Glycanen (suikers) verraden ziekte

GycaansensorVeranderingen in de samenstelling van een glycaan, gebonden aan een eiwit (lichtgrijs) en drie verschillende lectines (kleur; lectines zijn eiwitten die glycanen kunnen ‘herkennen’.

Glycanen zijn suikers die je als de eerste verdedigingslinie van ons afweersysteem zou kunnen beschouwen. Ze spelen een rol in het op gang brengen van de ’trein’ van het afweersysteem als er indringers zijn gesignaleerd. Het meten van glycanen zou een adekwate methode zijn om ziektes vroegtijdig op het spoor te komen. Het probleem daarbij was de ingewikkeldheid van dit type suikers. De Slowaakse onderzoeker Ján Tkáč heeft samen met zijn medewerkers een biochipsensor ontwikkeld, waarmee, met behulp van binding aan lectines (een bepaald soort eiwitten), de veranderingen in de glycosylering (het binden aan eiwitten of andere organische moleculen) kan worden gedetecteerd, waardoor zo een ziekte bijtijds op het spoor kan worden gekomen. Op deze manier zouden, bijvoorbeeld, kankercellen kunnen worden opgespoord. De gevoeligheid van deze sensor zou een miljoen tot een miljard maal hoger zijn dan die van fluorescentiebiochips, stelt Tkáč.
De chips zijn zo klein dat ze ook in het lichaam toegepast kunnen worden. Op die manier zouden ook indringers kunnen worden getraceerd, die er veel ‘werk’ van maken zich af te schermen van het afweersysteem zoals sommige kankercellen of HIV. Binnen het onderzoeksproject, ELENA gedoopt, zou de glycaanmeter ook betrouwbaarder (moeten) zijn. Analysemethodes waarbij met ‘markeringen’ zoals fluorescentie wordt gewerkt om interacties te kunnen constateren zouden invloed op het meetresultaat kunnen hebben. “Wij meten een elektrische weerstand en hebben geen markeerders nodig. Zo kunnen we de reacties op een natuurlijker wijze meten, dichter bij de bron, waardoor de meting sneller, gevoeliger en betrouwbaarder kan zijn”, zegt de onderzoeker.

Bron: Alpha Galileo

Rat met dwarslaesie kan weer plassen

Zenuwcellen
Al heel lang wordt er onderzoek gedaan naar een methode om kapotte zenuwbanen te herstellen. Tot nu toe is dat niet erg succesvol geweest. Resultaten van een onderzoek in het Amerikaanse Cleveland onder aanvoering van Yu-Shang Lee geven hoop voor de toekomst. De onderzoekers slaagden er in om een rat die door een dwarslaesie grotendeels verlamd was, door het laten groeien van zenuwcellen in het ruggenmerg diens plasfunctie enigszins te herstellen. De rat bleef weliswaar grotendeels verlamd, maar kon weer ‘uit eigen beweging’ plassen. Volgens Lee zou dit de eerste keer zijn dat via regeneratie van zenuwcellen bij een dwarsleaesie een dergelijke functie weer in zekere mate werd hersteld.
Bij een dwarslaesie raken de cellen in de hersenstam – waar, onder meer, de besturing van het plassysteem zetelt – het contact kwijt met de cellen in het ruggenmerg die de spieren voor de blaas en de urineweg bedienen. Het lichaam reageert op de verwonding (de laesie) door (litteken)weefsel te laten groeien om verspreiding van ontsteking te voorkomen, maar blokkeert daarmee de aangroei van nieuwe zenuwcellen die weer een verbinding tot stand zouden kunnen brengen.
Met behulp van het enzym chondroitinase tezamen met een fibroblastgroeifactor (fibroblasten zijn bindweefselcellen), voorkwamen de onderzoekers de vorming van littekenweefsel, waardoor op de plaats van de verwonding geïmplanteerde zenuwcellen konden groeien. Drie tot zes maanden na die operatie bleek de rat weer enigszins de beheersing over zijn plas te hebben teruggekregen. Ook zagen de onderzoekers dat er hersenstamcellen (geen stamcellen, maar cellen van de hersenstam) door de wondplaats groeiden. Hoe dat precies gebeurt, weten de onderzoekers niet. Volgens Elizabeth Bradbury van het King’s College in Londen, die op hetzelfde onderzoeksterrein opereert maar niet betrokken was bij het onderzoek, zal er nog wel wat moeten gebeuren alvorens deze therapie bij mensen kan worden toegepast, maar zijn de resultaten hoopvol.
(Meer informatie over dwarslaesie)

