Monoklonale antilichamen, een nieuw wapen tegen malaria

Antilichamen

Basisstructuur van antilichamen. N is het amino-uiteinde en C is het koolstofuiteinde van de keten. Rood zijn de disulfidebruggen (afb: Wiki Commons)

Antilichamen blijken in een ‘levensechte’ klinische proef een adequaat middel te zijn tegen malaria. Nadat de aanpak eerst was uitgeprobeerd op negen vrijwilligers in de VS blijkt die nu ook in een veel grotere proef (330 proefpersonen) in Afrika (Mali) te zijn bevestigd. Een enkele dosis blijkt voldoende om iemand tot zes maanden tegen malaria te beschermen. Er zijn echter nog wel wat vragen onbeantwoord.
Monoklonale antilichamen zijn duur en lastig toe te dienen (ze kunnen niet zo maar worden ingespoten). Dus lijken ze als adequaat middel tegen malaria nauwelijks interessant. In dit onderzoek zouden die problemen enigszins verholpen te zijn. Het zou voor het eerst zijn dat er monokonale stoffen zijn gebruikt tegen malaria.
Malaria is een groot en nog steeds niet opgelost gezondheidsprobleem. In 2020 zouden 240 miljoen mensen de ziekte hebben opgelopen en stierven er ruim 600 000 mensen aan die ziekte, 12% meer dan in 2020. Vooral kleine kinderen zij vaak het slachtoffer.
Er waren/zijn medicijnen voor malaria, maar steeds meer malariaparasieten zijn daar resistent voor geworden. De malariamug die de parasiet via haar prikken verspreidt blijkt ook steeds vaker ongevoelig voor bestrijdingsmiddelen. Vandaar dat nu gegokt wordt op geavanceerdere methodes als gendruk om dat probleem op te lossen. Een vaccin dat ontwikkeld is door onderzoekers van de universiteit van Oxford lijkt een blijvende bescherming te bieden.

“Dit helpt ons meer kinderlevens en zwangere vrouwen in Afrikaanse landen het leven te redden”, zegt epidemioloog Kassoum Kayentao, die de resultaten presenteerde op een bijeenkomst van de Amerikaanse vereniging van tropische ziekten in Seattle en hoofdauteur van het artikel in NEJM.

Malariaexperts vragen zich af in hoeverre de antilichamen ook mensen helpt die al besmet zijn met de parasiet. De onderzoekers hebben alleen gekeken naar mate van besmetting en niet naar de, wat heet, klinische malaria. Helpt het tegen het ontwikkelen van de ziekte?, is de vraag dan. Daarnaast zijn er ook vragen over de toediening (infuus) en of de prijs acceptabel voor de doelgroep is.

Nieuwe proeven

Er is in Mali al weer een nieuw onderzoek gestart waarbij injecties in onderhuids weefsel (subcutaan) worden gebruikt als toediening. Proefpersonen zijn kinderen van zes tot tien jaar. Daarbij worden niet alleen besmettingen geregistreerd, maar ook ziekteverschijnselen gemeten. Medeonderzoeker Robert Seder denkt dat het vooral op praktische zaken als de toediening aankomt. Hij hoopt ook dat de prijs zal zakken naar een voor ontwikkelingslanden aanvaardbaar niveau. Hij zou al bezig zijn met een volgende kandidaat die nog krachtiger zou zijn. Voorlopig zal deze ontwikkeling nog niet de laatste zijn in de bestrijding van malaria.

Bron: Science

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.