Cholesterol schijnt afweerreactie te blokkeren

Cholesterol houdt T-cellen rustig

Cholesterolgeboden T-cellen (blauw) zorgen er voor dat niet te veel T-cellen spontaan in de actieve toestand geraken (rood) (afb: Albert-Ludwigsuniversiteit)

Cholesterol schijnt een stabilserende uitwerking te hebben op T-cellen, de ‘soldaten’ van ons afweersysteem, zo ontdekten onderzoekers van de Albert-Ludwigsuniversiteit in Freiburg (D). Tot nu toe werd gedacht dat de ziekteverwekkende stof (het antigeen) zich aan receptoren van de T-cellen moesten binden om de cellen te activeren. “Wij hebben laten zien dat de binding met het antigeen de T-cel activeert, maar dat dat spontaan gebeurt”, zegt onderzoeker Wolfgang Schamel.
T-cellen zijn witte bloedlichaampjes die specifiek zijn ‘opgeleid’ om een bepaald antigeen onschadelijk te maken. Ons afweersysteem wordt gaandeweg steeds speicifieker ingesteld op bedreigingen. De T-celreceptor zit aan de buitenkant van het celmembraan, herkent een specifieke antigeen en verbindt zich daarmee. Die receptor heeft twee standen: inactief en actief. In de actieve toestand zet de T-celreceptor een afweerreactie in gang en verdelgt de T-cel de indringer. Schamel c.s. ontdekten dat de T-cellen spontaan kunnen overschakelen van de inactieve in de actieve toestand, zonder dat daar een antigeen aan te pas komt.
Antigenen binden zich alleen aan actieve T-cellen, dat wil zeggen cellen met een actieve receptor. Als dat gebeurt stijgt het aantal actieve receptoren, zo meldt het persbericht, en wordt de T-cel actief. Een T-cel hoeft dus niet door een antigeen geactiveerd te worden.
Dat zou betekenen dat het afweersysteem op hol zou kunnen slaan, zonder dat er vreemde indringers in ons lijf zijn. Cholesterol voorkomt dat. Cholesterol bindt zich aan inactieve T-celreceptoren. Daardoor daalt het aantal T-cellen die spontaan in de alarmstand  kunnen schieten. Alleen een antigeen dat bindt aan een actieve T-celreceptor veroorzaakt dat andere receptoren in de actieve toestand worden gezet en de T-cel in actie komt.

Cholesterol bindt zich alleen aan inactieve T-celreceptoren. Schamel: “Wij zijn een van de eersten die hebben aangetoond dat er een wisselwerking is tussen een lipide (cholesterol; as) en een transmembraaneiwit (receptor; as).” De benodigde cholesterol produceert de cel zelf. Cholesterol uit voeding heeft (dus) geen invloed op de hoeveelheid van deze lipide in het celmembraan. Mij is niet duidelijk hoe een door cholesterol ‘gestabiliseerde’ cel weer overgaat in een cel met actieve T-celreceptoren (of misschien zeg ik nu heel iets geks). Als ik het plaatje goed interpreteer bestaat er een evenwicht tussen inactieve cholesterolgebonden T-cellen en T-cellen zonder cholesterol.

Bron: EurekAlert

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.