Zweetvoeten godengeur voor malariamuggen

Malariamug tippelt op zweetvoeten (foto Science)Muggen die zijn besmet met de malaria-parasiet schijnen extra aangetrokken te worden door de geur van zweetvoeten, zo heeft een Nederlandse onderzoeksgroep onder leiding van Renate Smallegange uitgeplozen. De, uiterst korte, publicatie is verschenen in het open wetenschapsblad PlosOne. Een nylonkous die Smallegange zelf 20 uur had gedragen, was de trekker. Het bleek dat besmette muggen, met de officiële naam Anopheles gambiae, drie keer vaker werden aangetrokken door de geur van zweetvoeten dan niet geïnfecteerde muggen. Geen van de muggen had belangstelling voor een frisgewassen nylonkous. Kennelijk beïnvloeden de malariaparasieten de geurvoorkeur van hun gastheer. Die geur bestaat uit een mengsel van allerlei vluchtige stoffen. Welke specifieke stof de appetijt van de geïnfecteerde muggen trok gaan de onderzoekers nu nader uitzoeken met behulp van kleine elektroden aan de reuksprieten van de mug. De hoop is dat met de resultaten van dit onderzoek malariabesmetting beter kan worden bestreden.

Bron: Science (foto Science)

Mars is giftig

Dat is nou toch ook lullig. Hebben zich net zo’n 80 000 mensen aangemeld voor een enkeltje Mars, blijkt die verdomde planeet giftig te zijn. Er waren veel silicaatdeeltjes op de planeet rond, die, in de longen, met water onaangename producten opleveren. Ook schijnt de planeet veel perchloraat in de aanbieding te hebben. Ook niet van die fijne stofjes. Recent heeft het Marskarretje Curiosity gips (calciumsulfaat) ontdekt. Dat is geen giftige stof, maar op den duur kan inademing leiden tot iets dat lijkt op stoflongen. Stoffige planeet
Maar wat is het probleem, zou je zeggen. Die Marsbewoners zullen toch niet onbeschermd op Mars rondlopen? De Marsatmosfeer is niet bepaald geschikt voor menselijke bewoning (geen zuurstof). Het punt waar de deskundigen bang voor zijn is dat de Marsstof aan de ruimtepakken blijft kleven. Uit de Apollovluchten naar de maan was gebleken dat maanstof bijna overal aan hecht en zie die troep er binnenshuis dan maar eens netjes af te krijgen zonder die in te ademen.
In het Apollo-programma zou $ 17 miljoen zijn gespendeerd aan het oplossen van het stofprobleem, maar het is onduidelijk of daar veel uitgekomen is. Dat heeft er mee te maken dat de proeven op aarde gedaan zijn. Desalniettemin blijft Mars de grote natte droom voor velen.

Bron: New Scientist

Plastisch chirurgen adverteren via sociale media

Er mag geen vlekje aan zitten Patricia Paay doet er niet moeilijk over dat ze diverse malen is verbouwd om er ‘jong en fruitig’ te blijven uitzien. Botox heeft ze nooit gebruikt, verklaarde ze onlangs trots op het radioprogramma Kunststof (is ook daar de bodem weg?).
Ik zal vast tegen een hoop schenen schoppen, maar plastische chirurgen doen voor het overgrote deel nutteloos werk. Borsten vergroten/verkleinen, neuzen rechtzetten of bijpunten, overtollige vetlagen wegslurpen, je zegt het maar. Er mag geen vlekje aan zitten. Het zal dan ook niet verbazen dat deze categorie snijders de sociale media zien als een prachtig platform om hun, grotendeels, onnutte werkzaamheden te etaleren. Sociale media, ik trap nu weer anderen (?) tegen de schenen, bestaan voor het overgrote deel uit gebakken lucht en egodriften.
Dat past mooi bij elkaar, maar wie heeft de moeite genomen om dat uit te zoeken? Dat heeft, nota bene, een fatsoenlijk instituut van de UCLA (de universiteit van Californië in Los Angeles) gedaan. Ja, ja, wetenschap heeft ook zo zijn triviale kantjes onder het mom (niet eens zo slecht) dat we moeten weten hoe de wereld in elkaar steekt.
Uit die studie blijkt dat meer dan de helft van de plastisch chirurgen gebruik maakt van sociale media om zichzelf te etaleren.
De studie is gehouden onder leden van de Amerikaanse vereniging van plastische chirurgie (ASPS). En om nog even flauw te blijven: ASPS is ook de afko voor antisociale persoonlijkheidsstoornis. 500 van de 5000 ASPS-leden vulden het vragenformulier in.
“Sociale media zijn bij uitstek geschikt om voorlichting te geven en direct te communiceren met patiënten en collega’s”, laat onderzoeker Reza Jarrahy weten. Hij is ASPS-lid en en als vice-hoofd communicatie verbonden aan de Amerikaanse vereniging van maxillofaciale chirurgie. Plastisch chirurgen zijn volgens Yarrahy de pioniers op dit terrein en effenen het pad voor het gebruik van sociale media voor andere artsen én patiënten, stelt hij trots.