Bron: Eurekalert

Afweersysteem geactiveerd door goudvaccin

Werkt gouden vaccin tegen verkoudheid?Onderzoekers van de Amerikaanse Vanderbilt-universiteit hebben met succes het afweersysteem voor de mal gehouden met nanobolletjes van goud die bekleed waren met een bepaald eiwit dat kenmerkend is voor het verkoudheidsvirus RSV. Onderzoeksleider James Crowe denkt dat de gebruikte techniek ook is te gebruiken bij vaccinering tegen andere virusinfecties. Meestal is het virus tamelijk ‘vriendelijk’, maar in sommige gevallen kan besmetting een dodelijke afloop hebben. Wereldwijd zouden er, op jaarlijks 65 miljoen besmettingen, enkele honderdduizenden doden RSV-vallen, zo stelt het webblad Science Daily.
De ‘boosdoener’ bij dit verkoudheidsvirus is het eiwit dat F genoemd wordt. Dat zit aan de buitenkant van het RS-virus. Het eiwit zorgt er voor dat het virus een cel binnenkomt en ook dat cellen samenklonteren waardoor het virus moeilijk te bestrijden is door het afweersysteem. Het blijkt ook lastig om op basis van gedeactiveerd of dood virus een goed werkend vaccin te maken tegen dit type verkoudheid.
De spil waar alles om draait is dat eiwit F, zo was de redenering van de onderzoekers. Als dat aan het afweersysteem ‘geleverd’ zou kunnen worden, kan dat zijn ‘plan’ trekken en het virus te lijf gaan als dat nodig is. De onderzoekers besloten een soort nepvirus te maken om een adequate afweerreactie van het lichaam uit te lokken: piepkleine nanobolletjes van goud (21 nm x 57 nm) die qua vorm op het virus lijken, bedekt met eiwit F. Het bleek dat dendritische cellen, die controleren in het bloed voortdurend of er vreemde indringers zijn, reageerden op de aanwezigheid van het ‘nepvirus’. Er werden, zoals het hoort, T-cellen aangemaakt die het virus te lijf gaan. Niet alleen bleken de gouden nepvirussen het immuunsysteem te activeren, ook zou het onderzoek hebben aangetoond dat de goudbolletjes geen gezondheidseffecten hebben, waarmee de weg naar de ontwikkeling van een nieuw type vaccin zou openliggen. Volgens Crowe zou deze nieuwe vaccinvorm niet alleen bij de bestrijding van virusinfecties kunnen worden gebruikt, maar ook bij het onschadelijk maken van bacteriële of schimmelinfecties. Nu moet Crowe nog laten zien dat het gouden vaccin ook in het menselijk lijf werkt.

