Planten praten als ze het benauwd krijgen

Pratende planten

De geluiden zijn specifiek voor het ondervonden probleem: dorst en snijden (bij tomaat en tabaksplant) (afb: Hadany et. al)

Waarom ook niet? Planten veranderen van kleur en vorm als ze het lastig hebben en sturen signaalstoffen uit. Waarom zouden ze dan niet ‘praten’? Het is niet echt praten. Ze gebruiken voor de mens onhoorbare hoge geluidsfrequenties (ultrageluid; 40 tot 80 kHz) en omgezet in voor de mens hoorbare frequenties lijkt het meer op zachtjes knetteren. Misschien kunnen tuinders en boeren er hun voordeel mee doen, want met behulp van kunstmatige intelligentie konden de onderzoekers de verschillende geluiden ook thuisbrengen: ik heb dorst of ‘au’ ze snijden in een stengel. Lees verder

Hersenziektes te bestrijden via darmflora (?)

Poeptransplantaties

John Bienenstock (l) en Paul Forsythe denken met poeptransplantaties stress en depressies te kunnen bestrijden

Zouden neurologische aandoeningen als depressies, fobieën en stress zijn te bestrijden door veranderingen in de samenstelling van de darmflora? Twee Canadese onderzoekers denken, op basis van proeven met angstige muisjes, dat dat goed mogelijk  is. Lees verder

Muizen en ratten gestressed door mannen

Labmuis

Zo maar een labmuisje

Kennelijk kunnen muizen en ratten mannetjesmensen onderscheiden van vrouwtjesmensen, want volgens onderzoek van de Amerikaanse McGill-universiteit raken die gestressed door de aanwezigheid van mannen. Dat is toch tamelijk vervelend, want het overgrote deel van de proefdieren voor medische toepassingen zijn juist muizen en ratten. In hoeverre beïnvloedt die stress onderzoeksresultaten, zou je je kunnen afvragen. Zo schijnen knaagdieren in aanwezigheid van mannen minder pijn te voelen. Misschien moeten er alleen nog maar vrouwen in de buurt van die toch al ongelukkige proefratjes en -muisjes komen. Lees verder

Moedermelk goed voor carrière

Borstvoeding beter voor je carrière?
Kinderen die borstvoeding hebben gehad hebben later een grotere kans om hoger op de maatschappelijke ladder terecht te komen dan mensen die hun leven beginnen met flessenmelk, zo zou uit een onderzoek van Amanda Sacker van het Universiteitscollege in Londen zijn gebleken. Het was al uit andere studies gebleken dat borstvoeding de zuigeling heel wat meer biedt dan babymelk: hij/zij krijgt waardevollere voedingsstoffen, zijn/haar afweersysteem wordt versterkt en de hersenontwikkeling is voorspoediger. Door de betere hersenontwikkeling op jonge leeftijd zouden ‘borstkinderen’ gemiddeld ook intelligenter zijn dan ‘flessenkinderen. Ook lijkt het er op dat zij later als volwassenen stressbestendiger zijn dan volwassen geworden ‘flessenkinderen’. Of dat aan de voeding ligt of aan het, mogelijk, betere contact tussen zuigeling en moeder, is nog niet duidelijk.
“Al veel studies laten zien dat er een positieve wisselwerking is tussen borstvoeding en geestelijke vermogens”, stelt Sacker in wissenschaft.de. Daarnaast zijn er aanwijzingen dat borstvoeding gunstig is voor de persoonlijkheidsontwikkeling, zelfbeheersing en het immuunsysteem. “Wij vroegen ons af of borstvoeding ook effect heeft op de maatschappelijke mobiliteit.” Dat lijkt er dus op.
Sacker en haar collega’s hebben voor hun studie gebruik gemaakt van de gegevens van ruim 34 000 proefpersonen: ruim 17 000 geboren in 1958 en bijna 17 000 geboren in 1970. Zij werden vanaf hun schoolleeftijd regelmatig getoetst met betrekking tot gezondheid, intelligentie en psychische gesteldheid. Ook werd bijgehouden in welk beroep ze terechtkwamen, in welke sociale klasse hun ouders zaten en waarin de proefpersonen later terechtkwamen. Vergeleken werd de maatschappelijke positie van hun ouders en die van de proefpersonen op 33-jarige leeftijd.
“Het bleek dat borstvoeding een grotere kans gaf op een goede maatschappelijke positie later”, melden de onderzoekers. De ‘borstkinderen’ verbeterden zich vaker maatschappelijk ten opzichte van hun ouders dan ‘flessenkinderen (24%), hun kans om te dalen op de maatschappelijke ladder lag 20% lager. Die resultaten golden zowel voor jaargang ’59 als voor jaargang ’70, ondanks een scherpe daling van het aantal kinderen dat de borst krijgt. In 1958 werd nog tweederde van de kinderen gezoogd, in 1970 nog maar eenderde.

Bron: wissenschaft.de