Marssonde licht binnenste van de rode planeet door

Binnenste van aarde, Mars en maan

Het binnenste van aarde, Mars en maan (afb: Irving et. al/PNAS)

Aan de hand van seismische golven die een planeet ‘doorkruisen’ kan je opmaken hoe het binnenste van een hemellichaam er uit ziet. Nu hebben onderzoeksters rond Jessica Irving van de universiteit van Bristol aan de hand van metingen van de NASA-sonde InSight een beter zicht op dat binnenste gekregen. De kern van Mars is, anders dan die van de aarde, geheel vloeibaar en zou naast ijzer een aanzienlijk groter deel (zo’n 20%) lichtere elementen bevatten zoals zwavel, koolstof, zuurstof en waterstof dan de aarde (geschat op zo’n 10%). De Marskern blijkt ook wat kleiner te zijn dan tot nu toe aangenomen.
Insight landde in november 2018 op Mars. Uit de seismische metingen blijkt dat het stevig beeft op Mars (de zogeheten Marsbevingen): zo’n 1300 maal in de ruim vier jaar. Het punt is dat alleen seismische golven die dwars door Mars heen gaan iets kunnen onthullen over het binnenste van Mars. Op dag 976 en dag 1000 van het Marsleven van InSight was het zover in de zomer van 2021. De tweede golf was een gevolg van een meteorietinslag aan de andere kant van Mars. Irving: “Die was heel ‘behulpzaam’ aangezien we precies wisten waar de bron van de seismische golf lag.”

De straal van de Marskern zou ergens tussen de 1780 en 1810 km zijn, nog niet de helft van die van de aarde en ongeveer 20 km kleiner dan tot nu toe aangenomen. Zo’n 20% van die kern bestaan uit lichtere elementen dan ijzer, maar welke dat zijn valt niet af te leiden uit de seismische metingen. Irving en haren gaan ervan uit dat het grootste deel zwavel zal zijn.

Ontstaansgescheidenis

Volgens Irving zijn de resultaten belangrijk om achter de verschillende ontstaansgeschiedenis van de aarde en van Mars te komen. Bij hun geboorte zouden ze veel overeenkomsten hebben vertoond, maar zijn allengs uit elkaar gegroeid. Zo heeft de aarde een platentektoniek en Mars niet en heeft de aarde een vaste binnenkern en Mars kennelijk niet.

Quelle: Jessica Irving (University of Bristol) et al., Proceedings of the National Academy of Sciences, doi: 10.1073/pnas.2217090120

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.