Bron: Eurekalert (foto ASPS-stek)

Enzymtruc gebruikt om kankercellen te doden

Ubiquitine Steeds vaker wordt in de speurtocht naar dé oplossing voor kankerbestrijding gerichte afgifte ingezet, waarbij het medicijn rechtstreeks naar de plaats des onheils wordt gevoerd. Onderzoekers verbonden aan het nationale Amerikaanse gezondheidsinstituut NIH hebben een methode ontwikkeld om enzymen af te leveren in kankercellen, die daardoor het loodje leggen. De methode, beschreven in het, open, tijdschrift van de Amerikaanse vereniging voor microbiologie, bestaat uit het afleveren van het dodelijke enzym afkomstig van miltvuurbacterie Bacillus anthracis PEIII aan kankercellen. Om er voor te zorgen dat het enzym ook daadwerkelijk in de kankercel terechtkomt, was PEIII gekoppeld aan een eiwitcomplex (LFn). Tussen LFn en PEIII werd een derde eiwit (ubiquitine) geplaatst, dat moet voorkomen dat PEIII onmiddellijk weer zou worden afgebroken. Normaal gesproken speelt ubiquitine een rol in de afbraak van eiwitten. Het idee was dat de cel de ubquitine van het complex zou afsnijden, waarmee de dodelijke lading vrij zou komen.
Bij muizen met een tumor werkte dat. De groei werd geremd. De toevoeging van ubiquitine bleek de effectiviteit van de bestrijding te vergroten. Als bonus verminderde door de toevoeging de giftigheid van het enzym voor niet aangetaste cellen. Er valt nog wel het een en ander te verbeteren aan het systeem om het efficiënter te maken. Sleutel lijkt daarvoor het aanpassen van het ‘beschermende’ ubiquitine, zo laten de auteurs weten.

Bron: Eurekalert

Blokkade gen laat hart weer nieuwe cellen maken

Het hart herstelt zich niet zelf Het hart is een fenomenaal orgaan. Er is waarschijnlijk geen door de mens gemaakt pomp die het beter en, vooral, langer doet. Er is een probleempje: het hart in niet in staat schade te herstellen door het aanmaken van nieuwe hartcellen. Dat blijkt de ‘schuld’ van een enkel gen te zijn aangeduid met Meis1. Tot een aantal weken na de geboorte is het hart in staat nieuwe cellen te genereren voor het herstellen van schade. Daarna maakt Meis1 daar een eind aan. Wat, dachten onderzoekers van de universiteit Texas Southwestern onder aanvoering van Hesham Sadek, als we dat gen eens weglaten? Bij muizen pakte dat in zoverre goed uit dat het hart weer in staat bleek tot op volwassen leeftijd nieuwe cellen aan te maken, zonder dat dat tot negatieve effecten leidde. Sadek: ““Meis1 is
een transcriptiefactor die werkt als een soort computerprogramma. Die regelt het functioneren van andere genen, in dit geval genen die de celdeling remmen. Meis1 kon mogelijk gebruikt worden als aan-/uitknop om ook in een volwassen hart celdeling mogelijk te maken. Dit zou een nieuw tijdperk in de behandeling van hartkwalen kunnen inluiden.” Tot nu toe is hartregeneratie alleen mogelijk met behulp van ingebrachte (stam)cellen.
Volgens de Hartstichting leven er in Nederland 1 miljoen hartpatiënten. De organisatie voorziet dat dat aantal zal groeien naar 1,3 miljoen in 2020. Jaarlijks vinden er in Nederland enkele tientallen harttransplantaties plaats (31 in 2008).

Bron: Futura-Sciences

Draag een rok: koude ballen goed voor sperma

De Nederlandse onderzoeker Erwin Kompanje van de Erasmus-universiteit heeft uitgevogeld dat het voor de kwaliteit van het sperma waarschijnlijk het beste is als de ballen van de man gekoeld worden. Keihard wetenschappelijk bewijs is er niet (ook bij de Schotse mannen loopt de kwaliteit van het sperma terug), maar het zou alleszins aannemelijk zijn.Spermaproductie gedijt bij koude ballen
Dat heeft er mee te maken dat de optimale temperatuur voor de productie van zaadcellen een paar graden lager ligt dan de lichaamstemperatuur. Al eerder, ergens in de jaren ’90, was duidelijk dat strak ondergoed voor manspersonen de kwaliteit niet ten goed komt. Het is voor mannen, die prijs stellen op goed zaad, daarom zaak de broek te verwisselen voor een rok of de Schotse kilt (de meeste kiltdragers dragen geen ondergoed). Het is dan ook niet verwonderlijk dat Kompanje zijn artikel heeft gepubliceerd in het Schotse vakblad Scottish Medical Journal.

