Werk onderhanden (gehad):

* De glazen maatschappij.
Ik heb niks te verbergen dus wat nou privacy? (deel 1);
het biometrisch paspoort (deel 2), maar er
lijkt iets te veranderen (deel 3).

* Boek over synthetische biologie (verschenen december 2011, Veen Magazines Boeken). Een voorpublicatie vind je op sync.nl.
Maart 2013 verschijnt een Duitse editie bij Springer.
Synthetische biologie. De mens als ontwerper?

* Synthetische biologie; het maakbare leven: de DNA-fabriek (deel I, deel II en deel III).
* Mars binnen handbereik (?)
*
De breekbare kwantumcode
* Biografie Hugo de Vries
* RNA-meter
* Mikroreactoren
* De draaiende ruimtelift (Kijk)
* Taaltechnologie (vervolg)
* Simuleren in de celbiologie
* De nanobel
* Het olifantengeheugen van het web
* De lage resolutie van de STED-mikroskoop
* Kwantumcomputers
* Atoomkracht op de Phoenix-Marslander
* Cijferwaan in de psychologie

Artikelen gemaakt voor sync.nl

Stuur me een bericht (of bel + 31 (0)20 676 6230 of 06 49 985 400):


Identiteitsdiefstal

melde zich bij mij.

Wat moeten we met Mars?

De NASA is driftig op zoek naar water op Mars. Ja en wat als je dat vindt? Aan het Marsoppervlak vervliegt het waar je bij staat. Wat eten we daar, trouwens? Zelfgekweekte worteltjes en aardappelen? Lachen. Dus moet het voer worden meegenomen. Voor vele jaren. Er zijn mensen die dat spannend vinden. Er zijn goedkopere manieren om zelfmoord te plegen....

Het leven uit een blokkendoos

Biologie heeft zich de laatste 30 jaar steeds meer ontwikkeld in de richting van de nanowereld; tot voor niet zo heel lang geleden het domein van natuur- en, meer nog, scheikunde. Onder meer door de ontwikkeling van allerlei verfijnd instrumentarium (zoals de atoomkrachtmicroscoop) is het nu niet alleen mogelijk geworden op die moleculaire schaal waar te nemen, maar ook om te manipuleren. Die waarneming en manipulatie op de nanoschaal geeft steeds beter inzicht in de complexe processen die er in en tussen cellen plaatsvinden.
De ontmoeting tussen scheikunde, natuurkunde en biologie, die we voor het gemak maar even synthetische biologie noemen, maakt het in theorie mogelijk uit dood materiaal leven te maken en daarmee ook nieuwe levensvormen te creëren. J.Craig Venter, de grote kraker van het menselijk genoom, is, voorzichtig, op dat pad begonnen. Nu komt het knutselen met nieuwe levensvormen nog vooral neer op knippen en plakken van erfelijk materiaal van bestaande levensvormen, maar op een dag zal het mogelijk zijn vanaf de tekentafel leven te ontwerpen, is de verwachting. Niet dat dat makkelijk is. Het leven zoals de evolutie dat ons ëpresenteertí is een knap ingewikkeld proces en de grote trekken mogen bekend zijn, de vele finesses zijn nog verre van doorgrond.
Vooralsnog zijn er vragen, veel vragen. Wat is leven? Aan welke voorwaarden moet worden voldaan om leven te creëren en kunnen we dat überhaupt wel? Is leven mogelijk zonder DNA en nog zo wat van die zaken. Begin november was er in Heidelberg een (publieks)congres over synthetische biologie. De ingenieur lijkt het roer in de biologie definitief in handen genomen te hebben.
Hier plaatjes van het bezoek aan Göttingen en aan Heidelberg in mei 2008.
Bazel in het klein

