
De ALICE-detector van de grote hadronversneller (afb: CERN)
Alchemisten droomden ervan om lood (o.i.d.) om te toveren in goud, maar daartoe is de (primitieve) scheikunde die zij gebruikten volstrekt ontoereikend. Nu hebben onderzoekers met behulp van de grote hadronversneller (LHC) lood in een pietsie goud omgezet, maar dat verdween ook weer snel en viel verder uiteen in andere elementen. Die omzetting kostte wel een paar lieve duiten.
Er is natuurlijk helemaal niks mysterieus aan het omzetten van lood (met 82 protonen in de kern) in goud (79 protonen). Je hoeft er maar drie protonen voor uit de loodkernen te schieten en dat deden de CERN-onderzoekers. Dat deden ze met ionen die bijna de snelheid van het licht hadden.
De meeste ionen misten hun doel (de loodatoomkernen), maar de onderzoekers slaagden er toch in om 86 miljard goudkernen te vormen, rekenden ze uit (is 29 biljoenste (=0,000000000029) van 1 gram). De snelle goudkernen (ze kregen nogal een opdoffer) waren behoorlijk instabiel en vielen na pakweg eenduizendste seconde weer uit elkaar in kleinere brokstukken. Dus echt ideaal om goud te maken uit lood is de methode niet.
Bron: Nature