“We zouden de welzijn moeten meten in plaats van het bbp”

Ecologisch econoom Robert Constanza

Ecologisch econoom Robert (Bob) Costanza (afb: robertconstanza.com)

Veel van de problemen waar we tegenwoordig mee kampen hebben te maken met de manier waarop we de maatschappij hebben ingericht en hoe we bepaalde delen daarvan ernstig overwaarderen. Zo gaat wat we ‘economie’ noemen eigenlijk alleen over dat deel van die samenleving waarmee we waarde (= geld en bezit) kunnen creëren. Dat drukken we uit in het brutobinnenlandsproduct en die economie moet altijd groeien anders komen we in de knoei met dat kapitalistische systeem.
De redactie van Nature vindt dat dat anders moet. We zouden af moeten van de eeuwige groei (want onze aarde groeit echt niet mee) en van dat heilige bbp. We zouden welzijn moeten meten en niet economische groei, stellen Robert Costanza, Joseph Eastoe, Rutger Hoekstra, Ida Kubiszewski en Daniel O’Neill in hun bijdrage in Nature.
Economie is een heilig huisje, dat heel vreemd in elkaar steekt. Als ik mijn huis laat schilderen en ik huur daarvoor een schilder in, dan telt dat op bij de economie, maar als ik zelf mijn huis schilder dan komen alleen de kwasten, de verf en dergelijke op het lijstje te staan. Vreemd. Ooit zei een Nederlandse premier van sociaaldemocratische huize dat investeren in Schiphol goed is voor de ‘economie’, maar dat zou het aankopen van een paar miljard badeendjes ook zijn en al even idioot.
Het bbp is nooit bedoeld geweest als maatstaf voor maatschappelijk welzijn, schrijft de groep. Het volgt alleen markttransacties, vermengt kosten en baten en negeert de inkomensverdeling, de bijdragen van huishoudelijk werk en vrijwilligerswerk en allerlei onbetaalde en ongeïnde rekeningen zoals sociale en milieugerelateerde kosten en baten.
In de decennia na de Tweede Wereldoorlog fungeerde de bbp-groei als een redelijke maatstaf voor welzijn, toen het heropbouwen van economieën en het verhogen van productie en consumptie de belangrijkste prioriteiten waren. Sinds ongeveer 1950, dat sommigen het begin van het Antropoceen noemen, hebben ecologische grenzen, ongelijkheid en afnemende sociale cohesie echter verdere verbeteringen in welzijn beperkt. Boven een bepaalde grens is meer niet beter, maar kan zelfs een last worden.
De mens prutst een hoop af en kan daar in onze kapitalistische samenleving goed geld mee verdienen (zie die potsierlijke Elon Musk, die zichzelf een biljoen dollar waard waant). Het aardige en leerzame van de coronaperiode is dat toen onder meer erkend werd dat er essentiële en niet-essentiële activiteiten zijn. Er is veel overbodigheid in onze maatschappij.
Het meten en modelleren van wat er echt toe doet, gaan de schrijvers verder, is nu essentieel. Er zijn processen gaande om indicatoren te ontwikkelen die verder reiken dan het bbp. In mei benoemde de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, António Guterres, een deskundigengroep om dergelijke metingen te ontwikkelen, met speciale aandacht op het in evenwicht brengen van de economische, sociale en ecologische dimensies van welzijn. Dit initiatief bouwt voort op de Duurzame Ontwikkelingsdoelen van 2015: doelstelling 19 van SDG17 verplicht regeringen om tegen 2030 meetmethoden te hanteren die verder gaan dan het bbp.

Toch blijft de vooruitgang traag. Het schijnt moeilijk te zijn om decennia van structuren die rond het bbp zijn opgebouwd te doorbreken. Toch hebben verschillende regeringen, waaronder die van Nieuw-Zeeland, Schotland, Wales en Boetan, geëxperimenteerd met alternatieven voor het bbp (1 (zie ook go.nature.com/3ktuvhv). Andere landen zouden dit voorbeeld moeten volgen, vindt het vijftal, maar dat zal een steile klim worden.

Gemeenschappelijke punten

De scribenten benoemen in hun Nature-bijdrage gemeenschappelijke punten en stellen vier stappen voor:
– het universeel omarmen van het doel van duurzaam en inclusief welzijn;
– het vaststellen van overeengekomen meetmethoden om de voortgang naar dit doel te evalueren;
– het ontwikkelen van modellen die de drijvende krachten en dynamiek van welzijn integreren;
– en het aanpakken van geïnstitutionaliseerde maatschappelijke ‘verslavingen’ die onduurzaam gedrag versterken.
Daarbij kennen de schrijvers een leidende rol toe aan aan natuurlijke ecosystemen en aardse grenzen en willen ze dat we het idee aanvaarden dat menselijke welvaart afhankelijk is van gezonde ecologische systemen. Om een ​​betere wereld te creëren, moeten we stoppen met het najagen van economische groei, is hun credo. Bij de ontwikkeling van een alternatief systeem kennen de scribenten een prominente rol toe aan de VN, die trouwens op dit terrein al een aantal initiatieven heeft genomen.

Ondanks de groeiende erkenning dat ontwikkeling moet verschuiven naar duurzaam en inclusief welzijn, belemmeren groepen met gevestigde belangen in de huidige wereld de vooruitgang naar een groenere toekomst. Dan hebben we het over de fossiele-brandstoffenindustrie, de financiële sector en gevestigde economische en politieke elites.
Hun invloed is aanzienlijk en ze zetten die in om verandering tegen te gaan. Denk maar eens welke invloed fossiele bedrijven op de klimaatcongressen hebben. Volgens Paul Watson, mede-oprichter van Greenpeace, bepalen die bedrijven min of meer de agenda van de VN-klimaatcongressen, de COP’s.
Om de overgang te verwezenlijken naar een wereld waarin gevestigde belangen geen onterechte invloed meer uitoefenen op politieke beslissingen, is ook een kritische massa aan burgers nodig, stelt het vijftal. Die kan de vorm aannemen van een ‘beweging der bewegingen’, een alliantie van initiatieven verenigd door een gedeelde visie op duurzaam en inclusief welzijn. Het vormen van een dergelijke coalitie vereist duidelijkheid over de doelen en breed geaccepteerde meetmethoden, modellen en beleidsmaatregelen.

Verbinden

De Well-being Economy Alliance (WEAll) streeft er bijvoorbeeld naar honderden organisaties en miljoenen individuen met elkaar te verbinden die wat we economie noemen te richten op welzijn in plaats van op groei. Een beweging der bewegingen van deze omvang zou een aanvulling kunnen vormen op een bredere wereldwijde alliantie met belangrijke internationale organisaties, waaronder de VN, de OESO en de EU. Daarnaast zijn deskundigen nodig om de inspanningen te coördineren en de beslissende stap te zetten die verder gaat dan het bbp.

Het overwinnen van de wereldwijde verslaving aan het bbp (lees kapitalisme; as) vereist collectieve inzet, zeggen de vijf. De huidige wereldwijde ‘polycrisis’ zou een zeldzame kans kunnen creëren voor transformatieve verandering, besluiten ze optimistisch.

Bron: Nature

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.