Ozongat boven Zuidpool weer groter geworden

Gat in de ozonlaag (ESA)

Gat in de ozonlaag (afb: ESA)

Volgens de Europese ruimtevaartorganisatie ESA was het gat in de ozonlaag boven Antarctica midden september zo’n 26 miljioen km2 groot, een oppervlakte zo als drie keer Brazilië. Dat zou een van de grootste afmetingen van het ozongat zijn ooit gemeten.De ozonlaag in de stratosfeer beschermt de aardbewoners tegen schadelijk uv-straling. Die laag boven de Zuidpool kreeg aandacht in de jaren ’80 doordat die daar steeds dunner werd; het gat in de ozonlaag. Oorzaak bleken de drijf- en koelgassen die werden gebruikt in spuitbussen en koelkasten. Die halogeenverbindingen (cfk’s en hcfk’s) werden verboden volgens het in 1987 gesloten Montréalprotocol. Sinds eind jaren ’80 leek het de goede kant op te gaan met het dichten van het gat met een enkele uitschieter de verkeerde kant op.

Het ozongat fluctueert in grootte. Van augustus tot oktober groeit die met een maximale grootte tussen midden september en midden oktober. Als de temperaturen op het Zuidelijk Halfrond in de stratosfeer stijgen dan vertraagt de verdunning en wordt de polaire straalstroom zwakker. Eind december is de ozonlaag dan weer ‘normaal’.
De veranderlijkheid van dat ozongat is sterk afhankelijk van de sterkte van de straalstroom, die weer een gevolg is van de draaiing van de aarde en de temperatuurverschillen tussen het poolgebied en de gematigder streken.

Als de wind sterk is dan fungeert die als een barrière. Daardoor raken de luchtmassa’s boven de Zuidpool min of meer geïsoleerd en koelen ze sterk af in de winter.

Oorzaken

Hoe het komt dat dat gat zo onverwacht groot is valt nu nog moeilijk met enige zekerheid te zeggen, maar verschillende wetenschappers wijzen op de uitbarsting van de Hunga Tonga-Hunga-vulkaan in de Stille Oceaan in januari 2022. “Die uitbarsting zorgde voor veel waterdamp in de atmosfeer, die pas eind 2022 het Zuidpoolgebied bereikte”, zegt Antje Inness van het Europese ruimtewaarnemingsinstituut Copernicus.
Inness denkt dat die watermassa de plaats was voor de in de atmosfeer aanwezige cfk’s de gelegenheid kregen om te reageren ten koste van de ozonlaag. Die watermassa zou ook hebben geleid tot afkoeling van de stratosfeer (zo’n 10 km boven de aarde), waardoor de straalstroom aangewakkerd zou zijn.

Voorlopig is dat nog allerminst zeker. Claus Sehner, missieleider voor de Copernicus Sentinel-5P-satelliet die de metingen deed, stelt dat op basis van die metingen de windkracht niet direct is af te leiden. Volgens hem zal de ozonlaag pas ergens in 2050 zijn normale toestand weer bereiken, als de mens dan tenminste niet weer andere methoden verzint om die beschermende laag aan te tasten.

Bron: der Spiegel

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.