
De dodo, de mammoet en de stellerzeekoe (geraamte op plaatje) zijn alle aan hun eind gekomen door toedoen van de mens (afb: WikiMedia Commons)
Mensen veroorzaken uitstervingen op een schaal die sinds het uitsterven van de dinosauriërs, zo’n 66 miljoen jaar geleden, niet meer is voorgekomen, stellen onderzoekers van, onder meer, de universiteit van York. Ze vergeleken de ontwikkelingen in de huidige tijd tot zo’n 100 000 jaar geleden met wat bewaard is gebleven in het fossielenbestand. Ze willen nog niet van massauitsterving spreken, maar stellen dat als het verdwijnen van soorten in het huidige tempo doorgaat die drempel snel zal worden gepasseerd.
“Het tempo van de veranderingen die we vandaag zien, is anders dan alles wat we de afgelopen 66 miljoen jaar hebben meegemaakt, maar cruciaal is dat het nog niet te laat is”, zegt Jack Hatfield van het Leverhulmecentrum voor antropocene biodiversiteit van de universiteit van York (VK). “Het is een complex, genuanceerd verhaal, maar de boodschap is duidelijk: onze soort is een bepalende factor geworden in de geschiedenis van de aarde en we hebben nog steeds de macht om te bepalen hoe dat verhaal afloopt.”
De onderzoekers volgden de menselijke invloed terug tot ongeveer 130 000 jaar geleden, inclusief het uitsterven van grote dieren zoals mammoeten en reuzengrondluiaards. Naarmate de mens zich over de wereld verspreidde, begonnen eilandsoorten te verdwijnen, gevolgd door recentere verliezen zoals de Tasmaanse tijger en de Stellerzeekoe. Dan hebben we het kennelijk alleen nog maar over de dierenwereld en niet over de plantenwereld, en de wereld van de micro-organismen en schimmels.
Door de huidige veranderingen te vergelijken met gebeurtenissen in het verleden, ontdekten de onderzoekers dat het uitsterven van de dinosauriërs in korte tijd leidde tot het verlies van een extreem groot deel van de soorten. De huidige gebeurtenis heeft geleid tot een aanzienlijk verlies aan soorten en voltrekt zich snel, maar is niet zo groot en snel als de asteroïde die de laatste massaextinctie naar nu wordt aangenomen veroorzaakte.
Qua biodiversiteitsverlies was een uitsterving in het Eoceen-Oligoceen (de grande coupure genoemd) van ongeveer 34 miljoen jaar geleden, waarvan aangenomen wordt dat die het gevolg was van wereldwijde afkoeling en de vorming van ijskappen bij de Noor- en Zuidpool, het best vergelijkbaar met de verliezen die we vandaag de dag zien, stellen de onderzoekers.
Toen ging een groot percentage zoogdiersoorten verloren op verschillende continenten. Deze episode lijkt zich echter langzamer te hebben voltrokken dan de veranderingen die zich vandaag de dag voltrekken. Aangenomen wordt dat de gebeurtenis van het Eoceen-Oligoceen zich heeft voltrokken over miljoenen jaren in plaats van de veel kortere 100 000 jaar waarin de Homo sapiens op aarde rondloopt.
Waarschuwing
De gebeurtenissen van het Eoceen-Oligoceen dateren van vóór de mens en dus is het belangrijkste verschil tussen 34 miljoen jaar geleden en nu de invloed die de mens op het milieu heeft gehad. Volgens onderzoekers is dit een duidelijke waarschuwing voor hoe belangrijk het is om de milieuschade zo snel mogelijk te verminderen.
Hatfield: “Hoewel de gebeurtenissen van het Eoceen-Oligoceen zich over een veel langere tijdsperiode uitstrekken, laten ze ons nog steeds de kracht zien van grote klimaatveranderingen om het leven op onze planeet te veranderen. Ons onderzoek benadrukt ook hoe moeilijk het is om heden en verleden met elkaar te vergelijken.”
“Er zijn hiaten in het fossielenbestand, onbekende soorten en uitstervingen die vandaag de dag onopgemerkt blijven, wat het beeld vertroebelt. Als we onze huidige kennis echter bundelen, wijzen de gegevens nog steeds op een snel veranderende wereld die bijna volledig door menselijke activiteit wordt gedreven. Het is nu aan ons om dit beeld te veranderen.”
Bron: phys.org