Zeeijsoppervlak Noordpool deze winter een na laagste

De ICESat-2 met dikte Noordpoolijs

Een plaatje van de ICESat-2 boven het Noordpoolgebied (afb: NASA)

Het zal niet verbazen dat het maximale ijsoppervlak op de Noordpool deze winter verhoudingswijs gering was. Daarmee liep deze winter netjes in de pas met de laatste drie voorgaande en komt op de tweede plaats terecht sedert de metingen zijn begonnen.
Het zeeijsoppervlak van de Noordpool steeg vorige week volgens de metingen van de ruimtevaartorganisatie NASA naar zijn maximale grootte. Op 17 maart bedroeg die 14,5 miljoen km2 en daarmee 60 000 km2 groter dan het laagterecord van de vorige winter. Statistisch gezien is het opmerkelijker dat de laatse vier winters ongeveer gelijke cijfers te zien hebben gegeven, waarmee een decennialange ontwikkeling van krimpend zeeijs wordt voortgezet. Dit jaar lag het maximum zo’n 1,16 miljoen km2 onder het gemiddelde van 1981 tot 2010.
Het zeeijs groeit elk jaar aan tot een maximum ergens tussen eind februari en begin april. Vervolgens wordt het ijs dunner en verdwijnt tot een minimum in september. Zowel het minimumoppervlak als het maximum- is de afgelopen tientallen jaren gedaald.

Effecten

Het verdwijnen van het Noordpoolijs heeft veel effect op het klimaat. Het weerpatroon wordt anders en dat heeft allemaal gevolgen voor mens, plant, en dier. Door die veranderingen kunnen schepen ’s zomers via het Noordpoolgebied varen, wordt de kustafkalving groter en circuleren de watermassa’s in de oceaan anders.
“Dat heeft allemaal te maken met de aardopwarming”, zegt klimaatwetenschapster Claire Parkinson van de NASA. “Dat is tweerichtingsverkeer: opwarming betekent minder ijs maar ook dat er minder zonnestraling wordt weerkaatst. Ook dat laatste draagt bij aan de aardopwarming.”

Deze winter heeft de Noordpool verschillende ‘hittegolven’ meegemaakt met temperaturen die in sommige delen 40°C boven het gemiddelde lagen. Gedurende een paar dagen in februari lag de temperatuur in het Noordpoolgebied, nog midden in de inktzwarte winternacht, zelfs een paar dagen boven nul. Midden maart leidde een vorstperiode en winden naar een ijsmaximum dat meer strookte met die van de afgelopen jaren.
In februari was er een groot stuk open water ten noorden van Groenland, midden in meerjarig ijs, het dikste en oudste van de Noordpool. Dat is wel weer dichtgevroren, maar het ijs is dunner en waarschijnlijk smelt die ijslaag weer deze zomer. Daardoor kan het ijs in het Noordpoolgebied meer in beweging komen, waardoor stukken ijs naar het zuiden kunnen afzakken en daar smelten.

Onstabiel

“Het oude, dikke ijs geeft stabiliteit”, zegt NASA-onderzoeker Alek Petty. “Als het ijs dunner en mobieler wordt, dan vergroot dat de kans op meer ijsverlies in de zomer.” Overigens betekent dat niet een laag maximum automatisch ook leidt tot een laag minimum. Parkinson: “Veel hangt af van de wind en de temperatuursomstandigheden in lente en zomer.”
Op 22 maart is NASA de operatie IJsBrug begonnen om de verdeling en dikte van het ijs in kaart te brengen. Ook zal de NASA een nieuwe satteliet lanceren, de ICESat-2, die continu de ijsdikte meet.

Bron: Science Daily

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.