Bron: Science Daily

Moedermelk goed voor carrière

Borstvoeding beter voor je carrière?
Kinderen die borstvoeding hebben gehad hebben later een grotere kans om hoger op de maatschappelijke ladder terecht te komen dan mensen die hun leven beginnen met flessenmelk, zo zou uit een onderzoek van Amanda Sacker van het Universiteitscollege in Londen zijn gebleken. Het was al uit andere studies gebleken dat borstvoeding de zuigeling heel wat meer biedt dan babymelk: hij/zij krijgt waardevollere voedingsstoffen, zijn/haar afweersysteem wordt versterkt en de hersenontwikkeling is voorspoediger. Door de betere hersenontwikkeling op jonge leeftijd zouden ‘borstkinderen’ gemiddeld ook intelligenter zijn dan ‘flessenkinderen. Ook lijkt het er op dat zij later als volwassenen stressbestendiger zijn dan volwassen geworden ‘flessenkinderen’. Of dat aan de voeding ligt of aan het, mogelijk, betere contact tussen zuigeling en moeder, is nog niet duidelijk.
“Al veel studies laten zien dat er een positieve wisselwerking is tussen borstvoeding en geestelijke vermogens”, stelt Sacker in wissenschaft.de. Daarnaast zijn er aanwijzingen dat borstvoeding gunstig is voor de persoonlijkheidsontwikkeling, zelfbeheersing en het immuunsysteem. “Wij vroegen ons af of borstvoeding ook effect heeft op de maatschappelijke mobiliteit.” Dat lijkt er dus op.
Sacker en haar collega’s hebben voor hun studie gebruik gemaakt van de gegevens van ruim 34 000 proefpersonen: ruim 17 000 geboren in 1958 en bijna 17 000 geboren in 1970. Zij werden vanaf hun schoolleeftijd regelmatig getoetst met betrekking tot gezondheid, intelligentie en psychische gesteldheid. Ook werd bijgehouden in welk beroep ze terechtkwamen, in welke sociale klasse hun ouders zaten en waarin de proefpersonen later terechtkwamen. Vergeleken werd de maatschappelijke positie van hun ouders en die van de proefpersonen op 33-jarige leeftijd.
“Het bleek dat borstvoeding een grotere kans gaf op een goede maatschappelijke positie later”, melden de onderzoekers. De ‘borstkinderen’ verbeterden zich vaker maatschappelijk ten opzichte van hun ouders dan ‘flessenkinderen (24%), hun kans om te dalen op de maatschappelijke ladder lag 20% lager. Die resultaten golden zowel voor jaargang ’59 als voor jaargang ’70, ondanks een scherpe daling van het aantal kinderen dat de borst krijgt. In 1958 werd nog tweederde van de kinderen gezoogd, in 1970 nog maar eenderde.

Bron: wissenschaft.de

Oproep farmaceutische bedrijven tot publicatie te dwingen

Peter Doshi (John Hopkins-universiteit) Publiceer het of wij doen het. Dat schrijven Peter Doshi van de Amerikaanse John Hopkins-universiteit en medestanders in het vakblad British Medical Journal en het open tijdschrift PLOS Medicine. De oproep is gericht aan farmaceutische bedrijven. Doshi en zijn medestanders hebben er genoeg van dat een groot deel (rond de helft) van de resultaten van klinische proeven niet wordt gepubliceerd. Zij willen met die oproep ook bereiken dat onderzoekers en tijdschriften actief meewerken aan de publicatie van niet geopenbaarde resultaten. Er zijn mogelijkheden die gegevens los te krijgen middels rechtszaken of via een beroep op de wet openbaarheid van informatie. Ook onderzoekers die meewerken aan de klinische proeven kunnen staan op de publicatie van de resultaten.
Doshi kwam op het idee van de oproep toen een collega de zaak rond het medicijn Gabapentine van Pfizer onderzocht. Het bleek dat Pfizer slechts van 12 van de 20 klinische proeven de uitslagen had gepubliceerd. Doshi’s instituut had echter ook de andere acht verslagen. “Waarom publiceren we die niet zelf?”. Doshi weet niet hoeveel niet gepubliceerd materiaal ook beschikbaar is, maar volgens hem zijn die hoeveelheden aanzienlijk. Een oproep van het Europese Geneesmiddelenbureau zou een oogst van 1,9 miljoen pagina’s hebben opgeleverd. Het Hopkins-instituut van Doshi heeft zelf zo’n 178 000 pagina’s aan ongepubliceerde resultaten.
Zijn collega’s kunnen wat doen, maar het hele idee valt of staat met de medewerking van tijdschriften en Doshi en medestanders hopen dat meer tijdschriften dit initiatief omarmen. De twee aan de oproep meewerkende tijdschriften noemen in een commentaar het initiatief ‘moedig’ (wat weinig goeds voorspelt) en ‘een stap in de richting van een onbevooroordeelde en volledige verantwoording van de effectiviteit en veiligheid van medische (uit)vindingen’.

