Populatie Afrikaanse olifant gaat sterk achteruit

Olifantenonderzoeker Peter Wrege van de Cornell-universiteit

Olifantenonderzoeker Peter Wrege van de Cornell-universiteit

Het gaat slecht met de Afrikaanse savanneolifant. Aan het begin van de 20ste eeuw zouden er nog 20 miljoen zijn geweest. De groep Olifanten zonder Grenzen telde er nu nog maar 352 271, eenderde minder dan in 2007. De Afrikaanse bosolifant vergaat nog veel slechter. Daarvan zijn er nog maar zo’n 100 000 waarvan er jaarlijks 10 tot 18% worden gedood. Veel van die drastische achteruitgang is te wijten aan stropers, die louter doden voor het ivoor. Volgens  de natuurbeschermingsorganisatie Wildlife Conservation Society zal het een eeuw duren voor de soort de stroperijen te boven kan komen.

Afrika telt nog twee soorten olifanten: de bosolifant, die alleen voorkomt in de Centraal-Afrikaanse regenwouden en de grotere en bekendere savanneolifant, die in Zuid- en West-Afrika leeft. Beide soorten zien hun populaties al jaren drastisch slinken. Een probleem dat dezer dagen weer hoog op de agenda staat, nu er in september een grote VN-top over dit onderwerp in Johannesburg op de agenda staat.
In de aanloop naar die top werden vandaag twee studies gepubliceerd die de aandacht vestigen op de dramatische cijfers. Olifanten zonder Grenzen richtte zich in een groot project op de telling van de savanneolifant. De organisatie telde de voorbije twee jaar alle savanneolifanten in Afrika vanuit de lucht. Slechts drie landen zijn niet in de studie opgenomen. Namibië weigerde mee te werken en het onderzoek in Zuid-Soedan en de Centraal-Afrikaanse Republiek werd uitgesteld omwille van de oorlogen die er woedden.

Volgens de onderzoekers telde Afrika vóór de Europese kolonisatie mogelijk wel 20 miljoen savanneolifanten. Tegen 1979 bleven er volgens schattingen nog 1,3 miljoen van over. De nieuwe studie wijst uit dat de zaken er nu nog veel slechter voor staan. Het nu getelde aantal is 30% minder dan in 2007.
Op sommige locaties zijn de cijfers bijzonder verontrustend. In het Selous-wildreservaat in Tanzania en het Niasa-reservaat in Mozambique zijn de kolonies met meer dan 75 procent ingestort. In het Babile-reservaat in Ethiopië telde het team nog slechts één kudde van 36 olifanten. Als er niets verandert, zal de olifantenpopulatie volgens de onderzoekers in negen jaar halveren tot 175.000.

Bosolifant

Voor de zeldzamere bosolifant is er nog slechter nieuws. Volgens de in New York gevestigde Wildlife Conservation Society viel de populatie tussen 2002 en 2013 met 65 procent terug tot ongeveer 100 000. “Intussen ligt het aantal nog veel lager”, zegt Peter Wrege van Cornell-universiteit, een van de auteurs van de studie. “Het zou best kunnen dat er vandaag nog maar 70.000 bosolifanten zijn.”
Het gaat om de eerste analyse van de soort, die in een afgelegen, beboste omgevingen vertoeft en daardoor bijzonder moeilijk op te sporen is. De dichte bossen konden duidelijk de stropers niet weren. De boosdoener is nog steeds de gigantische vraag naar ivoor in China en andere snel groeiende Aziatische markten.
Een groot probleem bij de bosolifant is dat die zich maar moeizaam voortplant. Vrouwtjes bevallen pas voor het eerst op hun 23ste, zo’n tien jaar later dan de savanneolifant.Terwijl de savanneolifant om de 3 à 4 jaar het leven schenkt aan een olifantenkalf, doet de bosolifant dat slechts om de 5 à 6 jaar. Om die reden ondervindt de bosolifant meer dan andere soorten de zware gevolgen van stroperij. De onderzoekers schatten dat jaarlijks 10 tot 18 procent van de populatie gedood wordt, en door hun trage voortplanting kunnen de olifanten zich nog amper in stand houden.

Bron: De Morgen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.