Mensen krijgen een steeds groter hoofd (=hersens)

Grijze en witte stof

Grijze en witte stof in de hersens. Doorsnede van halswervel. 1, 2 en 3 vormen grijze stof, 4 tot en met 10 witte stof. 11, 12 en 13 zijn de spinale zenuwen  (afb: WikiMedia Commons)

Vergeleken met andere zoogdieren hebben mensen al abnormaal grote hersens, maar het lijkt er op dat het eind van de groei nog niet is bereikt. Uit vergelijking van de hersenomvang van mensen die in de jaren 20 van de vorige eeuw zijn geboren met die met een geboortedatum in de jaren 60 blijkt die met bijna 7% gegroeid. Mogelijk dat die grotere hersens ons enigszins beschermen tegen hersenziektes zoals Alzheimer. De (=mijn=as) vraag is of die toename mensen ook wat slimmer maakt.
Hoewel de gemiddelde leeftijd van de mens nog steeds stijgt en daarmee ook het aantal mensen dat aan ‘ouderdomsziektes’ zoals Alzheimer lijden neemt het percentage Alzheimerpatiënten af: sedert de jaren 60 met eenvijfde (althans in de VS, maar waarom zou dat elders anders zijn?). Dat deed bij onderzoekers rond Charles DeCarli van de universiteit van Californië in Davis het idee post vatten dat dat wel eens iets met het hersenvolume te maken zou kunnen hebben.

Om daar meer over te kunnen vertellen hebben ze de hersengroottes van verschillende generaties met elkaar vergeleken. Daaruit bleek dat dat hersenvolume langzaam maar gestaag was gegroeid. Was in de jaren 20 van de twintigste eeuw het gemiddelde volume 1234 ml, in generatie uit de jaren 60 was dat gestegen tot 1321 ml (+6,6%). Het hersenoppervlak nam met 15% toe: van gemiddeld 1933 cm2 naar 2222 cm2. Mensen werden gemiddeld ook langer (1,68 m naar 1,72 m) maar ook als je daar rekening mee houdt steeg het hersenvolume (met 5,9%).

De groei was niet gelijkmatige verdeeld over de hersens. De grijze stof (zenuwcellen en korte uitlopers) groeide maar met 2%, de witte (lange uitlopers=axonen) met bijna 8%. De hippocampus, belangrijk voor leren en geheugen, groeide met zo’n 6%.

DNA en andere factoren

De groei zou het gevolg (kunnen) zijn van verschillende factoren. Erfelijkheid, het DNA, is een factor, maar volgens DeCarli zouden ook maatschappelijke, culturele en opvoedkundige factoren een rol kunnen spelen. Die groei zou wel eens een extra bescherming, want extra hersenruimte, tegen ouderdomsziektes zoals Alzheimer kunnen bieden, vermoeden de onderzoekers.

En nee, er is, stellen de onderzoekers, geen directe relatie tussen hersenomvang en slimheid. Zo hebben vrouwen gemiddeld kleinere hersens dan mannen maar zijn daarmee niet dommer dan mannen. Ook hun hippocampussen zijn kleiner, maar vrouwen hebben door de bank genomen, volgens onderzoek, een beter episodisch geheugen (persoonlijke herinneringen) dan mannen.

Bron: bdw

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.