Hommels over de Himalaya

HommelHommels zien er wat klungelig uit. Eigenlijk zouden ze met die vleugeltjes en zo’n lijf helemaal niet moeten kunnen vliegen. De Amerikaanse onderzoekers Michael Dillon en Robert Dudley van de universiteit van Californië kwamen er echter achter dat hommels helemaal niet zulke slechte vliegers zijn. Sommige van de hommelatleten slaagden er zelfs in over de hoogste toppen van de Himalaya te vliegen, althans in de lucht te blijven in een luchtatmosfeer die je op die hoogte kunt aantreffen. Het is overigens niet gezegd dat andere insecten dat niet zouden kunnen (“Dat moet nog onderzocht worden.”)
Het is heel simpel: hoe hoger, hoe dunner de lucht, hoe lastiger het voor een vliegend beest is om in de lucht te blijven. In feite duwen vliegende dieren steeds ‘bossen’ luchtmoleculen naar beneden, waardoor ze niet ter aarde storten. Hoe minder luchtmoleculen, hoe harder ze moeten zwoegen om aan de aantrekkingskracht van de aarde te ontsnappen.
Dillon en Dudley (het lijkt wel een komisch duo, maar ik ken ze verder niet) gingen niet met hun hommels de toppen van de Himalaya op. Het tweetal liet hommels, die op 3500 m hoogte in China waren gevangen, in een klimaatkamer rondvliegen, waar de atmosfeer van die hoogte werd nagebootst. In stappen verlaagden ze de luchtdruk, waardoor het voor die hommels net leek of ze in hoger sferen terechtkwamen. De hommels, allemaal mannetjes, hadden geen van alle problemen tot (het equivalent van) 7400 m. Drie hommels bleven nog vliegen als de luchtdruk was verlaagd tot een hoogte van 8000 m en twee bleven vliegen tot een, gesimuleerde, hoogte van 9089, ruim hoger dan welke Himalaya-piek ook (de hoogste is de Mount Everest met 8850 m). Alle hommels zouden, wat de luchtdruk betreft, over zeven van de tien hoogste bergen ter wereld kunnen vliegen. Of hommels de kou overleven die op die hoogtes heerst, valt nog te bezien.
Hoe deden die klungels dat? De vliegbewegingen van de hommels werden vastgelegd met een hogesnelheidscamera. De slagfrekwentie bleef nagenoeg hetzelfde, zo bleek uit de beelden. Wel vergrootten de hommels de vleugelslag (amplitude) met, uiteindelijk, zo’n 20%. De onderzoekers weten niet of ook andere insecten in staat zijn zulke hoogtes te bereiken. Dat zal, het gaat tenslotte om wetenschap, onderzocht moeten worden.

Bron: bdw

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.