Promovendus maakt inversiemicroscoop van € 200

Inversiemicroscoop

Een inversiemicroscoop met een kristalscherm

Adam Lynch, promovendus aan de Brunell-universiteit in Londen, ontdekte dat je met drie groedkope usb-microscopen en wat nieuwe programmatuur het werk kon doen wat normaal gedaan wordt door een zogeheten inversiemicroscoop, die al gauw vele malen duurder is. Bij inversie-microscopen zit de lichtbron niet onder maar boven het monster. Inversiefluore-scentiemicroscopen worden gebruikt om, onder meer, levende cellen te bestuderen. Lynch ontdekte als je die usb-microscopen omdraaide, ze op de een af andere manier in serie plaatste een beeld krijgt waarvoor hij normaal de dure inversiemicroscoop zou moeten gebruiken. Lynch was geïnteresseerd in de bewegelijkheid van cellen van het afweersysteem. Hij wilde bekijken hoe die cellen bij slakken reageren op vervuiling. Lees verder

Moleculair schrijven met een rastertunnelmicroscoop

Moleculair schrijven

Met de tip van een rastertunnelmicroscoop (boven) wordt een moelcuull opgepakt en verplaatst (afb: onderzoekcentrum Jülich)

Onderzoekers van onderzoeks-centrum in Jülich (D) hebben een systeem ontworpen, waarbij met behulp van een met de ‘hand bestuurbare’ rastertunnel-microscoop moleculen kunnen worden verplaatst. Tot nu toe was het alleen mogelijk dat met starre, geprogrammeerde bewegingen te doen. De Duitse onderzoekers denken dat deze ‘handbediening’ mogelijkheden biedt voor de constructie van molecuultransistoren en andere nanocomponenten. Als bewijs van het kunnen van de techniek hebben de onderzoekers Jülich ‘uitgeprikt’ in een ‘velletje’ moleculen met de dikte van één molecuul. Lees verder

Nobelprijs scheikunde voor nanomicroscopie

Nobelprijswinnaars scheikunde 2014

Vlnr: Eric Betzig, Stefan Hell, en William Moerner (foto: Wikimedia Commons)

Twee Amerikanen en een Duitser hebben de Nobelprijs voor scheikunde gekregen voor hun bijdragen aan de ‘slechting’ van de diffractiegrens in de microscopie, waardoor met microscopen nu ook de wereld van de cel is te bestuderen. Eric Betzig, Stefan Hell en William Moerner delen de prijs “voor de ontwikkeling van hoge resolutie fluorescentiemicroscopie”, zo heet het in Stockholm. Het is overigens wel opmerkelijk dat de prijs voor scheikunde naar een ontwikkeling gaat die nauwelijks iets met scheikunde te maken heeft. Lees verder

Hersenactiviteit vol in beeld gebracht

hersenmikroskoop

Een schematische voorstelling van de 10 000-lenzenmikroskoop (univ. v. Wenen)

Met behulp van een chip met 10 000 mikrolenzen hebben onderzoekers van de universiteit van Wenen de hersenactiviteit van zebravisjes op celniveau in beeld gebracht. Dat was al mogelijk, met behulp fluoreserende eiwitten, maar met dit multilenssysteem zou de activiteit in grotere delen van de hersens in een keer kunnen worden waargenomen. Bij de relatief kleine hersens van het zebravisje (zo’n 100 000 cellen) was het mogelijk de activiteit in de hele hersens te volgen. Volgens onderzoeker Alipasha Vaziri was het tot nu toe niet mogelijk tegelijkertijd de activiteit van grotere hersennetwerken op celniveau te volgen. “Juist dat hebben we nodig om te begrijpen hoe de hersens allerlei prikkels verwerken of bewegingen sturen.” Lees verder

Fotonkrachtmicroscoop ‘verfijnd’ tot 20 nm

Fotonkrachtmicroscoop

Het idee van de fotonkrachtmicroscoop met in fase gebracht licht (‘squeezed light’)

Door kwantummechanica te combineren met fotonkrachtmicroscopie zijn Australische onderzoekers er in geslaagd gedetailleerde opnames te maken van een levende cel, zeggen de onderzoekers. Hoe? Lees verder

Meekijken hoe brein zich van hersenschudding herstelt

Theo Roth

Theo Roth

Theo Roth, biologiestudent op de Amerikaanse Stanford-universiteit, heeft enkele zomers besteed om een methode te ontwikkelen om mee te kijken met het herstel van de hersens na een hersenschudding. Welke schade een hersenschudding kan veroorzaken is goed bekend, maar hoe hersens die schade herstellen is nog nooit waargenomen, meldt Stanford. De zomerarbeid van Roth heeft zowaar het verguisde Nature gehaald.
Lees verder

Ultrakoude neutronen bieden kijkje in de nanowereld

Valerie Nesvisjevki

Valerie Nesvisjevki (foto: ETHZ)