Bron: Science

Darmflora beïnvloedt onze hersens

Darmflora heeft invloed op de hersens De darmflora, zo een tot twee kilo bacteriën in onze darmen, is niet alleen behulpzaam bij het verteren van ons voedsel, maar heeft ook invloed op ons afweersysteem. Het kan nog gekker. Bij muizen bleek hun darmflora van invloed is op hun gedrag: een andere darmflora gaf een ‘andere’ muis te zien. Dat werkt ook bij mensen, zo beweren onderzoekers van de universiteit van Californië in Los Angeles en van het Franse bedrijf Danone in een, al wat belegen, artikel in het wetenschapsblad Gastroentrology van maart 2013. De proef werd gehouden onder 36 vrouwen (tussen de 18 en 55 jaar), die daar vrijwillig aan deelnamen. Eenderde kreeg gedurende vier weken, naast hun normale voeding, gewone yoghurt, eenderde yoghurt met probiotica en de rest niets. De hersens van de vrouwen werden voor en na de proef in een mri-scanner ‘doorgelicht’; in ontspannen toestand en na het zien van foto’s met emotionele gezichtsuitdrukkingen. De probiotica-vrouwen vertoonden een vermindering van de cortex-activiteit. Dit hersendeel, de hersenschors, speelt een rol bij het verwerken van emoties. Bij de vrouwen die geen probiotica hadden geconsumeerd was de cortex actiever of reageerde hetzelfde als voor de proef.
De omgekeerde weg is al eerder aangetoond: de invloed van hersenen op de spijsvertering. Mensen die onder spanning leven hebben vaak een slechtere spijsvertering dan de gelijkmatigen.

Bron: Futura-Sciences (foto © Saad Faruque)

Is wifi slecht voor tuinkers?

Tuinkerszaadjes ontkiemen niet in de buurt van wifi-routers Vijf meisjes van groep negen van een basisschool in het Deense Hjallerup (Noord-Jutland) hebben via een simpele proef aannemelijk gemaakt dat elektromagnetische straling van wifi-routers negatief effect heeft op de groei van planten. Eigenlijk wilden ze onderzoeken of het mogelijk is dat de straling van mobiele telefoons effect heeft op hun concentratievermogen. Ook zou die straling verantwoordelijk kunnen zijn voor hun slaapproblemen. De meisjes hadden geen mogelijkheid dat uit te zoeken en verzonnen toen de proef met de routers (twee, omdat ze dachten dat die evenveel straling afleveren als een mobieltje) en tuinkerszaad. Ze maakten 12 schaaltjes met tuinkerszaad en zetten zes daarvan in een ruimte met de wifi-routers en zes in een ruimte zonder. Na twaalf dagen bleken de ‘wifi-loze’ zaadjes zich ontwikkeld te hebben tot mooie groene kiempjes, terwijl de ‘wifi-zaadjes’ nauwelijks tot niet ontkiemd waren. Verschil in warmte zou het verschil in groei niet kunnen verklaren, omdat, volgens biologielerares Kim Horsevad, de schaaltjes in beide kamers even vochtig werden gehouden, terwijl de temperatuur thermostatisch werd geregeld. Het blijkt dat eerder onderzoek aan de Universiteit Wageningen al het vermoeden heeft doen rijzen dat elektromagnetische straling van routers niet goed is voor planten.
Is wifi schadelijk voor plant en mens?
Het onderzoek van de vijf meisjes heeft internationaal de aandacht getrokken. Prof. Olle Johansson van het Zweedse Karolinska-intituut, die zich bezig houdt met hersenonderzoek, heeft volgens de Amerikaanse tv-zender ABC plannen de proef te herhalen.

