EU doet drie neonicotinoïden in de ban

Varraomijt

Niet alleen neonicotinoïden bedreigen de bijenstand, maar ook de varraomijt (plaatje), de kleine kastkever en het verslechteren van hun leefomstandigheden mede als gevolg van de aangeharkte landbouw (afb: WikiMedia Commons)

De EU-ministers voor landbouw hebben drie landbouwgiften behorende tot de klasse neonicotinoïden in de ban gedaan: clothianidin, imidacloprid en thiamethoxam. De bestrijdingsmiddelen zijn in verband gebracht met de grootschalige sterfte van bijen. Of dat de bijen zal redden is nog maar de vraag, schrijft het Duitse blad der Spiegel.
Wereldwijd gezien bestaat de grote bijensterfte niet, tenminste als het over honingbijen gaat. Volgens de wereldvoedsel- en landbouworganisatie FAO is het aantal bijenkorven tussen 1961 en 2016 gestegen van rond 50 miljoen naar 90 miljoen bijenkorven. Dat heeft vooral met de toegenomen aandacht voor bijen in India en China te maken.
In Noord-Amerika en Europa, waar de bijen belangrijk zijn voor de bestuiving van landbouwgewassen en fruitbomen, is de honingbijenpopulatie sedert 1961 gedaald. In Duitsland liep het aantal korven terug van tweemiljoen naar 0,7 miljoen. Daar komt nog eens de snelle achteruitgang van de insectenpopulaties bij, met inbegrip van wilde bijen.

Oorzaken

Onderzoekers en milieubeschermers houden, onder meer, drie landbouwgiften verantwoordelijk, die bedoeld zijn om planten tegen insecten te beschermen. Dan gaat het om het genoemde neonicotinoïde-trio. Die stoffen zouden invloed hebben op het oriënteringsvermogen van de insecten, ze kunnen verlammen en zelfs doden.

Al in 2013 heeft de EU de toepassing van die stoffen beperkt, nu wordt toepassing in de open lucht verboden. Dat zou een overwinning voor de bijen moeten zijn, maar slechts een geringe, schrijft der Spiegel.
Deskundigen gaan er van uit dat boeren zich nu gaan bedienen van de neonicotinoïde thiacloprid. Volgens de Europese autoriteit voor voedselveiligheid zou dat middel duidelijk ‘onschuldiger’ zijn voor bijen dan het verboden drietal.
Onderzoekers stellen dat bij de bijensterfte een groot aantal factoren samenwerken waarvan de onderlinge wisselwerking maar nauwelijks doorzien wordt. Hoe groot de rol van de omstreden neonicotinoïden is, weet niemand precies.

Zo ligt het aantal bijenvolken in Europa weliswaar duidelijk onder dat in 1961, maar stijgt dat aantal sedert 2009 weer (hoewel destijds de neonicotinoïden nog niets in de weg werd gelegd). De gegevens van wilde bijen zijn nauwelijks betrouwbaar. Of hun aantal af- of toeneemt is moeilijk te zeggen. Onderzoekers gaan er, wilde en honingbij, van uit dat het aantal terugloopt. “De verklaringen voor de oorzaken van de terugloop zijn wankel en onvolledig”, schreven onderzoekers in een overzichtsstudie naar wilde bijen in 2015 in Science.

Varraomij

Een oorzaak voor de achteruitgang van de honingbijenstand lijkt duidelijk: de varroamijt. Die parasiet van 1,7 mm voedt zich met bijenbloed. Dat diertje zou er voor verantwoordelijk zijn geweest dat in de winters tussen 2009 en 2016 in Duitsland tussen de 4,5 en 15% van het honingbijenbestand is gestorven.
In Italië is de kleine kastkever de grote boosdoener. Deze parasiet is berucht bij imkers, omdat die in korte tijd hele volken kan vernietigen. Besmette honingbijenvolken worden verbrand.
Het kevertje komt oorspronkelijk uit Afrika. De parasiet zou zich verder kunnen verspreiden via de internationale bijenhandel. Ook de varraomijt is veertig jaar geleden uit Azië naar Europa gebracht. Imkers dringen er daarom bij hun collega’s op aan voorzichtig te zijn met het invoeren van bijen.

Buiten al die narigheid voor bijen komt nog eens de inperking van het leefgebied voor honing- en wilde bijen. Honingbijen hebben nectar nodig van verschillende planten. Wilde bijen nestelen in gaten in de grond of in takken. In de tegenwoordig zo keurig aangeharkte landbouw zijn die ‘voorzieningen’ nauwelijks nog te vinden.

Bron: der Spiegel

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.