IBM-geheugenBazel ligt vlak bij het drielandenpunt Duitsland/Frankrijk/Zwitserland. Toch is dit stadje erg Zwitsers: netjes en duur. Ze hadden daar in Bazel bedacht dat ze erg goed in nanotechnologie zijn en hadden daarom een toom wetenschapsjournalisten uitgenodigd om naar hun kleinoden te komen kijken.
Nanotechnologie is een modewoord dat als vlag voor heel wat oude wetenschap dient, maar af toe gebeurt er toch wel wat aardigs op dit terrein. De Uni Basel, hoe kan het ook anders, heeft een eigen nano-instituut waar de hooggeleerde prof.dr.Christoff Gerber de skepter zwaait. Gerber is met Gerd Binning de uitvinder van de atoomkrachtmikroskoop. En dat wil hij weten. Als je denkt dat de atoomkrachtmikroskoop een apparaat is waarmee je plaatjes op atoomschaal kunt maken, dan heb je gelijk. Maar je kunt met zo'n ding veel meer: je kunt het als analyse-apparaat voor, bijvoorbeeld, moeilijke eiwitten gebruiken, als uitvogelaar van de DNA-sequentie, als injectiespuit voor cellen en als geheugenopslag (zie foto). Dat vertelt de grote Gerber je dan op topsnelheid. Of je kunt er de aanwezigheid van water op Mars mee vaststellen.
Bazel heeft ook een heuse synchotron (SLS, Swiss Light Source). Kom daar in het wereldse Amsterdam maar eens om. Daar doen ze slimme dingen met röntgen, zodat je nu ook, bijvoorbeeld, tumoren in beeld kan krijgen. En Bazel heeft Jean Tinguely. Jean Wie, hoor ik zeggen. Ik moet eerlijk zeggen dat toen ik eind juni naar Bazel ging ook nog nooit van deze man had gehoord. Hij blijkt de peetvader van de Mobiele Kunst te zijn. Toen ik in Bazel wat rondliep (Erasmus ligt er begraven) kwam ik een fontein tegen met allerlei bewegende dinkskes. "Typisch Engels" , zei ik tegen een Engelse collega. "Van die frutsels die nergens nuttig voor zijn." Die collega was het met me eens. Dat bleek het voorplein van het Jean Tinguely-museum te zijn. Dat heb ik gemist.
Een paar weken later moest ik Mark Bischof interviewen. Laat deze Nederduitse kunstenaar (hij is in Duitsland geboren) nou de Nederlandse 'Tinguely' zijn. Het toeval moet gestuurd zijn. Bischof doet aan knikkerbanen. Ook heel nutteloos, maar wel fascinerend. Daar kan geen atoomkrachtmikroskoop tegen op.

Joost Conijn
vliegtuigJoost Conijn wordt gezien als kunstenaar. Hij had een expositie in het toch niet misselijke Boymans-Van Beuningen in Rotterdam. Dan moét het wel een kunstenaar zijn. Daar stonden zijn auto en zijn vliegtuig dat in Tjechië ter aarde stortte. Als je zijn films bekijkt dan ziet het er eerder uit als een jongen die graag knutselt en niet per se uit is op de meest voordehandliggende oplossing. Een jongen die zijn dromen waar maakt. Ik wil vliegen. Bouw dan een vliegtuig. En waarempel, hij blijkt de lucht in te gaan. Een kunst, maar is dat ook kunst? Is het belangrijk dat te weten? De Belgische maker van 'mobielen' Panamarenko, waar Conijns werk sterk aan doet denken, bouwt ook vliegende dingen die intrigeren. Misschien ook omdat die zelden functioneren. Wat dat betreft doet Conijn het beter. Zijn auto rijdt, zijn vliegtuig vliegt.

Cijfers liegen
Jaarlijks worden vele tere kinderzieltjes geteisterd door de Citotoets. Maar ook nogal wat veelbelovende carrières worden in de knop gebroken door een slecht gemaakte iq- of vaardigheidstest. Terwijl die aan de tests opgehangen puntenschalen volgens 'natuurkundig' psycholoog Ewald Vervaet op geen enkele wijze een wetenschappelijk fundament hebben, wordt daaraan tot in de Tweede Kamer een absolute waarde toegekend als waren het graden Kelvin of Pascals per vierkante meter. Het Nederlands Instituut van Psychologen brandt zich niet aan een weerlegging van de kritiek van Vervaet ('oude koek', volgens het NIP). Er zijn te veel psychologen in die testindustrie werkzaam en die werkgelegenheid laat je niet in de waagschaal stellen door hun zekerheden op losse schroeven te zetten. Lees het artikel...