Bron: ABC News

Schimmelige voeten

We huisvesten wel 200 verschillende schimmels
Een fluorescentiemicroscoopopname van een haarzakje omringd door schimmels en bacteriën op de rug van een deelnemer aan het onderzoek

Het is een beetje onsmakelijk verhaal (alhoewel): ondanks al onze noeste pogingen tot hygiëne zijn we vergeven van het ongedierte. Er heeft wel eens iemand een schatting gemaakt dat we meer bacteriële cellen in ons lichaam hebben dan eigen lichaamscellen (bacteriecellen zijn meestal veel kleiner dan onze eigen cellen). En nu weer schimmels. Onze huid wemelt er van, zo blijkt uit Amerikaans onderzoek. Schimmels zitten op hoofd en lijf, maar vooral op onze voeten. De voeten huisvesten wel tot 200 verschillende soorten schimmels. Ze hebben vooral een voorkeur voor de hielen, maar zitten ook graag onder de nagels en tussen de tenen. Overigens gaat het om een vrij beperkt onderzoek bij tien, gezonde, volwassenen. De meesten hadden geen last van hun schimmelgasten. Twee wel.

Bronnen: BBC, NIH (foto: Sci Transl Med 5, 172ra21 (2013); DOI: 10.1126/scitranslmed.3004925)

Stilzitten dodelijker dan tabak

Inactiviteit is dodelijk Volgens de ICCR, een onderzoekgroep die zich bezig houdt met het onderzoek van cardiometabole risico’s gelieerd aan de Canadese universiteit van Laval, is gebrek aan beweging een per saldo, net iets, grotere doodsoorzaak dan roken. Wereldwijd zouden er volgens de ICCR jaarlijks 5,1 miljoen mensen overlijden aan roken tegen 5,3 miljoen aan fysieke inactiviteit. Roken is op zich een groter gezondheidsrisico dan inactiviteit (zie grafiek), maar er hebben steeds meer mensen een gebrek aan beweging doordat ze steeds vaker een zittend bestaan hebben; zeker in de ontwikkelde landen, maar in toenemende mate ook in de andere landen. Volgens die studie zit 35% van de wereldbevolking (bijna) alleen maar op zijn/haar kont. Het zittende leven in combinatie met calorierijk voedsel leidt tot een hoop narigheid: suikerziekte, vetzucht en allerlei hart- en vaatziektes.
Het verhaal van de ICCR wordt ondersteund door, onder veel meer, een onderzoek van de Chinese onderzoekers Chi Pang Wen en Xifeng Wu dat eind vorig jaar is gepubliceerd in de Lancet. De Australische onderzoekster Alexandra King stelt, op basis van weer ander onderzoek, dat immobiliteit ook de kans op borst- en darmkanker zou vergroten.
De remedie is vrij simpel: beweeg. Ga op de fiets of te voet naar je werk, stap een halte te laat of te vroeg uit, neem de trap en niet de lift, sport regelmatig.

Bron: futura-science

Kloondiscussie laait op

De Duitse stamcelexpert Oliver Brüstle
Het bericht dat in Amerika uitgaande van een huidcel via klonen embryonale stamcellen zijn geproduceerd heeft in Duitsland de discussie over de (on)wenselijkheid van klonen weer doen oplaaien, zo blijkt uit reacties op dat nieuws in Der Spiegel-online. Opvallend is dat de meeste reageerders op het artikel van Nina Weber positief staan tegenover het klonen. Even opvallend is het commentaar van Oliver Brüstle, in Webers artikel aangehaald als dé Duitse stamcelexpert, die het onwaarschijnlijk acht dat de door Mitalipov geproduceerde embryonale stamcellen ooit zullen worden ingezet voor therapeutisch gebruik. Daarvoor zou eerst een embryo moeten worden ontwikkeld, is zijn verhaal, en dan zijn we, wat de discussie betreft, weer terug bij AF. In Nederland lijkt nauwelijks iemand zich druk te maken over klonen.

Bron: Der Spiegel