Kleinere hersens?
Te veel vet om je middel zou je hersens kunnen verschrompelen. Onderzoekers maten de gewichtsindex BMI en de middel-/heup-verhouding van proefpersonen. Deelnemers aan de proef die op beide punten het hoogst scoorden hadden het kleinste hersenvolume.
Als de gewichtsindex (gewicht gedeeld door het kwadraat van de lengte) boven de 30 ligt worden mensen zwaarlijvig (dik of, verhullender, obees) genoemd. Met een middel/heupverhouding boven de 0,85 (vrouwen) of 0,9 (mannen) zijn ‘middelobees). “Uit onderzoek blijkt dat kleinere hersens leidt tot achteruitgang van het geheugen en een vergroot risico is op dementie, maar tot nu toe was niet uitgemaakt of extra lichaamsvet goed of slecht is voor de hersengrootte”, zegt onderzoeker Mark Hamer van de Loughboroughuniversiteit in Leicester. “We hebben naar een grote groep gekeken en vonden dat obesitas, vooral rond de middel, mogelijk een verband heeft met het krimpen van hersens.”
De onderzoekers bekeken bijna 10 000 mensen met een gemiddelde leeftijd van 55 jaar. 19% daarvan was zwaarlijvig. Het hersenvolume werd gemeten met behulp van kernmagnetische resonantie (in Engelse afko mri), waarbij ook de grijze en witte stof van de hersens en van de diverse hersengebieden werden bepaald.
De grijze materie bevat vooral hersencellen, witte stof bestaat voor uit zenuwbundels (de ‘bedrading’). Gecorrigeerd voor factoren die het volume beinvloeden zoals leeftijd, beweging, roken en hoge bloeddruk bleek dat een hoge gewichtsindez een zwak verband had met het hersenvolume. Proefpersonen met een hoge gewichtsindex en middel/heupverhouding hadden minder grijze massa dan mensen met een lagere middel/heupverhouding.
De 1291 proefpersonen met de hoogste gewichtsindex en middel/heupverhouding hadden het kleinste volume grijze stof 786 cm3. Bij de ruim 3000 proefpersonen met een gezond gewicht bedroeg het gemiddelde grijze-stofvolume 798 cm3. Bij mensen met een hoge gewichtsindex maar een vrij normale middel/heupverhouding was dat 793 cm3. Het volume van de witte stof week niet af.
Oorzaak of gevolg?
Hamer stelt dat het niet duidelijk is of afwijkingen in de hersenstructuur leiden tot zwaarlijvigheid of dat zwaarlijvigheid leidt tot het krimpen van het grijze-stofvolume. “We vonden ook verbanden tussen obesitas en krimp in bepaalde delen van de hersens. We zullen dat nog verder moeten uitzoeken, maar het is mogelijk dat op een dag het geregeld meten van de gewichtsindex en middel/heupverhouding iets kan zeggen over de gezondheid van de hersens.”
Een mogelijke beperkende omstandigheid in het onderzoek is dat slechts 5% van de mensen die uitgenodigd waren deel te nemen aan de proef ook daadwerkelijk deelnamen. De deelnemers zouden door de bank gezonder zijn geweest dan de niet-deelnemers (hoe wisten de onderzoekers dat?; as), zodat de uitkomst geen algemene geldigheid zou kunnen hebben.
Bron: Science Daily