Kankermedicijn stimuleert zenuwgroei ruggenmerg

epothilon, kankermedicijnBeschadigde zenuwen in het ruggenmerg herstellen zich niet.  Door kankermedicijnen taxol en nu epothilon te gebruiken bij ratten is er hoop ontstaan dat dat kan veranderen.

Beschadigingen aan zenuwbanen in het ruggenmerg zijn onherstelbaar. Al vele jaren proberen onderzoekers manieren te bedenken om die ‘wetmatigheid’ te doorbreken, maar tot nu toe zonder al te veel succes. In 2011 werd een proef gedaan met ratten, waarbij het ruggenmerg was beschadigd. Die kregen een geringe hoeveelheid paclitaxel in het beschadigde lichaamsdeel gespoten. Als taxol is dat middel in gebruik ter bestrijding van van borst- en eierstokkanker. Na de behandeling konden de mishandelde ratten hun poten duidelijk beter bewegen, zo constateerden de onderzoekers destijds.
In het huidige, Duits/Amerikaanse, onderzoek is epothilon gebruikt, een in de VS toegelaten kankermedicijn. Het lijkt op taxol (paclitaxel), maar heeft het voordeel boven dat middel: het kan de bloed/hersenbarrière passeren en hoeft dus niet direct in het ruggenmerg te worden ingebracht. Dat laatste brengt het risico van een ontsteking met zich mee bij patiënten waarvan het afweersysteem toch al verzwakt is. Met epothilon bleken de zenuwbanen in het ruggenmerg weer aan te groeien.
Dat beschadigde zenuwbanen niet herstellen heeft te maken met het ontstaan van littekenweefsel, waardoor zich op de plaats van de beschadiging groeiremmende stoffen ophopen. Daarbij komt dat het celskelet beschadigd raakt. De kankermedicijnen zouden de littekenvorming verminderen. Tegelijkertijd bevordert het de opbouw van het celskelet in de gewonde cellen en daarmee de groei van de zenuwbanen. Ook bij dit kankermiddel gingen de beschadigde ratten er op vooruit.
Het is nog te vroeg om hoera te roepen. In november vorig jaar probeerden onderzoekers van de universiteit van Ohio de paclitaxil-studie te reproduceren. Dat lukte maar deels. De littekenvorming verminderde, maar een groei van de zenuwcellen zat er niet in. Dat betekende dat de proefratten niet beter konden lopen. Volgens een overzichtsartikel blijken experimentele therapieën met beschadigd ruggenmerg vaak niet te reproduceren. Dat komt, onder meer, doordat die experimenten ingewikkeld en dus foutgevoelig  zijn, stelt onderzoeker Frank Bradke van de universiteit van Bonn. De gedeeltelijke bevestiging van de taxol-studie zou aangeven dat de onderzoekers op de goede weg zijn. In een vervolgonderzoek willen ze bekijken of epothilon ook werkt bij grotere beschadigingen van het ruggenmerg (bij ratten). Voordat de behandeling op mensen wordt losgelaten, zijn we nog wel een aantal jaren verder, schat ik.

Bron: der Spiegel

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.