Elektrische wagens genereren nauwelijks minder fijn stof dan de nieuwste benzinewagens, blijkt uit onderzoek van Transport & Mobility in Leuven (B), aldus het Belgische dagblad De Standaard. Door het in verhouding grotere gewicht en daardoor grotere slijtage van de remmen, de banden en het wegdek, veroorzaken elektrische auto’s in stedelijk gebied slechts een verwaarloosbare fractie minder fijn stof dan gewone, recente benzineauto’s:  afgerond 17 mg PM2,5/km tegen 17. Ook het verschil met dieselwagens, voorzien van roetfilter, is gering. Bij kleinere E-voertuigen, dan hebben het onder meer over elektrische fietsen, winnen de ‘elektra’s’ echter duidelijk.

Onze gezondheid heeft het meeste last van de uitstoot van stikstofoxiden (NO_x) en, vooral, fijn stof, onder meer afkomstig van auto’s. Aangenomen wordt dat de kleinere deeltjes (PM2,5 kleiner dan 2,5 µm) het grootste negatieve effect op de gezondheid hebben. Auto’s veroorzaken fijn stof op twee manieren: door de verbranding van brandstof (de uitlaatemissies) en door het afslijten van de remmen, de banden en het wegdek (de niet-uitlaatemissies). De uitlaatemissies voor elektrische wagens bedragen, in het gebruik, uiteraard nul, maar de niet-uitlaatemissies liggen even hoog en mogelijk zelfs hoger dan bij gewone wagens, volgens de berekeningen van het bureau. Dat komt doordat E-auto’s door de accu’s zwaarder zijn dan vergelijkbare conventionele wagens. Vooral in de stad, waar vaker moet worden gehandeld, is dit nadelig voor het milieu. Daar komt bij dat benzine- en dieselwagens in vergelijking met twintig jaar geleden heel wat minder milieuverwoestend zijn geworden, vooral door toedoen van steeds strengere  Europese emissiestandaarden.

Bron: De Standaard