Volgende kernramp als in Tjernobyl of Fukusjima komt er aan

Brandend reactorgebouw Fukusjima

Satellietfoto van reactorgebouw 3 (rechts) en 4 op 16 maart 2011, twee dagen na de ramp in Fukusjima (foto: Wiki Commons)

Op basis van een grootschalige statistische analyse zijn onderzoekers van de universiteit van Sussex (Eng) en van de technische hogeschool in Zürich (Zwi)  tot de conclusie gekomen dat kernenergie een onderschat en groot risico is en dat er belangrijke veranderingen moeten worden doorgevoerd als we toekomstige rampen van het kaliber Tsjernobyl of Fukusjima willen voorkomen.

De onderzoekers bekeken meer dan tweehonderd kernongelukken en schatten de risico’s op nieuwe rampen in mede op basis van de reacties van de kernenergiebedrijven op die ongelukken. Ze kwamen tot de slotsom dat het risico op een groter ongeluk op het gebied van kernenergie aanzienlijk is.
Rampen als die in Tsjernobyl en Fukusjima zullen zeer waarschijnlijk een tot twee keer per eeuw voorkomen. Ongelukken zoals de kernsmelting in Three Miles Island in 1979 (kosten zo’n 10 miljard dollar) zullen zeer waarschijnlijk elke tien tot twintig jaar voorkomen. Onderzoeker Spencer Wheatley van de hogeschool in Zürich noemt het risiconiveau van kernenergie uitzonderlijk hoog. “Hoewel we de positieve gevolgen zagen van de reacties van de bedrijfstak op ongelukken in Three Miles Island en Tsjernobyl, zijn die niet in staat geweest grote rampen als in Fukusjima te voorkomen. Om dat risico weg te nemen zouden de reactoren, nu vooral van de tweede generatie, moeten worden vervangen.”

De onderzoekers vinden dat de gegevens van de bedrijfstak die bekend zijn tamelijk armzalig en onvolledig zijn. Dat zou leiden tot een wat al te zelfverzekerde houding ten opzichte van veiligheid, waarschuwen ze. De analyse is gebaseerd op drie keer meer gegevens dan die openbaar bekend zijn gemaakt door de bedrijfstak zelf. Dat zou kunnen liggen aan de tweeslachtige rol van het Internationale Atoomenergieagentschap (IAEA), dat zowel kernenergie wil bevorderen als reguleren.
De onderzoekers haalden hun gegevens uit rapporten, wetenschappelijke artikelen, persberichten, overheidsdocumenten en krantenartikelen. Dat leverde een aanzienlijk databestand op, twee keer groter dan het vorige waarop een risicoanalyse is losgelaten. Dat bestand zou voortdurend moeten worden gevoed en bijgehouden en publiek toegankelijk moeten zijn.

Ontnuchterend

“Onze resultaten zijn ontnuchterend”, zegt onderzoeker Benjamin Sovacool van de universiteit van Sussex. “Die suggereren dat de standaardmethodologie die het IAEA hanteert om ongelukken en incidenten te voorspellen, vooral met betrekking tot de gevolgen van rampen, problematisch is. Het volgende kernongeluk kan veel eerder gebeuren en ernstiger zijn dat het publiek beseft.”
De onderzoekers vinden dat ernstg moet worden nagedacht over de inschaling van ongelukken om dat de huidige methode ( de zevenpunts INES-schaal) erg onnauwkeurig is, slecht gedefinieerd en vaak inconsistent.

De onderzoekers hebben de kosten van de incidenten getaxeerd door zaken mee te nemen als de vernietiging van eigendom, de kosten van de eerste reacties, schade aan het milieu, evacuering, boetes en verzekeringsclaims. Voor elke dode telden ze daar 6 miljoen dollar bij op (daarop schat de Amerikaanse overheid een mensenleven).
Voor Tsjernobyl en Fukusjima kwamen ze daarbij uit op 425 miljard dollar (zo’n € 370 miljard), vijf keer wat alle andere kernincidenten bij elkaar hebben gekost. Volgens de INES-schaal komen die twee rampen op 7, het hoogste cijfer, maar de onderzoekers vinden dat Fukusjima minsten een 10 of 11 waard zou zijn als je kijkt naar de gevolgen van de ramp.
Sovacool: “Zelfs al introduceren we nieuwe kerntechnologie, zolang er nog oude kerncentrales draaien blijft het grote risico op kernongelukken en -rampen bestaan.”
De onderzoekers benadrukken dat hun studie geen vergelijking is met andere manieren van energieopwekking. Waarmee ze willen duidelijk maken dat hun analyse geen manier is om kernenergie af te serveren. “Andere overwegingen en mogelijkheden tot verbetering zouden kernenergie in de toekomst aantrekkelijk kunnen maken”, zegt medeonderzoeker Didier Sornette van de technische hogeschool in Zürich.

De vijftien duurste kernongelukken volgens de onderzoekers

  • Tsjernobyl, Oekraïne (1986) — $259 miljard
  • Fukusjima, Japan (2011) — $166 miljard
  • Tsuruga, Japan (1995) — $15.5 miljard
  • TMI, Pennsylvania, USA (1979) — $11 miljard
  • Belojarsk, Sovjetunie (1977) — $3.5 miljard
  • Sellafield, VK (1969) — $2.5 miljard
  • Athens, VS (1985) — $2.1 miljard
  • Jaslovske Bohunice, Tjechoslowakije (1977) — $2 miljard
  • Sellafield, VK (1968) — $1.9 miljard
  • Sellafield, VK (1971) — $1.3 miljard
  • Plymouth, Massachusetts, VS (1986) — $1.2 miljard
  • Chapelcross, VK (1967) — $1.1 miljard
  • Chernobyl, Oekraïne (1982) — $1.1 miljard
  • Pickering, Canada (1983) — $1 miljard
  • Sellafield, VK (1973) — $1 miljard

Bron: Science Daily

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.