Keltische tijger brult


BA-festivalIerland heeft zich met stevige hulp van de EU razendsnel ontwikkeld tot één van de welvarendste landen van Europa. Dat kwam doordat vooral de Amerikanen wel brood zagen in dit goedkope land (waar ze nog eens Engels spraken ook). Welvaart maakt duur en de maakindustrie verdwijnt weer even snel uit Ierland als zij gekomen is. Ierland moet een kenniseconomie worden, roepen ze daar ten westen van Groot-Brittannië; met dezelfde wapens die overal  elders in de geïndustrialiseerde wereld tevoorschijn worden gehaald. Wat doen jullie anders, vraag je dan aan Bill Harris , de directeur van SFI (het Ierse NWO). We zijn veel flexibeler, zegt deze Amerikaan. "De beleidslijnen in Ierland zijn kort en Ieren zij niet bang te falen." Maar de Ierse uitgaven voor onderzoek bedragen nog geen 1% van het bnp. De astrofysicus prof.Luke O'Connor Drury secretaris buitenland van de Koninklijke Ierse Akademie (Acadamh Rioga na hÉireann) is niet al te optimistisch. Onderzoek in Ierland moet opleveren en dan kom je met astrofysica toch in een lastig parket.
Ierland moet wetenschapsvriendelijk worden. Gezien de grote en jonge animo voor het BA-wetenschapsfestival, dat begin september in het Trinity College in Dublin werd afgewerkt, zit dat wel  snor. Een lezing over een toch niet vreselijk makkelijk onderwerp als moleculaire informatica trok een volle collegezaal met een groot aantal scholieren. Ik weet niet of het voor die scholieren verplichte kost was (had ik natuurlijk moeten vragen, bedenk ik nu), maar ik zie dat in Nederland toch niet zo gauw gebeuren.
NWO-secretaris Hein Meijers liep er ook rond. "Misschien kan ik er nog wat van oppikken voor Bessensap." Hij dacht het echter niet. Veel te chaotisch en onoverzichtelijk. Kijk, dat zou je nu de door Harris geroemde flexibiliteit van de Ieren kunnen noemen. Ik moet zelf overigens ook zeggen dat het programma me wat tegenviel. Te veel op het effect (wetenschap is leuk), naar mijn smaak. Maar de hernieuwde kennismaking met Dublin beviel me. Ierland is nog niet verloren.

Hamburg boppe

Hamburg is beslist niet één van de aantrekkelijkste steden van Duitsland. Veel fraais is er, buiten het stadhuis, niet te aanschouwen; zeker niet als de lucht grauw en vochtig is. De A380-hal Maar Hamburg is ook een deelstaat van de bondsrepubliek Duitsland én een oude hanzestad die kampt met de teloorgang van eens omvangrijke scheepsbouw. Innovatie is ook daar het statelijke dogma en Airbus moet de pijn uit het verleden verzachten. Het Airbusterrein is inderdaad niet kinderachtig, maar het lijkt wel of de Fransen de Duitsers slechts de krummels van het gigantische A380-project hebben bedeeld. De Duitsers mogen zich met het cabine-ontwerp bezighouden, pijpen- en buizenwerk, terwijl het veel geilere cockpitontwerp voor de Fransen is. Een Duitse hoogleraar van de Hochschule für angewandte Wissenschaften (HAW) vertelde me dat zo langzamerhand alle technisch aantrekkelijke deelprojecten van de A380 naar Toulouse zijn verkast. En die lieve Duitsers schijnen de Spaanse partners te hebben geleerd hoe je vezelversterkte komposieten maakt. De Spanjaarden wonnen de aanbesteding en nu komt dat vezelversterkte staartstuk van de A380 naar Hamburg waar het aan de overige rompdelen wordt geklonken.
Scholen hebben ze wel in Hamburg: een TU (Hamburg-Harburg), de HAW, een gewone universiteit en de Helmut Schmidt-universiteit van het bondsleger (!). Met de moed der wanhoop vieren de Duitsers de honderdjarige ingenieur, terwijl ze, evenals wij sukkels, inmiddels hard op weg zijn hun mooie Diplom-systeem om te zetten in de armetierige middeleeuwse Meester/Gezel-bouwval. Het kan niet anders dat de Duitsers op een dag wakker worden en zullen roepen om hun oude Diploms (terug met die D-Mark). Het zal de Hamburg School of Logistics worst wezen.

