MIT zou met recordplasmadruk kernfusie fors vooruithelpen

Fusiereactor van MIT vestigt plasmadrukrecord

Dit zou de MIT-fusiereactor zijn die op de schroothoop gaat

Onderzoekers van het MIT in Cambridge (VS) zouden met hun Alcator C-Mod-reactor een recordplasmadruk hebben behaald van twee atmosfeer. Die technische stap zou de kernfusie als ‘onuitputtelijke en schone’ energiebron een stap dichter naar de praktijk hebben gebracht. Bij kernfusie speelt echter een constante een grote rol: de tijd die het duurt dat kernfusie in de praktijk zal worden benut is vijftig jaar.

De weg naar de praktijk voor kernfusie is moeizaam en lang. In Europa wordt met veel problemen voor miljarden (vijf plus) een proefreactor gebouwd (ITER). Nu meldt het MIT dat er in zijn kernfusiereactor een wereldrecord is gevestigd: de hoogste plasmadruk tot nu toe.
Kernfusie is de zon op aarde. Net als de zon haalt een fusiereactor zijn energie uit het samensmelten van atoomkernen. Daar zijn echter buitensporige hoge temperaturen voor nodig. Dat betekent ook dat je de fusiereactoren zo moet bouwen dat de apparatuur niet wordt ‘opgevreten’ door de waanzinnige omstandigheden.
Net als de ITER gebruiken ze bij MIT ook de tokamak-technologie om er voor te zorgen dat het immens hete plasma (geïoniseerd gas) netjes opgesloten blijft in de reactor.
De MIT-onderzxoekers hebben nu de plasmadruk op 2 atm weten te brengen, 16% meer dan het vorige record uit 2005. En dat voor maar liefst 2 s.
Kernfusie houdt zichzelf alleen in stand als er een bepaalde druk en temperatuur heerst in de reactor. Het record zou bewijzen dat het opsluiten van het hete plasma, we hebben het dan over miljoenen °C, in magneetvelden succesvol kan zijn. Er zijn overigens ook andere technieken om het plasma te temmen. De druk is nodig om er voor te zorgen dat de atoomkernen met elkaar botsen en samensmelten, hoe hoger de druk hoe meer atoomkernen per volume-eenheid. Die twee bar zou een technisch hoogstandje zijn.
Het droeve voor MIT is dat de Amerikaanse overheid de stekker er uit getrokken hebben, omdat die al zijn geld op de ITER heeft gezet.

Kapers

Er zijn echter meer kapers op de kust. Verschillende privéondernemingen hopen met een relatief kleine reactor kernfusie te kunnen bedrijven. Een daarvan is Tokamak Energy, een ‘product’ van het Britse kernfusielab. Dat bedrijf gebruikt supergeleiders om een magneetveld te krijgen om het plasma op te sluiten. Zo gebruiken ze bij MIT conventionele elektromagneten, die veel energie vergen.
David Kingham van Tokamak Energy zegt dat MIT heeft aangetoond dat kernenergie is te verwezenlijken in relatief kleine reactoren, die van MIT is maar een kubieke meter, maar er is met die reactor helemaal geen energie gegenereerd. Voorlopig vreet kernfusie nog aanzienlijk meer energie dat die oplevert. Kingham denkt in 2025 voor het eerst elektriciteit te kunnen produceren.
Een andere kaper op de kernfusiekust is Lockheed Martin. Dat bedrijf vertelde in 2014 met een jaar of tien een reactor te zullen bouwen met de afmeting van een vrachtwagen. Andere kapers zijn Tri Alpha Energy, dat werkt met deeltjesversnellertechnologie, General Fusion die gesmolten lood en lithium gebruikt om het plasma op te sluiten, Helion Energy, First Light Fusion en de universiteit van Washingtons Dynomak. In Duitsland hebben ze dan nog de gloednieuwe Wendelstein 7-X-reactor en dan zal ik er vast nog wel een stel vergeten. Alle lopen tegen dezelfde problemen op: hoe tem ik de zon en peur daar energie uit zonder dat ik een gigantische tijdbom in mijn achtertuin heb staan?

Bron: the Guardian

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.