“Sterbladen verliezen terrein in de wetenschap”

Wetenschappelijke niet-sterren-tijdschriftenWetenschap is een vreemd bedrijf. Een groot deel van de wetenschap wordt gefinancierd met gemeenschapsgeld, maar de resultaten van dat onderzoek verschijnen in dure tijdschriften en op het web zijn die artikelen alleen maar tegen betaling (soms tientallen dollars per artikel) te lezen. Een rare constructie voor een tak van het menselijke bedrijf dat het moet hebben van onderlinge uitwisseling. Het schijnt dat slechts 1% van de wetenschappers verantwoordelijk is voor de meest geciteerde artikelen, maar die verschijnen ook nog eens in een handjevol sterbladen als Science en Nature. Het lijkt er op dat dat beeld aan het schuiven is. Volgens het onontkomelijke Google, die via Google Scholar ook een duit in het zakje doet, komen veelgeciteerde artikelen steeds vaker voor in minder prestigieuze wetenschappelijke tijdschriften.
Jaarlijks worden er zo’n miljoen wetenschappelijke artikelen gepubliceerd en dat aantal groeit fors. Daar is geen bijhouden meer aan. Tot in de jaren ’90 was het bijna allemaal nog papier. Gelukkig is daar de digitalisering gekomen, dus kunnen we de computer laten zoeken. Ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van Google Scholar besloot Google eens te gaan uitvissen of er in de afgelopen twintig jaar wat veranderd is in het publiceergedrag van wetenschappers. ” Een ploeg onder aanvoering van Anurag Acharya, mede-oprichter van Google Scholar, ging eens grasduinen in de, naar schatting, 160 miljoen verzamelde documenten. Dan gaan het niet alleen om tijdschriftartikelen, maar ook om proefschriften, boeken, patenten en congresbijdragen. Al dat materiaal wordt automatisch bij elkaar gescharreld. Dus daar kan mee gesjoemeld worden, ontdekten wetenschappers, maar van grootschalig misbruik zou geen sprake zijn.
Acharya c.s. onderzochten tijdschriften en artikelen op de 261 deelgebieden die Google Scholar onderscheidt, onderdeel van negen vakgebieden. Vervolgens maakten ze een rangorde aan de hand van de citatiefrequentie. De top-10 was de elite (de sterren), de rest non-elite (niet-sterren).
Ook nu komen Nature en Science bovendrijven, maar lager geklasseerde tijdschriften doen het steeds beter, melden de Google-onderzoekers. In 1995 verwees 27% van de citaties naar de niet-sterren. In 2013 was dat gegroeid tot 47%. Die niet-sterren publiceerden ook een groeiend aantal hoogst geciteerde artikelen op elk terrein: van 14% naar 24%.

De grootste ‘doorbraak’ viel te noteren op de vakgebieden van natuurkunde en wiskunde. Op dat vakgebied kwamen in 2013 van de 1000 meest geciteerde artikelen er 289 uit niet-sterren (+ 204% tov 1995). Bij informatica waren dat er zelfs 345 (+72% tov 1995). De top voor wat betreft de vakgebieden wordt uitgemaakt door sociale wetenschappen (349, +18%) en humanoria, literatuur en kunst (414, +6%). Bij geneeskunde is het aandeel van de niet-sterren in de meeste geciteerde 1000 artikelen  laag maar sterk stijgend: 192 (+98%). Onder aan de rij bungelen de niet-sterren bij techniek (174, +63%) en scheikunde & materialen (108, +80%). Alle negen vakgebieden (ik mis hierboven nog bedrijfskunde & economie en bio- & aardwetenschappen) zaten in de plus met 6% als laagste groei.

De uitkomst komt aardig overeen met die van een eerder dit jaar gepubliceerd onderzoek, dat zich baseerde op Web of Science. Google Scholar is echter veel uitgebreider. De Israëlische Hadas Shema van  de Bar-Ilan-universiteit, een deskundige in het tijdschrifthoppen, is het wel eens met de conclusie, maar die zou ook met andere oorzaken te maken kunnen hebben dan de ‘gelijkschakeling’ van de wetenschap. “De stijging van wis- en natuurkunde zou wel eens te maken kunnen hebben met het opzetten van ArchXiv in 1991. De gewoonte om een vrij toegankelijke uitgave te plaatsen op ArchXiv alvorens die in een tijdschrift te publiceren, heeft dat laatste meer tot een ‘formaliteit’ gemaakt.” Ook hebben het opkomen van de open tijdschriften vast iets te maken met de ‘gelijkschakeling’ van de sterren en de niet-sterren. In het onderzoek werd er ook geen onderscheid gemaakt tussen de diverse documenten, stelt ze. Ik zou er aan toe willen voegen dat het aantal wetenschappers in die 20 jaar hoogstwaarschijnlijk ook is toegenomen en die moeten ook ergens hun verhaal kwijt en in ieder geval het aantal artikelen. De laatste decennia verdubbelt het aantal wetenschappelijke artikelen elke tien jaar.

Bron: Science

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.