Denen schijnen een gelukkig volk te zijn. Bij verschillende onderzoeken naar levenskwaliteit scoren de Denen altijd hoog. Denemarken is natuurlijk een welvarend land, maar dat is nog geen verklaring van de hoge geluksscores van de Denen. Twee Britse onderzoekers denken nu dat die geluksbeleving van de Denen iets te maken zou kunnen hebben met hun genen. Vrolijke genen. Hoe meer een volk genen gemeen heeft met de Denen, zoals de Nederlanders, hoe gelukkiger dat is, zouden Eugenio Proto en Andrew Oswald van de universiteit van Warwick (GB) hebben uitgevogeld.
Proto en Oswald onderzochten verschillende geluksstudies en vergeleken die met de genetische informatie van de verschillende volkeren. “De uitkomst was voor ons ook verrassend”, zegt Proto. “Hoe groter de genetische afstand van een volk tot de Denen is, hoe geringer is de zelf ervaren levenskwaliteit”. Dat heeft volgens beide onderzoekers niets met levensomstandigheden te maken, met welvaart, religie of locatie. Die factoren zouden ze er naar beste vermogen, het zijn tenslotte sociologen, uit hebben gefilterd.
In een nader onderzoek hebben de onderzoekers zich op een gen gericht dat een rol zou spelen bij depressies (althans, dat wordt vermoed). Dat gen zou met de signaalstof serotonine, een neurotransmitter die vooral op de rem staat, van doen hebben. Mensen met deze genetische afwijking zijn geneigd tot zwartkijken. En zie daar: dat ‘zwarte gen’ komt bij de Denen en de bijna net zo vrolijke Nederlanders het minst voor.
In het derde deel van het onderzoek bekeek het tweetal of het geluksgevoel ook overerfelijk was en of dat bestand was tegen een andere omgeving. “Daartoe hebben we de geluksbelevenis van Amerikanen bekeken en ook gekeken waar hun voorouders vandaan kwamen”, legt Oswald uit. Ze vonden dat er een verband is tussen hun afkomst en de geluksbelevenis. Amerikanen met Deense voorouders zijn net zo vrolijk als de Denen. Overigens roept het tweetal dat onderzoek van anderen hun onderzoeksuitkomst zou moeten onderbouwen. Toch geloven ze wel in het resultaat van hun onderzoek. “Economen en sociologen zouden mogelijk meer moeten kijken naar de genetisch factor in hun onderzoek”, stelt Oswald.
Bron: bdw