Over de klimaatkosten wordt veel onzin verteld

Formule 1 Zandvoort

Hoe dom kun je het hebben? (afb: dutchgp.com)

Vooral rechtse partijen willen nogal eens klagen over de hoge kosten voor het tegengaan van de klimaatverandering, maar daarover wordt een hoop flauwekul verkocht (net als over duurzame energie, trouwens). Opmerkelijk is dat groene partijen daar nauwelijks iets tegenin brengen.
Als het gaat over het tegengaan van een desastreuze klimaatverandering wordt daar bijna altijd aan toegevoegd dat ons dat veel geld kost en grote opofferingen van de burgers zal vragen. Zo was ooit een favoriete uitspraak van mensen aan de rechterkant van het politieke spectrum dat windmolens vooral draaien op subsidie (maar waar je geen kwaad woord hoorde over de verschillende douceurtjes die aan de luchtvaart werden en worden toegekend). Klimaatonderzoekers zouden geen idee hebben hoe het tegengaan van de klimaatverandering economisch zou uitpakken. Het ‘klimaat’ zou een dure aangelegenheid zijn, waarbij moet worden aangetekend dat wat in het algemeen onder ‘economie’ verstaan wordt een tamelijk armoedige manier om de naar een eerlijke bevrediging van de behoeften van een samenleving te kijken. Wat onder ‘economie’ verstaan wordt heeft alleen te maken met zaken waar we “wat aan kunnen verdienen.”

Zo’n houding is niets nieuws. De oliesector heeft zich tientallen jaren het vuur uit de sloffen gelopen om het sprookje van de door mensen veroorzaakte klimaatverandering te ontkrachten, ondanks allerlei steeds hardere aanwijzingen dat het sprookje allerminst fantasie was. Ook de eerste serieuze milieumaatregelen konden rekenen op heftige weerstand van bedrijven (zogenaamd gestoeld op ‘gezond verstand’).
De voorspellingen van de rechtse zwartkijkers is inmiddels op het gebied van hernieuwbare energie al aardig gelogenstraft. In Duitsland werd dit jaar regelmatig de stroombehoefte al voor meer dan 50% gedekt door hernieuwbare energie gedekt (al moeten we voorzichtig zijn bij wat onder hernieuwbaar wordt verstaan).

Daartegenover staan de kosten die de klimaatverandering (die zich steeds meer ontwikkelt tot klimaatontwrichting) de mensheid bezorgen. De grootscheeps overstromingen dit jaar in Europa, de talloze bosbranden en extreme weersomstandigheden over de hele wereld en de schade die daarmee gepaard gaat zouden ook op de ‘klimaatbalans’ terecht moeten komen. Ook verzekeraars erkennen dat het aantal door een opwarmend klimaat veroorzaakte weersextremen steeds vaker voorkomen. Wie draait voor die kosten op?

Bekeerd?

Op het ogenblik lijkt het er op dat de oppositie dan misschien niet helemaal verdwenen toch voor een belangrijk deel is ‘bekeerd’. Zelfs oliemaatschappijen lijken nu te erkennen dat een door mensen veroorzaakte klimaatverandering niet meer te loochenen is, maar ondertussen doen die weinig om het zoeken naar en het verbruik aan fossiele brandstoffen in te perken (lang leve het kapitalisme; as). Ze hebben eigenlijk alleen hun strategie veranderd.

Zo stelt de Amerikaanse denktank Peterson Institute, gesponsord door onder meer de oliesector, dat de klimaatkosten vaak onderschat worden. De teneur is dus dat er inderdaad een door mensen veroorzaakte klimaatverandering is maar dat de bestrijding ervan schadelijk zou zijn voor wat die sector onder ‘economie’ verstaat.
Natuurlijk: de oliesector zal (moeten) verdwijnen. Voor de oliesector zou je dat ‘schadelijk’ kunnen noemen maar voor de mensheid een zegen. Wat is ‘economie’? Wat kosten overstromingen, bosbranden, de aantasting van de voedselvoorziening de mensheid? Dan praten we nog niet eens de gigantische schade die de mens en de klimaatverandering aan de natuur toebrengen.
Voormalig hoofdeconoom van de Wereldbank Nicholas Stern kwam in 2006 in een poging die economische schade te berekenen tot een bedrag van 90 biljoen dollar (zo’n 80 biljoen euro) die tot 2030 zou moeten worden uitgegeven om de klimaatverandering te stoppen (af te dempen, zou ik zeggen;as).
Als we niets doen aan het afbouwen van de fossiele sector zullen die kosten duidelijk hoger zijn. Doorgaan zoals nu zouden die kosten kunnen uitkomen op 5% van het bruto-binnenlands-product, elk jaar. Recentere schatting (juli ’21) voor Duitsland komen uit op een bedrag tussen 445 tot 671 miljard per jaar oftewel 13 tot 19% van het bbp. Duidelijk meer dan Stern inschatte.

Veranderingen

Dat de overgang naar een ‘koolstofloze’ toekomst veranderingen met zich mee brengt is zonneklaar maar ook onontkoombaar. Het is volledig absurd dat een van die verdwijners, de oliesector, nog steeds wordt gesubsidieerd. Volgens het artikel in der Spiegel zouden de gunstige prijzen voor kolen- en atoomstroom een direct of indirect gevolg van subsidies zijn (voor kernenergie komt de opslagafval voor rekening van de belastingbetaler, bijvoorbeeld). Ook diesel en vliegtuigbrandstof (kerosine) worden nog steeds belastingtechnisch bevoordeeld.

Als het om schade van (klimaat)rampen gaat, dan draait de overheid (=belastingbetaler) daarvoor op. De staat neemt ook vaak de onbetaalde rekeningen (afvalverwerking, ontmanteling) van energiebedrijven voor zijn rekening (net als bij de door banken veroorzaakte bankencrisis). Dan is het voor bedrijven makkelijk om mooi weer te spelen, maar ook de overheid blijft nog te veel hangen in het oude ‘normaal’.

Bij het verschijnen van het jongste rapport van het VN-klimaatforum was de berichtgeving alarmerend, maar een paar weken later lees je in NRC Handels blad een zorgelijk verhaal met de vraag of Schiphol weer op zijn oude niveau terecht zal komen en bezoeken tienduizenden mensen een volslagen absurde Formule 1-race in het gereactiveerde Zandvoort…

Bron: der Spiegel

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.