
Beta-amyloïdeplaques (rood) en de microgliacellen (lichtblauw en paars) (afb: Jason Drees/univ. van Arizona)
Nieuw onderzoek onder aanvoering van Bruce Yankner van de Harvarduniversiteit doet vermoeden dat beta-amyloïdeplaques, kenmerkend voor de ziekte van Alzheimer, zich binden aan lithium
, waardoor de hoeveelheid lithium in de hersenen afneemt en cognitieve achteruitgang wordt bevorderd. Bij muisjes met Alzheimerachtige symptomen leek toediening van lithium hun toestand te verbeteren. Is dit een echte uitweg of weer de zoveelste losse flodder als het om Alzheimer gaat, waar nog steeds geen effectief medicijn tegen bestaat?
Lithium wordt in zeer lage concentraties aangetroffen in gesteenten en zeewater en komt het menselijk lichaam binnen via voedsel zoals granen, kool en tomaten, of via drinkwater dat van nature door lithiumrijke gesteenten stroomt. Om nog onbekende redenen lijkt lithium de stemming te stabiliseren en de verbinding lithiumcarbonaat wordt al tientallen jaren gebruikt voor de behandeling van een manie bij een bipolaire stoornis.
Sommige eerdere studies hadden al gesuggereerd dat het metaal mogelijk ook neuroprotectieve effecten heeft, maar hard bewijs was er niet. Kleine klinische studies bij patiënten met dementie hebben gemengde resultaten opgeleverd.
Neurowetenschapper Yankner wilde testen of veranderingen in de lithiumconcentratie in de hersenen de cognitieve functies zouden kunnen beïnvloeden. Toen hij en zijn de niveaus van verschillende metalen in het postmortale hersenweefsel van honderden ouderen analyseerden, bleek lithium het enige metaal te zijn dat minder geconcentreerd was in de hersenen van zowel mensen met Alzheimer als mensen met milde cognitieve stoornissen, die aan de ziekte vooraf kunnen gaan, vergeleken met gezonde controles. Wel werd bij die twee groepen met cognitieve stoornissen lithiumconcentraties gemeten in de kleverige plaques van beta-amyloïdeophopingen, ondanks het algehele lithiumtekort in de hersenen.
Yankner en collega’s veronderstellen dat in de menselijke hersenen allerlei metalen zoals lithium, ijzer en koper voorkomen in een zorgvuldig gekalibreerd ecosysteem en dat de plaques dat evenwicht verstoren door lithium af te vangen. Dat, denken ze, kan bijdragen aan symptomen zoals geheugenverlies.
Lithiumorotaat
Dat zette hen aan op zoek te gaan naar een vorm van lithium die de natuurlijke lithiumspiegels in de hersenen zou kunnen verhogen zonder zich te binden aan amyloïdeplaques. Bij volwassen muisjes met een vorm van Alzheimer voorkwam het toevoegen van een lage dosis van lithiumorotaat (een derivaat van orootzuur) aan hun drinkwater gedurende hun hele leven de ontwikkeling van plaques, evenals van de ophoping van tau-knopen, een ander kenmerk van Alzheimer.
Lithiumtoediening herstelde het geheugenverlies bij de oudere muisjes zonder nadelige gevolgen voor nieren en schildklier (bijwerking van lithiumgebruik bij bipolaire stoornissen). Lithiumarm dieet voor muisjes met Alzheimer gaf een sterkere achteruitgang van hun verstandelijke vermogen te zien en meer plaquevorming in vergelijking met een controlegroep met een normaal dieet.
Onderzoekers waarschuwen dat patiënten niet meteen moeten gaan experimenteren met lithiumorotaat. Om te kijken of het experiment ook echt werkt en veilig is, zullen er eerst nog de nodige tests moeten worden doorlopen.
Bron: Science