Alles elektrisch zadelt ons op met lithiumprobleem

Elektrische auto

De elektrische auto is geen oplossing voor het klimaatprobleem

Overheden en bedrijven doen net of elektrische voertuigen een (deel)oplossing zijn voor het klimaatprobleem, maar dat is, om het vriendelijk te zeggen, een grote misvatting. Auto’s zijn energetisch armoedige uitvindingen die een hoop ruimte vreten en veel slachtoffers maken. Je hebt veel materiaal nodig om, door de bank genomen een mens te vervoeren (1,16 persoon is de gemiddelde bezetting van zo’n 1000 kg voertuig). Voor E-auto’s heb je ook accu’s nodig. Die heb je ook nodig voor een duurzaam stroomnet dat drijft op wind- en zonne-energie. De huidige accu’s zijn lithiumaccu’s. Dat gaat een heel erg groot probleem worden. Een (deel)oplossing zou automobiliteit terug te dringen…

Het Britse bedrijf Savannah Resources is een van de bedrijven die lithium (willen) winnen in, onder meer, Portugal. Het wordt de ‘witte olie’ genoemd. Lithium vindt je, als zout/mineraal, in klei, in gesteenten en opgelost in poelen. Europa, maar niet alleen Europa, mikt op de elektrificering van het autoverkeer. Daar wordt een hoop belastinggeld in gestoken. Het aantal E-voertuigen moet van nu rond tweemiljoen in 2030 stijgen naar 40 miljoen.

Voor die opzet is lithium onontbeerlijk. Accu’s voor auto’s zijn lithiumaccu’s net als voor de opslag van zon- en windenergie (en mobiele telefoons, enz.). Nu wordt alle lithium nog in Europa ingevoerd. 55% van de wereldlithiumproductie kwam vorig jaar uit Australië, 23% uit Chili en 8% uit Argentinië. In Europa zijn voorraden aangetroffen in Oostenrijk, Servië en Finland, maar de grootste EU-hoop is toch Portugal. Je ziet de dollar- of eurotekens al in de oogjes.
Die -tekens hebben geleid tot een wereldwijde zoektocht naar de witte olie. De winning is vaak slecht voor natuur en milieu, maar wie maalt daar om (buiten een paar fanatici)? In Muro in Trás-os-Montes in Portugal ligt de witte olie voor het ‘oprapen’. Savannah wacht op het groene licht. Als dat gegeven wordt gaat de aarde ‘bloeden’ en verdwijnt er een deel van het landschap.
Ook in Midden-Portugal lijkt lithium te kunnen worden gewonnen. Het Portugese bedrijf Lusorecursos had belangstelling. Er zouden onderhandelingen gaande zijn van de overheid met diverse bedrijven, maar er zouden nog geen spijkers met koppen geslagen zijn.

Begin dit jaar kwamen er protesten van bewoners tegen de winningsplannen. Die uitten grote bezwaren tegen de enorme schade die winning met zich mee zou brengen. Ooit was er in die buurt een tinmijn geweest, maar die was ondergronds en kleinschalig. Door de lithiumwinning zou een halve heuvel verdwijnen. De bewoners vrezen ook de vervuiling van de nabijgelegen rivier, de Zêzere, die onontbeerlijk is voor hun oogsten.

Kleine prijs voor een groter goed

Voorstanders vinden dat de nadelen van de winning een kleine prijs zijn voor een groter goed (namelijk de winning van lithium voor een elektrische toekomst). Savannah beweert dat de voorgestelde mijn 100 miljoen ton kooldioxide bespaart (en in elf jaar 1,5 miljard dollar moet opbrengen). In een promotiefilmpje voor investeerders prijst de Portugese regering haar land aan als een van de wereldleiders van de energieovergang. Tel uit je winst.

In Chili wordt al jaren gestreden over de kwalijke gevolgen van van mijnbouw. Dan hebben we het over vernieling van landschap, over watergebruik en vervuiling. Het noorden van dat land en in de aangrenzende landen Bolivia en Argentinië , in en rond de Atacamawoestijn, is rijk aan mineralen. Al langer wordt er koper gewonnen, maar er schijnen ook grote lithiumvoorraden te zijn, de helft van de wereldreserve.
De mijnbedrijven zeggen ‘duurzaam’ te kunnen werken, maar dat lijkt louter een praatje voor de vaak. Volgens de Chileense milieuactivist Ramón Balcázar is die toezegging ongefundeerd. Niemand zou kunnen zeggen wat de onttrekking van lithium aan dat gebied voor een gevolgen heeft voor het fragiele ecosysteem van de woestijn. Anders dan in Portugal bevindt het lithium zich daar in een zoutoplossing. Die moet voor winning worden opgepompt.

Opwerken

Mijnbouw en winning vormen een onderdeel van een verspillend systeem. Afgedankte producten worden nauwelijks opgewerkt en/of hergebruikt en daardoor onwinbaar dun over de aarde verspreid. Hergebruik en opwerking, daar zullen we toch heen moeten. Dat betekent niet alleen dat je overbodig gebruik, bijvoorbeeld voor personenauto’s, minder makkelijk maakt, maar dat je ook wat doet met de materialen uit de afgewerkte producten (uiteraard ook batterijen en accu’s).
Volgens Christian Hanisch uit Saksen is de laatste tien jaar zo’n halfmiljoen ton lithium geproduceerd. Het meeste daarvan zit in afgedankte producten. Hij is in Duesenfeld samen met anderen een opwerkbedrijf begonnen. Lithiumaccu’s van auto’s bevatten zo’n acht kilo van de witte olie. Over de grens in België is ook Umicore daarmee begonnen. In Italië is Snam daarmee aan de gang gegaan. Er zit hier en daar nog wel wat verstand. Helaas helpt de ‘economie’ niet mee, al wordt dit decennium de behoefte op 700 000 ton geschat.

Het vervelende voor de opwerkers is dat de EU aanhanger is van een eigen lihtiumindustrie en vooral mikt op winning, zo lijkt het. De productie zou in 2030 moeten worden verachttienvoudigd om de afhankelijkheid van derden te verminderen. Dat is natuurlijk niet per se slecht voor de opwerkers, maar ja, de EU heeft vaker prachtige plannen die bij nader beschouwing alleen de EU maar niet de wereld ten voordeel zijn. Wanneer gaat de EU dat totaal onnutte automobilisme eens aanpakken? Zou meteen de klimaatoplossing van de EU (en de wereld) een stukje dichter bij brengen en voorkomt veel verwoestend gegraaf naar witte olie.

Bron: the Guardian

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.