Darrel Moellendorf (afb: Goethe-universiteit)

Ik lees net dat de EU in 2030 haar broeikasgasuitstoot ten opzichte van 1990 met 55% wil terugdringen. De vraag is dan of dat helpt om de klimaatverandering tegen te gaan. Al eerder bleek dat de unie met haar groene akkoord haar broeikasgassen ‘exporteert’ en daar schiet het klimaat niet al te veel mee op. Nu blijkt ook nog eens dat de rijkere landen zichzelf te ferm op de schouders kloppen voor hun klimaatinspanningen. Het ging de onderzoekers om een eerlijke verdeling van de lasten waar de rijkste landen die het meest het bijgedragen hebben aan het verpesten van het klimaat ook de grootste inspanningen zouden moeten leveren.
Tien van de zestien bekeken studies over de wereldwijde inspanningen om de klimaatverandering tegen te gaan zijn “bevooroordeeld en overgesimplificeerd”, schrijven de onderzoekers rond politicoloog Darrel Moellendorf van de Goethe-universiteit. Dat bevoordeelt vooral de rijkere landen, vinden ze. In de aanloop naar de VN-klimaatconferentie in Glasgow in november zouden ze graag criteria over helderheid op dit punt willen zien en politiek debat.
Moellendorf: “Veel beoordelingen van klimaatinspanningen worden geacht neutraal en objectief te zijn, maar zijn dat niet en misschien kan dat ook niet. Me moeten nadenken over die criteria voor er beslissingen worden genomen op basis van die studies. Anders zal er geen klimaatgerechtigheid zijn. Dat betekent dat landen die meer kunnen bijdragen om klimaatverandering tegen te gaan ook grotere inspanningen moeten leveren.”

CAT

Zelfs een erkende en onafhankelijke wetenschappelijke analyse als de klimaatactievolger (in Engelse afko CAT) – die ook in de media, door overheden en dergelijke wordt gebruikt – bedient zich volgens de onderzoekers van criteria die rijkere landen bevoordelen. Zo gaat de CAT-analyse uit van het principe van verworven rechten (het grootvaderprincipe) dat de EU hanteert, zij het diep ‘weggestoken in de machinekamer’, zo stellen de onderzoekers.
Dat grootvaderprincipe benadeelt landen die veel minder hebben bijgedragen aan de klimaatverandering. Ook zou te weinig rekening worden gehouden met de economische toestand van die armere landen.

Moellendorf: “Die studies zouden de verschillen in uitgangspunten moeten meenemen. De grotere verantwoordelijkheid van de industrielanden zou ook moeten meewegen bij de beoordeling van klimaatgerechtigheid. Het is duidelijk dat er niet zoiets bestaat als een volledig neutrale beoordeling van klimaatgerechtigheid. De criteria die wij gebruiken zouden de zaken transparanter moeten maken en die zouden besproken moeten worden.”

Bron: Alpha Galileo