Computer verslaat 2 artsen bij diagnose hersenkanker

Diagnostiseren van hersenkanker

Op mri-opnames is er weinig verschil te zien tussen stralingsschade (boven) en een tumor. De computerbeoordeling (rechts) geeft een duidelijk verschil in samanstelling aan (afb: Pallavi Tiwara)

Een nieuw aan de Case Western Reserve-universiteit in Cleveland (VS) ontwikkeld computerprogramma scoorde twee keer beter dan neuroradiologen van vlees en bloed bij het diagnostiseren van hersenkanker op basis van mri-beelden. Het ging daarbij vooral om het onderscheid tussen celsterfte tengevolge van bestraling en het opnieuw opkomen van woekercellen.

“Een belangrijk punt bij de beoordeling van de behandeling van hersentumoren is onderscheid te maken tussen de gevolgen van de bestraling en het terugkomen van kanker”, zegt onderzoekster Pallavi Tiwari. “Op een mri-opname lijken die op elkaar.” Doel van het onderzoek was om te beoordelen of een computerprogramma behulpzaam zou kunnen zijn bij de diagnose van hersenkanker, zodat er niet onnodig hoeft te worden gehandeld.

Om het programma te ontwikkelen gebruikten de onderzoekers zelflerende algoritmes en beeldanalysetechnieken om dat onderscheid te kunnen maken. Daarbij gebruikten ze mri-opnames van 43 patiënten van het eigen academische ziekenhuis. “Wat de algoritmes zien en de radiologen niet zijn de subtiele verschillen in kwantitatieve metingen van de tumorheterogeniteit en de opbouw op de mri-opname. Die is hoger bij een teruggekeerde tumor”, zegt Tiwari.
Terwijl de menselijke beoordelaars de intensiteit van de beeldpunten als gids kiezen, kijkt de computer vooral naar de randen ervan. “Als de randen dezelfde richting op wijzen, dan is de opbouw bewaard”, zegt medeonderzoeker Anant Madabhushi. “Als ze een verschillende kant op wijzen dan is de structuur verstoord en zijn de entropie, de wanorde, en heterogeniteit groter.”

Twee artsen

In de vergelijking bekeken twee artsen en het programma mri-opnames van 15 patiënten van een ziekenhuis in Texas. Een neuroradioloog diagnostiseerde zeven patiënten juist en de andere acht. Het programma had het in twaalf van de vijftien gevallen juist (en nog steeds drie niet). De onderzoekers verwachten niet dat het programma zelfstandig zal diagnostiseren, maar als ondersteuning zal fungeren. Ze willen nu een grotere groep patiënten en mri-opnames gaan bekijken uit meer verschillende instellingen.

Bron: Science Daily

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.