“Achteruitgang land en natuur bedreigt welvaart en welzijn”

Natuur vs landbouw

Protesten tegen de houtkap in Indonesië waar veel regenwoud teloor gaat ten behoeve van de landbouw (afb: Greenpeace)

De welvaart en het welzijn worden wereldwijd bedreigd door de achteruitgang van land en natuur. Alhoewel het tij nog te keren is, wordt gevreesd voor verdere achteruitgang  in de komende decennia. Dat is de conclusie van het VN-platform voor biodiversiteit en ecosystemen (IPBES) op basis van een driejarige studie waaraan is meegewerkt door zo’n 550 onderzoekers over de hele wereld.

De druk op land en natuur zullen aanzienlijk toenemen vanwege de verwachte bevolkingsgroei van 7,5 naar 10 miljard en een verdubbeling van de consumptie per hoofd in 2050. De zorgen over de houdbaarheid van deze ontwikkeling is de aanleiding van dit grootschalige IPBES-onderzoek. Om aan de groeiende consumptie te kunnen voldoen, wordt een steeds groter deel van het landoppervlak omgezet in landbouw, veeteelt, bosbouw, energieplantages en infrastructuur. Dat heeft tot gevolg dat natuurlijke ecosystemen verloren gaan en biodiversiteit afneemt.

Klimaatverandering

Beide ontwikkelingen dragen verder bij aan klimaatverandering en ondermijnen voedselveiligheid, waterbeschikbaarheid en natuurlijke bescherming tegen overstromingen en droogte. Deze ontwikkelingen kunnen op hun beurt weer leiden tot maatschappelijke instabiliteit.  “Dit laatste scenario is zeker denkbaar voor gebieden die met een combinatie van grote problemen te maken hebben zoals sterke bevolkingsgroei, armoede, klimaatverandering, zwakke economieën en overheden. Dit speelt vooral in landen in Zuidelijk Azië, het Midden-Oosten en Afrika”, stelt Ben ten Brink van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL).

Het herstellen van land en natuur kost tijd en geld en is bovendien complex, maar onderzoek heeft uitgewezen dat investeren in herstel van gedegradeerd land op termijn economische voordelen op kan leveren. Ook stellen de onderzoekers voor om sterk in te zetten op het voorkomen van landdegradatie en verlies van biodiversiteit.
Zo zouden, onder meer, beschermde natuurgebieden moeten worden uitgebreid en met elkaar verbonden worden, zou de bevolkingsgroei moeten worden ingeperkt en de vleesconsumptie en het energieverbruik moeten worden teruggedrongen.

Europa

Hoewel degradatie van natuur en land een wereldwijd probleem is, raakt het niet alle landen en continenten even hard. Doorgaans worden regio’s die ook onder sociale en economische druk staan harder getroffen dan de welvarender gebieden, maar ook in Europa en Nederland heeft landdegradatie tastbare gevolgen.

“In Nederland zijn we heel erg afhankelijk van de natuur, maar dat merken we eigenlijk te weinig”, stelt Wieteke Willemen van de universiteit van Twente. “We zijn inmiddels zo gewend geraakt aan het importeren van natuurlijke hulpbronnen in onze globaliserende economie dat we de effecten van degradatie van de leefomgeving maar beperkt voelen.” Als er productiegebieden wegvallen dan worden de handelsstromen, en de daarbij behorende invloed op de land en natuur, gewoon verlegd naar andere gebieden.
Toch zijn er ook tastbare effecten dichter bij huis. Het inklinken van onze veenbodems door wateronttrekking is ook een vorm van landdegradatie. Daarbij komen grote hoeveelheden CO2 vrij. Bij verdergaande verzakking zullen de bodems uiteindelijk verzilten door zout grondwater en gaat kostbare landbouwgrond verloren.
Ondanks Europese pogingen om de achteruitgang van land en natuur tegen te gaan, is de biodiversiteit hier verder in het slop geraakt en is het areaal van natuurlijke ecosystemen verder gedaald. Deze afname is mede het resultaat van klimaatverandering, vervuiling, verstedelijking, fragmentatie en de groei van het landbouwareaal.

“Zeker in West-Europa zijn de gevolgen hiervan goed te merken. Vanwege de afname van natuurlijke ecosystemen zijn  natuurlijke bestuiving en waterzuivering sterk afgenomen en de schade van overstromingen is toegenomen in Europa”, aldus Alexander van Oudenhoven, onderzoeker van de Universiteit Leiden.

In de rapporten staat ook te lezen dat bij de ommkeer niet alleen beleidsmakers een rol kunnen spelen. “Consumenten bepalen natuurlijk ook veel, door de keuzes die ze maken over hoeveel en wat ze consumeren. Ze kunnen bijvoorbeeld kiezen om minder vlees te eten”, aldus Robert Watson, voorzitter van IPBES.

Bron: Alpha Galileo

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.