifieke ziekte is.” Als de precisiegeneeskunde succesvol is, dan moeten we volgens Bissell verder de verschillende omstandigheden onderzoeken die borstkanker veroorzaken of leverkanker. Ze hoopt dat we ruimtelijke modellen van kankers zullen kunnen maken in hun specifieke micro-omgeving. Dat zou helpen om therapieën uit te proberen.
Artikel: “Mina J. Bissell: Context Matters”

4. Is epigenetica belangrijk bij kanker?

Kanker wordt geassocieerd met mutaties, maar mutaties zijn niet de enige manier om DNA te veranderen. Wat we over kanker weten is veranderd door onze groeiende kennis over epigenetica, de kennis over het aan- en uitschakelen van genen. “De hele boel werd op zijn kop gezet toen, onverwacht, bleek dat de meeste genen die muteren bij kanker in de mens, epigenetische veranderaars zijn, waardoor er een verband is met de epigenetica”, zegt Peter Jones van het Van Andel-instituut. “Bij sommige vormen van jeugdkanker schijnt de methylering van DNA te zijn veranderd, zonder dat er, zichtbare, mutaties zijn. Dat doet sterk vermoeden dat epigenetische fouten direct betrokken zijn bij het ontwikkelen van kanker.”
Toekomstige behandelingen zouden ook op de epigenetica moeten worden gericht. Die worden nu al getest voor bepaalde lymfomen. Er zou al succes mee behaald zijn in bloedkanker; nog niet in vaste tumoren, maar er is hoop dat een dergelijke behandeling werkt in combinatie met immunotherapie.
Artikel: “Peter Jones: Leaving a Mark on the Cancer Genome”

5. Is immuuntherapie de ommekeer in de strijd tegen kanker?

Er gebeurde niet veel op het gebied van immuuntherapie, maar toen onderzoekers er achter kwamen dat een manier om het eigen afweersysteem te activeren kankercellen aan te vatten bij uitbehandelde patiënten mogelijk succesvol is, is dat veranderd. Kankercellen weten het afweersysteem te ontlopen en met immuuntherapie zet je dat weer aan het werk (met name de T-cellen). Tot nu toe lijkt die aanpak het beste te werken bij bloedkanker (leukemie) en huidkanker. “Patiënten met een levensverwachting van een paar maanden toen ze aan de therapie begonnen, leven nu nog en zijn nog actief”, zegt Suzanne Topalian van de John Hopkins-universiteit. “Deze medicijnen worden nu gebruikt in de primaire behandeling, in plaats van of naast chemotherapie en kinaseremmers.”
Het pad van de immuuntherapie is nog weinig betreden, dus er is nog veel onbekend. Het is nog lastig te bepalen welke patiënten er baat bij hebben en ook hoe zo’n therapie dient te verlopen, al of niet in combinatie met andere behandelingen. Onderzoekers zijn optimistisch over de gecombineerde behandelingen.
Artikel: “Suzanne Topalian: Unleashing the Immune System to Fight Cancer”

6. Zal p53 zijn belofte inlossen?

Bij kanker is het gen dat codeert voor het eiwit p53 het vaakst gemuteerd. In gewone doen voorkomt p53 kanker. Gemuteerde vormen van p53 zorgen voor tumorgroei en agressiviteit. P53 werd en wordt gezien als een belangrijk wapen in de strijd, maar dan moet je wel weten hoe dat eiwit er uit ziet (moet zien), wil het zijn kankerbestrijdende werking krijgen. Dat is nu een beetje een probleem, want p53 blijkt een knap ingewikkeld eiwit te zijn. “Tien jaar geleden leek de functie van p53 duidelijk: het zorgde voor celdood in nabijgelegen kankercellen”, zegt Karen Vousden van het Beatson -instituut (Eng). “De laatste tien jaar leerden we dat p53 veel functies heeft, van een rol in het herprogrammeren van stamcellen tot het regelen van de stofwisseling en de afweerreactie.” Dat zou meer mogelijkheden geven voor het inzetten van p53. Op het ogenblik wordt er gewerkt aan een methode om het p53-gen in kankercellen weer aan te zetten. De middelen daarvoor werken, maar zijn niet onverdacht. Er zou meer onderzoek gedaan moeten worden naar het waarom van het functieverlies van p53.
Artikel: “Karen Vousden: Guardian of the Genome”

