Neonicotinoïden schadelijker dan gedacht

Bij op bloemNeonicotinoïden, aan nicotine verwant gif dat zich nestelt in het inwendige van planten, zijn ooit voor wondermiddel versleten, maar gaandeweg komen er steeds meer minpunten boven water. De bestrijdingsmiddelen zouden de achteruitgang van de bijenstand op hun geweten hebben, maar vooral veel andere dieren ondervinden veel schade van dit ‘wondermiddel’ zo constateert de EASAC in een rapport (de EASAC is een koepelorganisatie van 29 Europese wetenschapsacademies). Europa heeft het gebruik van neonicotinoïden in 2013 aan banden vanwege de teruglopende bijenstand, maar volgens de organisatie is dat verband niet knoerthard.

Politici en wetenschappers zouden te veel kijken naar het welzijn van de honingbij, maar er zou steeds meer bewijs zijn dat vooral andere insecten zoals motten, hommels, en zelfs vogels ernstige schade van deze bestrijdingsmiddelen ondervinden. EASAC baseert zich in het rapport op meer dan honderd recente studies. Zelfs bij zeer lage doses zijn neonicotinoïden schadelijk zijn voor soorten waartegen ze helemaal niet bedoeld zijn.

Europa besloot in 2013 het gebruik van enkele neonicotinoïden aan banden te leggen, in toepassingen waarvan honingbijen schade zouden kunnen ondervinden, maar, zo constateert de EASAC nu, uitgerekend bij de honingbij zijn de onderzoeksresultaten niet eenduidig, omdat er bij de bij allerlei andere factoren meespelen. Daartegenover staan steeds meer studies die uitwijzen dat andere soorten wel degelijk grote schade oplopen. Zo nam het aantal motten in Nederland de afgelopen decennia met eenderde af, staat van alle soorten dagvlinders ruim de helft onder druk en dreigt een kwart van de Europese hommelsoorten te verdwijnen.
De bestrijdingsmiddelen worden in tal van gewassen gebruikt zoals andijvie, erwten, bloembollen en aardappels. Neonicotinoïden werken subtiel door de communicatie te storen tussen zenuwcellen die alleen insecten hebben. Mensen hebben er geen last van. In Nederland alleen al gaat jaarlijks zo’n 20 duizend kilo om van neonicotinoïden als imidacloprid, clothianidine en thiamethoxam. De consument haalt ze niet alleen via de reguliere landbouwproducten in huis, maar ook in de vorm van vlooiendruppels, mierenlokdozen en vliegenstickers. Nefyto, de brancheorganisatie van de gewasbeschermingsmiddelenindustrie, wijst er op dat de middelen na een uitgebreide risicoanalyse op de markt zijn toegelaten en dat de studies die de EASAC samenvat bekend zijn. “Als er nieuwe aanwijzingen zijn dat niet langer wordt voldaan aan de toelatingscriteria, kan de overheid ingrijpen.” De Europese Commissie moet later dit jaar een besluit nemen en dat zal niet eenvoudig zijn. Alternatieve bestrijdingsmethoden zijn vaak kwalijker dan neonicotinoïden.

Bronnen: de Volkskrant, der Spiegel

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.