Duitsland in de
innovatiestress

Gek toch, Duitsland zo dicht bij en toch zo ver weg. Alles wat we hier te horen en te lezen krijgen, komt uit Amerika (in Duitsland is dat al niet anders) en je moet dus even een paar honderd kilometer naar het oosten reizen om te ervaren wat er aan de hand is.
Schröder oreert op VDE-congres. Als je een paar daagjes in Berlijn bent en hier en daar wat praatjes van bedrijven en onderzoekers hoort en Schröder meemaakt bij de opening van een groot congres van elektrotechneuten, dan blijkt daar veel kommer en kwel te zijn. Duitsland is het innoveren verleerd. De verhalen die je in Duitsland hoort lijken erg op wat er in Nederland gemonkeld wordt over het onvermogen al dat mooie onderzoek naar de markt te brengen. Er gebeurt heus wel wat en ik zal nog eens terug moeten om die parels er uit te vissen.
En o ja, Berlijn is Berlijn niet meer. Ik ben er een paar keer geweest voor de muur viel. In mijn herinnering was Berlijn een mooie, groene stad. Nu de Duitse hoofdstad zo langzamerhand weer de bouwputfase is ontgroeid, worden de contouren van een nieuwe stad zichtbaar. En die vallen niet mee. Erger nog, Berlijn is verpest met een hoop architectonische aartslelijkheid. Het lijkt wel of de Duitsers ook het bouwen zijn verleerd. Afijn, ik moet nog eens teruggaan om dat allemaal wat beter te bekijken


het Kremlin Rusland herbezocht

Eind september 2003 heb ik gedurende een week met een aantal buitenlandse wetenschapsjournalisten in en nabij Moskou enkele wetenschappelijke instituten bezocht. Een nieuwe kultuurschok was mijn deel (nadat ik die vijftien jaar eerder ook al had gehad). Ik weet niet of het een verbetering is. Moskou is tegenwoordig vergeven van de auto's, die een gemiddelde snelheid van zo'n tien tot vijftien kilometer per uur halen. Er wordt als een waanzinnige gebouwd (vaak hoog en protserig). Anders dan 'bij ons' zijn de onderzoekers in Moskou (e.o.) vaak oude mannen met een oudijzerwinkel. De meesten zijn weggelopen de laatste tien jaar: naar lonender bezigheden of naar het veel beter betalende buitenland.
Moskou bleek veel interessanter en meer 'behept' met stedenschoon dan ik in het oude, grauwe Moskou van 1988 heb kunnen ontwaren. Rusland dreigt 'gewoon' te worden, ware het niet dat Moskou toch nog steeds de hoofdstad van Rusland is. En Rusland is Rusland (al pretendeer ik geenszins na twee bezoeken aan dat land een Ruslandkundige te zijn; verre van dat). Waar ter wereld wordt $ 650 miljoen aan de herbouw van een kathedraal besteed (opgehaald onder de arme luiden van de orthodoxe kerk) terwijl er voor wetenschap jaarlijks maar zo'n $ 1,3 miljard beschikbaar is? En waar leidt een psycholoog de rondleiding door een opleidingscentrum voor kosmonauten? In Rusland, dus. Met een pilotenopleiding, dat wel.
(Van dit bezoek is een bespiegeling in het maartnummer van Natuurwetenschap & Techniek verschenen)