Het hart in rekenmodellen gevangen

Doorgerekende hartboezem

Linkerboezem van een 70-jarige patiënt die last heeft van boezemflutter. Zwart is littekenweefsel van een vorige operatie, grijs is het berekende pad waarlangs het flutteren (flapperen; verhoogd hartritme) zou kunnen ontstaan. De kleuren geven het verloop van het boezemflapperen weer (afb: KIT)

Als je maar eenmaal een goed (reken)model hebt van organen, dan zou je, in theorie, geen labproeven meer hoeven doen. Een beetje dat idee. Nou is het natuurlijk altijd het probleem met rekenmodellen dat je de uitkomsten daarvan altijd aan het echte leven moet toetsen, want niet het model is de norm, maar het echte leven (in dit en veel andere gevallen).  Rekenmodellen kunnen wel helpen het zoekproces te verkorten. Met die gedachte hebben onderzoekers van, onder meer, het Karlsruher instituut voor technologie (KIT) rekenmodellen voor het hart ontwikkeld op meerdere niveaus: van hartcelonderdelen en cellen tot het hele orgaan. Lees verder