
Kraai met peuk bij een proef in Amsterdam (?)
Wat is bewustzijn en hoe ‘materialiseert’ dat zich? Ga er maar aan staan. Bewustzijn zou in fasen zijn ontwikkeld, beginnend met basale overle-vingsreacties zoals pijn en alarm overlopend naar gerichte bewust-wording en zelf-reflectie. Deze lagen helpen organismen gevaar te vermijden, te leren van de omgeving en sociaal te coördineren. Verrassend genoeg vertonen vogels veel van dezelfde eigenschappen, van subjectieve waarneming tot basaal zelfbewustzijn. Dit suggereert dat bewustzijn veel ouder en wijdverspreider is dan voorheen werd gedacht, stelt het persbericht.
Ons dagelijks leven wordt gevormd door bewuste ervaringen. Soms zijn deze ervaringen aangenaam, soms pijnlijk. Dat roept een fundamentele vraag op: waarom hebben levende wezens een vorm van waarneming ontwikkeld die plezier, pijn en zelfs intens lijden mogelijk maakt?
Albert Newen van de Ruhruniversiteit in Bochum (D) en Carlos Montemayor van de universiteit van Californië in San Francisco beschrijven bewustzijn als bestaande uit drie verschillende vormen, elk met een eigen functie:
1. basale opwinding,
2. algemene alertheid en
3. een reflexief (zelf)bewustzijn.
Volgens Newen was basale opwinding de eerste die zich in de evolutionaire geschiedenis ontwikkelde. “Evolutionair gezien ontwikkelde basale opwinding zich als eerste, met als basisfunctie het lichaam in een staat van alarm te brengen in levensbedreigende situaties, zodat het organisme in leven kan blijven”, legt hij uit. Pijn speelt hierin een cruciale rol. “Pijn is een uiterst efficiënt middel om schade aan het lichaam waar te nemen en de bijbehorende bedreiging voor het voortbestaan aan te geven. Dit leidt vaak tot een overlevingsreactie, zoals vluchten of verstijven.”
Een latere evolutionaire ontwikkeling is algemene alertheid. Deze vorm van bewustzijn stelt een individu in staat zich te concentreren op één belangrijk signaal en andere signalen te filteren. Als iemand bijvoorbeeld tegen je praat en je plotseling rook ziet, verschuift je aandacht onmiddellijk naar de rook terwijl je de bron ervan zoekt. “Dit maakt het mogelijk om nieuwe verbanden te ontdekken”, zegt Montemayor “In de eerste plaats het eenvoudige, causale verband dat rook van vuur komt en aangeeft waar een vuur zich bevindt. Gerichte alertheid stelt ons echter ook in staat complexe, wetenschappelijke verbanden te achterhalen.”
Mensen en sommige andere dieren gaan een stap verder door reflexief (zelf)bewustzijn te ontwikkelen. In de geavanceerdere vorm stelt dit vermogen individuen in staat om over zichzelf na te denken, het verleden te herinneren en de toekomst te voorspellen. Het maakt het ook mogelijk om een mentaal beeld van zichzelf te vormen en dat beeld te gebruiken om beslissingen en plannen te sturen.
Newen: “Reflexief bewustzijn, in zijn eenvoudigste vormen, ontwikkelde zich parallel aan de twee basisvormen van bewustzijn. In dergelijke gevallen richt de bewuste ervaring zich niet op het waarnemen van de omgeving, maar eerder op de bewuste registratie van aspecten van zichzelf.” Deze aspecten omvatten lichamelijke toestanden, waarnemingen, gewaarwordingen, gedachten en handelingen.
Een eenvoudig voorbeeld van reflexief bewustzijn is jezelf herkennen in een spiegel. Menselijke kinderen ontwikkelen dit vermogen meestal rond de leeftijd van 18 maanden. Het is ook waargenomen bij bepaalde dieren, zoals chimpansees, dolfijnen en eksters. In de kern ondersteunt reflexieve bewuste ervaring sociale integratie en coördinatie met anderen, waardoor individuen binnen groepen kunnen functioneren.
Vogels
Onderzoek van Gianmarco Maldarelli en Onur Güntürkün van de universiteit van Bochum suggereert dat vogels mogelijk ook basale vormen van bewuste waarneming bezitten. Hun werk belicht drie belangrijke gebieden waarop vogels sterke overeenkomsten vertonen met zoogdieren: sensorisch bewustzijn, onderliggende hersenstructuren en vormen van zelfbewustzijn.
Studies naar zintuiglijk bewustzijn tonen aan dat vogels meer doen dan automatisch reageren op prikkels. Ze lijken subjectieve ervaringen te hebben. Wanneer duiven visueel ambigue beelden te zien krijgen, wisselen ze af tussen verschillende interpretaties, net zoals mensen dat doen.
Onderzoek naar kraaien levert verder bewijs. Bepaalde zenuwsignalen in hun hersenen weerspiegelen wat het dier waarneemt, in plaats van de fysieke prikkel zelf. Wanneer een kraai een prikkel soms bewust detecteert en soms niet, reageren specifieke zenuwcellen in overeenstemming met die interne ervaring.
Vogelhersenen bevatten ook structuren die bewuste verwerking ondersteunen, hoewel hun anatomie verschilt van die van zoogdieren. Güntürkün : “Het vogelequivalent van de prefrontale cortex, de NCL, is sterk verbonden en stelt de hersenen in staat informatie te integreren en flexibel te verwerken. Het connectoom van de vogelvoorhersenen, het systeem dat de volledige informatiestroom tussen de hersengebieden weergeeft, vertoont veel overeenkomsten met dat van zoogdieren. Vogels voldoen dus aan veel criteria van gevestigde theorieën over bewustzijn, zoals de theorie van de globale neuronale werkruimte.”
Zelfperceptie
Recente experimenten wijzen erop dat vogels mogelijk ook vormen van zelfperceptie vertonen. Hoewel sommige kraaiachtigen de klassieke spiegeltest doorstaan, gebruiken andere studies alternatieve benaderingen die het natuurlijke gedrag van vogels beter weerspiegelen.
Deze experimenten onthullen aanvullende vormen van zelfbewustzijn bij verschillende soorten. Güntürkün: “Experimenten tonen aan dat duiven en kippen onderscheid maken tussen hun spiegelbeeld en een echt soortgenoot en hierop reageren afhankelijk van de context. Dit is een teken van situationeel, basaal zelfbewustzijn.”
Al met al suggereren deze bevindingen dat bewustzijn niet recent of exclusief bij mensen is ontstaan. Het lijkt eerder een oud en wijdverspreid kenmerk van de evolutie te zijn. Vogels tonen aan dat bewuste verwerking kan plaatsvinden zonder een hersenschors en dat zeer verschillende hersenstructuren tot vergelijkbare functionele resultaten kunnen leiden.
Bron: Science Daily