Amerikaanse artsen niet blij met hun epd’s

EpdOok Amerikaanse artsen werken met elektronische patiëntendossiers (epd). Ook daar zijn die bedoeld om de kwaliteit en de doelmatigheid van de zorg op te krikken, maar de Amerikaanse artsen waardeerden hun epd (ehr in Engelse afko) met een F, iets dat in de buurt van een Nederlandse 1 zwerft. Die epd’s worden ook helemaal niet gebruikt om de zorg te verbeteren, maar om te factureren. Dat schijnt ook in Amerika een heidens karwei te zijn. Die epd’s zouden een belangrijk aandeel hebben in de overwerktheid van artsen, volgens onderzoekers van, onder meer, de Yale-universiteit.
Om een idee te krijgen: de zoekmachine van Google scoort een A (10), flappentrekkers een B (ergens tussen de 7 en de 8). Excel, het rekenbladprogramma van Microsoft scoorde ook een F. “Google is makkelijk”, zegt Edward Melnick van Yale. “Je hoeft er weinig voor te leren of te onthouden. Het is niet erg foutgevoelig. Excel daarentegen is een zeer krachtig platform, maar je moet het bestuderen om het te kunnen gebruiken. Epd’s hebben dat ook.”
In de VS wordt met verschillende epd’s gewerkt. Ze zijn ontwikkeld om de zorg beter te maken doordat artsen daarmee makkelijker bij de informatie kunnen. Ook zouden er zo minder fouten gemaakt (moeten) worden. In de VS schijnt dat epd vrij snel geïntroduceerd te zijn na het aannemen in 2009 van een wet dienaangaande. Vervolgens heeft de overheid 27 miljard dollar (zo’n 24 miljard euro) op tafel gelegd om zo’n systeem te realiseren. De artsen werden verplicht snel aan een vaak ingewikkeld systeem te wennen.

Volgens de onderzoekers besteden de artsen een tot twee uur aan het epd en ander bureauwerk voor elk uur dat ze aan patiënten besteden en dagelijks nog eens een tot twee uur eigen tijd aan zaken die met het epd samenhangen. Melnick: “Nog geen tien jaar geleden krabbelden artsen op briefjes. Nu moeten ze alles in een gestructureerd systeem noteren met een hoop vakjes. Vaak helpen die gestructureerde gegevens erg weinig de zorg te verbeteren. Het systeem wordt voor facturering gebruikt. En om naar de resultaten van een onderzoek of de gesprekken van de patiënt met een andere arts te zoeken is vaak als zoeken van een naald in een hooiberg. De hokjes zijn aangekruist, maar het verhaal van de patiënt of de informatie is in de loop van het proces verdwenen.”

Overwerkt

Melnick keek ook naar het effect van de epd’s op overwerktheid (burnout) van artsen. De Amerikaanse vereniging van artsen, AMA, onderzoekt samen met Mayo- en Stanfordonderzoekers elke drie jaar zo’n 5000 artsen op zaken als overwerktheid. Bij het recentste onderzoek uit 2017 lag dat percentage op 43,9%, lager dan de 54,4% van 2014, maar nog altijd bijzonder hoog. In de VS ligt dat percentage op 28,6%.
Een kwart van die 5000 werd ook gevraagd naar de bruikbaarheid van hun epd’s. Daar kwam dus die 1 (F) uit. De andere cijfers voor Google enz. kwamen uit andere onderzoeken. Volgens de gebruikte meetmethode (SUS) scoorde het epd 45 punten, Excel (uit een ander onderzoek) 57. Die (on)bruikbaarheid en de overwerktheid bleken aan elkaar gerelateerd: hoe lager de waardering voor het epd hoe groter de kans dat de desbetreffende overwerktheidsverschijnselen rapporteerde.
Het bleek wel uit te maken uit welk vakgebied de artsen kwamen. Zo waren dermatologen, orthopedisch en algemene chirurgen zeer slecht te spreken over het epd. Anesthesiologen en kinderartsen waren er beter over te spreken. Ook leeftijd speelde een rol.

Melnick: “We willen de epd’s verbeteren en standaardiseren. Het idee is dat we in de toekomst niet meer hoeven vragen wat ze ervan vinden en overwerkt ze zijn geweest maar dat we kijken hoe artsen er mee omgaan en als het verbetert we die verbetering kunnen zien.”

Bron: EurekAlert

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.