7. Kan  het verschil in de stofwisseling benut worden om kanker te bestrijden?

Kankercellen gebruiken de energie anders dan normale cellen, omdat kankercellen andere voeding nodig hebben om maar te blijven groeien. Die eigenschap is de laatste jaren stevig in de aandacht gekomen, omdat de voortdurende ‘honger’ van kankercellen een manier zou kunnen zijn om ze te doden. Vervelend is dan natuurlijk dat ook gezonde cellen voeding nodig hebben en afhankelijk zijn van dezelfde stofwisselingsprocessen. Dat zou betekenen dat therapieën die de stofwisseling aanpakken chemotherapie-achtige bijverschijnselen zouden hebben. “Toch is er reden voor optimisme”, zegt Craig Thompson, voorzitter van het Memorial Sloan Kettering-kankercentrum. “Onze groeiende kennis van het anabole metabolisme (het opbouwen van verbindingen) zou het mogelijk moeten maken metabole afhankelijkheden van snelgroeiende cellen te gebruiken via stoffen die niet mutageen zijn.”
Artikel: “Craig Thompson: Fueling Cancer”

8. Zijn muismodellen nog wel geschikt voor onderzoek naar kanker bij de mens?

We zijn niet te ver verwijderd van de tijd dat we kanker kunnen bestuderen in gekweekte organen van de eigen cellen van de patiënt. Na vele jaren kanker te hebben genezen in muizen, lijkt er nu een andere wind te gaan waaien in de preklinische proeven: geen muizen meer maar menselijk weefsel. Alhoewel, met alle verfijnde genetische technieken zijn de beestjes genetisch zo te manipuleren dat de onderzoekers altijd de juiste genetische eigenschappen kunnen kiezen voor hun ‘modellen’. “Muismodellen zijn geweldig om allerlei ideeën in vivo bij te testen, maar je moet je wel realiseren dat muizen geen mensjes zijn”, zegt Anton Berns van het Nederlandse Kankerinstituut. “Er zijn nog vele lessen te leren en de muis is het voorkeursysteem om die ons te leren.”
Artikel: “Anton Berns: Tackling Cancer with Mice”

Toegevoegd 11 maart 2016:

De prijs is hoog

Oncoloog Jacques de Grève

Jacques de Grève

De spectaculaire resultaten van immuuntherapie is goed nieuws voor kankerpatiënten, maar dreigt de samenleving wel met een torenhoge stapel facturen op te zadelen, zo stelt de krant De Morgen. Experts pleiten voor meer overheidsgeld.
Immuuntherapie bleek al bruikbaar bij patiënten met huidkanker. Voor longkanker zit het onderzoek in een laatste fase. “De komende jaren zal er voor alle types van kanker wel een immunotherapie zijn: die studies lopen al”, zegt professor oncologie Jacques De Grève in Het Laatste Nieuws. Goed nieuws, maar immuuntherapie is duur.
Specialisten waarschuwen ons voorbereiden op voor een stortvloed aan facturen. “Het Riziv betaalt nu 100 000 tot 120 000 euro op jaarbasis voor de immunokuur van één patiënt. Ter vergelijking: chemo kost tussen de 100 en 10.000 euro per behandeling”, aldus De Grève. Gezondheidseconoom Lieven Annemans vult aan: “Er zijn ook peperdure weesgeneesmiddelen voor zeldzame ziekten, maar die moeten nooit op grote schaal worden terugbetaald. Door de spectaculaire resultaten met immunotherapie zullen duizenden mensen in aanmerking komen voor een megadure kuur.”

Bron: EurekAlert

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.