Al zo’n jaar of zestig worden uiterst koude neutronen (ongeladen kerndeeltjes) gebruikt om een verklaring te vinden voor de oorsprong van materiaal in het heelal en voor hoe de zwaartekracht past in het algemene krachtenplaatje. Nu blijken die ultrakoude neutronen (ukn’s) ook een beeld te kunnen geven van hoe uiterst kleine deeltjes langs een oppervlak bewegen, zoals virussen langs een celmembraan. Het lijkt er op dat de uiterste koude neutronen scheikundigen, biologen en ingenieurs een kijkje kunnen gunnen in een tot nog toe onzichtbare wereld. Lees verder

IJzer als godengeschenk

IJzer neergedaald als manna van de hemelDe antieke ijzerbuisjes. De blauwe gebieden bevatten veel tin
In 1911 werden in een antieke begraafplaats in het Egyptische Gerzeh ijzeren buisjes gevonden die meer dan 5000 jaar oud zouden zijn. Dat was heel bijzonder, omdat de Egyptenaren pas 1500 later wisten hoe ze uit ijzererts ijzer konden ‘destilleren’. Een mysterie dus. Er is in de loop der tijden diverse keren aan gesnuffeld. De buisjes zouden abnormaal veel nikkel bevatten (vandaar de ‘houdbaarheid’) of ook weer niet (onderzoek in de jaren ’80).
Onderzoekers van de Open Universiteit in Groot-Brittannië hebben de buisjes aan een rigoureus onderzoek met CT-scanner en rasterelektronenmicroscoop onderworpen en zijn tot de conclusie gekomen dat het, wel degelijk, met veel nikkel vermengde ijzer hoogstwaarschijnlijk een buitenaardse oorsprong heeft. Voor de Egyptenaren een geschenk van de Goden. Vandaar ook dat dergelijke kostbare ‘geschenken’ waren bestemd voor de farao’s en andere hooggeplaatsten in het oude Egypte.

Bron: Futura-Sciences (foto OU GB)

Chemie in actie betrapt

Molecuul direct in beeld Scheikundigen en natuurkundigen van de Universiteit van Californië in Berkeley, de universiteit van San Sebastian in Spanje en het Lawrence Berkeley National Laboratory hebben met behulp van een atoomkrachtmicroscoop een chemische reactie ‘in actie’ betrapt. Echt in actie was het niet, omdat er een plaatje werd gemaakt voor en na. Op de met de microscoop gemaakte afbeeldingen zouden, voor het eerst, niet alleen de atomen zijn te onderscheiden, maar ook de verbindingen tussen de atomen. Daarmee is direct de structuur van de moleculen te ‘zien’. Tot nu toe moesten scheikundigen de molecuulstructuur afleiden uit spectrogrammen.
Met deze nieuwe techniek zal het voor scheikundigen makkelijker worden te achterhalen hoe het reactiemechanisme in elkaar steekt, waardoor het makkelijker wordt de ‘juiste’ weg naar een beoogd product te vinden. Dat is van grote betekenis, want bij veel reacties tasten chemici in het duister waar het gaat om de manier waarop een chemische reactie verloopt. Assistent-hoogleraar scheikunde Felix Fischer, een van de onderzoekers, noemt de nieuwe techniek ‘baanbrekend’. “Hier hebben we een techniek in handen waarmee we kunnen zien hoe het molecuul er uit ziet.” Fischer ontwikkelt nanostructuren van de koolstofvorm grafeen die ongewoon kwantumgedrag vertonen, waardoor die mogelijk nuttig kunnen zijn voor nano-elektronische componenten.
Contactloze atoomkrachtmicroscoop Hij loopt daarbij regelmatig tegen het probleem aan dat hij niet weet hoe een gemaakte structuur er uit ziet. Samen met atoomkrachtmicroscoopspecialist Michael Crommie ontwikkelde hij een methode om de reactie ‘live’ te volgen. Daartoe koelden ze het reactieoppervlak af tot 4°K (zo’n -270°C). Ze plakten een koolstofmono-oxidemolecuul op de tip van de taster om zo, zonder de moleculen aan te raken, een plaatje ervan te maken. Eigenlijk moeten we het dan hebben over een rastertunnelmicroscoop, omdat bij een atoomkrachtmicroscoop de taster wel degelijk over het oppervlak gaat, maar deze techniek wordt toch contactloze atoomkrachtmicroscopie genoemd. Ze maakten bij 4°K een plaatje van het uitgangsmolecuul. Verwarmden het oppervlak om de reactie te laten plaatsvinden en koelden weer naar 4 graden Kelvin om een plaatje van het eindproduct te maken. “Je beperkt wel de reactiviteit door de reactie aan het oppervlak te laten plaatsvinden”, stelt Fischer, ” maar het biedt je het voordeel dat je afzonderlijke moleculen kunt bekijken. Uiteindelijk willen we nieuwe oppervlaktechemie ontwikkelen om qua opbouw zeer geordende structuren op oppervlakken te kunnen bouwen, voor, bijvoorbeeld, elektronische componenten, of logische poorten van koolstof.”

Bron: Universiteit van Californië, Berkeley (& foto’s)