In principe is wetenschap een eerlijk ‘spel’. Wetenschappers doen onderzoek waaraan ze conclusies verbinden en sommige andere onderzoekers proberen (vooral) spraakmakende onderzoeken over te doen om te kijken of het allemaal in orde is. Repliceren of reproduceren heet dat. Dat is niet echt populair, maar het blijkt dat nogal wat onderzoek die replicatie niet doorstaat. Nu hebben onderzoekers in de economie en sociale wetenschappen oktober vorig jaar een replicatieinstituut ingericht dat replicatie (en reproductie) serieus wil gaan aanpakken en schrijven daar in het blad Nature over.
Het instituut werkt via bijeenkomsten, waar zo’n 65 bezoekers in groepjes van drie tot vijf personen zo’n vijftien onderzoeken tegen het licht houden. Dat doen ze door replicatie (het herhalen van de experimenten of door reproductie. Reproductie zou dan de heranalyse van de gepresenteerde gegevens zijn en de conclusies die daaruit zijn getrokken (voor mij=as was replicatie en reproductie hetzelfde, excuus). Veel daarvan zou je in deze vakgebieden in een dag kunnen doen, stellen de stichters in Nature.
Inmiddels zijn sinds oktober vorig jaar zo’n twaalf bijeenkomsten gehouden in diverse delen van de wereld en er zouden dit jaar er nog drie op de rol staan. Alle resultaten van die bijeenkomsten zijn openbaar. Uiteindelijk is het de bedoeling dat er een databank uit gemaakt wordt met de beoordeelde onderzoeken.

Meer replicatie nodig

De stichters vinden dat er ook op andere terreinen replicatieinstituten zouden moeten komen. Daar zou een andere aanpak nodig kunnen zijn. Het overdoen van experimenten kan in andere vakgebieden zoals de exacte wetenschappen en geneeskunde vaak vele maanden  duren en daar houden economen en sociale wetenschappers zich (kennelijk) niet zo mee bezig.

Bron: Nature