Kinderen zijn geen ’taalsponzen’

Kind met zijn juf

Geen ’taalsponzen’…

In discussies over twee- of meertaligheid wordt vaak beweerd dat je kinderen maar het beste zo vroeg mogelijk twee of meer talen kunt, omdat ze dat op jonge leeftijd makkelijker zouden doen dan later in hun leven. Jonge kinderen zijn echter niet de ’taalsponzen’ waar ze voor worden versleten, zo leert Amerikaans onderzoek. Kinderen die in twee talen worden opgevoed doen daar langer over dan als bij een taal omdat ze, simpelweg, meer moeten leren, concluderen de onderzoekers.

Vaak gaat het om kinderen van emigranten, die thuis de moedertaal horen en veel spreken en daarbuiten de voertaal van het land waar ze terecht komen. Die kinderen krijgen, in het algemeen, minder ‘invoer’ in elk van de aan te leren talen dan kinderen die in een eentalige omgeving worden grootgebracht.
Psychologe Erika Hoff van de Atlantische universiteit in Florida en haar medeonderzoekers bekeken studies die waren gedaan naar kinderen die van hun geboorte af werden blootgesteld aan twee talen. Daaruit zou de al eerder genoemde conclusie naar voren zijn gekomen: de snelheid waarmee zo’n kind een taal oppakt wordt beïnvloed door de ’taalinvoer’. Die conclusie haalt het heersende idee in wetenschappelijke kringen onderuit dat kinderen een soort taalsponzen’ zijn, die talen snel opnemen zo lang ze maar vroegtijdig met die talen worden geconfronteerd. “Het is ook niet zo dat we dan mensen krijgen die in twee talen eentalig zijn. Het tweetalige kind, net als de tweetalige volwassene, zal vaardigheden in die talen ontwikkelen die het nodig heeft of die de omgeving van dat kind vraagt.”

Kwaliteit ‘invoer’

Natuurlijk is de kwaliteit van het gebodene in een taal, de ‘invoer’, van belang, benadrukken de onderzoekers. Hoff raadt de ouders aan de taal te gebruiken waarin ze zich het prettigst voelen. Ze moeten niet gedwongen worden om de taal van het gastland, in dit onderzoek Engels, te spreken, als hun eigen spreekvaardigheid in die taal ondermaats is. “Om tweetalige ontwikkeling volledig te ondersteunen is het ’t best dat kinderen de taal horen van taalvaardige sprekers.”

Kinderen, zo blijkt verder uit het onderzoek, moeten de taal ook spreken als ze die willen/moeten leren. In een tweetalige omgeving kan het kind de taal kiezen en als de ene taal meer prestige heeft dan de ander zullen ze die nemen. Tweetalige ontwikkeling in zowel de eigen als de taal van het gastland heeft er baat bij als die moedertaal op waarde wordt geschat door de maatschappij en de kinderen de gelegenheid krijgen beide te gebruiken, stellen de onderzoekers.

Frans

Eerder onderzoek naar tweetaligheid in Canada (Frans/Engels) toont aan dat die ontwikkeling daar succesvoller is dan in de VS (Engels/Spaans). Dat heeft waarschijnlijk te maken met de hogere status van Frans (een officiële taal in Canada) en met de grotere mogelijkheid voor kinderen om te worden geconfronteerd met een grotere taalvaardigheid in beide talen dan in de de Spaanstalige immigranten in de VS.

“Kinderen van immigranten moeten extra hun best doen om op school te kunnen slagen en ze moeten voldoende onderlegd zijn in hun moedertaal om te kunnen praten met hun ouders en grootouders”, zegt Hoff. “Tweetaligheid is voor kinderen een pré om allerlei redenen. Kinderen die twee talen horen kunnen tweetalig worden, al is dat geen uitgemaakte zaak.” Ze stelt dat ook weer uit deze (meta)studie blijkt dat taalverwerving, of die nu een- of meertalig is, staat of valt met de kwaliteit van het taalaanbod en met de mogelijkheid die taal ook daadwerkelijk te spreken.

Bron: EurekAlert

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.