Bron: Futura-Sciences

Wetenschapper de cel in voor fraude

Wetenschapper veroordeeld voor gesjoemelDe farmaceut Steven Eaton heeft 3 maanden cel gekregen voor het vervalsen van onderzoeksgegevens. Hij is daarmee de eerste Britse onderzoeker die op die gronden is veroordeeld op basis van de in 1999 ingevoerde wet op juiste labpraktijken, zo meldt BBC. Eaton had onderzoeksresultaten verzonnen bij het testen van kankermedicijnen. Hij werkte bij het Schotse filiaal van het Amerikaanse farmaceutische bedrijf Aptuit in Edinburgh. In 2009 ontdekte zijn werkgever de fraude, die in 2003 was begonnen en staakte het onderzoek waar Eaton bij was betrokken. Sheriff Michael O’Grady, een soort kantonrechter, vroeg zich af waarom een zo ervaren hoogopgeleide als Eaton zo over de schreef is gegaan. “Mijn vermogen te veroordelen is hier volledig ontoereikend. Als door uw fraude de medicijnen waren goedgekeurd, hadden patiënten schade kunnen ondervinden.” Eatons advocaat meldde dat zijn cliënt niet langer actief is in de wetenschap.

Bron: BBC

Op hiv testen met een dvd-speler

Aan het Koninklijk technologisch instituut (KTH) in Stockholm is een oude dvd-speler omgebouwd tot een laserrastermicroscoop met een oplossend vermogen van 1 micrometer (eenduizendste millimeter), waarmee bloed geanalyseerd en cellen in beeld gebracht kunnen worden. Het is mogelijk met dit Lab-op-dvd in een paar minuten een hiv-test uit te voeren. Normaal gesproken worden voor dat soort tests cytometers gebruikt, die al gauw 20 000 euro kosten. De omgebouwde dvd-speler kost nog geen 200 euro. Daarmee komt het testen op, onder meer, hiv binnen handbereik van een gewone huisarts terwijl de patiënt snel de uitslag krijgt.
De analyseschijven (A) hebben dezelfde afmetingen als een dvd, maar zijn voorzien van 'buisjes' waar de (bloed)monsters in worden gespoten (B). Rechts het resultaat: de T-helpercellen in beeld.
Om te bewijzen dat de ‘dvd-cytometer’ werkte werden T-helpercellen (voor de fijnproevers CD4+), een type witte bloedlichaampjes, zichtbaar gemaakt met de dvd-cytometer. Deze witte bloedlichaampjes zijn het doelwit van het humane immunodeficiëntie-virus, beter bekend als hiv, waardoor het afweersysteem aangetast wordt. Om te kijken of te patiënt besmet is met hiv wordt gekeken naar de hoeveelheid T-helpercellen in het bloed. De patiënt wordt geprikt en het bloed in de buisjes gedaan (zie twee foto’s links op het plaatje) . De ‘dvd’ gaat draaien waardoor alles behalve de T-helpercellen (vanwege koppeling aan een antilichaam) naar de buitenkant van de ‘dvd’ wordt geslingerd. Het rechterplaatje laat T-helpercellen zien. De hoeveelheid van dit type witte bloedlichaampjes geeft aan of een patiënt besmet is met hiv of niet: veel cellen als de patiënt gezond is maar net een infectie echter de rug heeft, weinig als hij/zij last zou kunnen hebben van immunodeficiëntie mogelijk veroorzaakt door hiv.
Het Franse webblad futura-sciences meldt dat de dvd-cytometer niet heel betrouwbaar is en niet slaagt voor de klassieke tests, maar dat het apparaat toch goede diensten kan bewijzen in, vooral, Afrika, waar jaarlijks 2 miljoen mensen sterven aan aids en 2,5 miljoen mensen besmet raken door het beruchte virus. Dat komt vooral door het ontbreken van medicijnen, maar voor een deel ook door gebrek aan apparatuur om hiv mee op te sporen.
Bronnen: KTH, Futura-Sciences (foto KTH)

Hydrogel maakt hersens doorzichtig

In Amerika hebben ze grootse plannen om de raadselen van de hersenen op te lossen en ook Europa wil op dat terrein niet achterblijven. De doelen zijn ambitieus, maar voorlopig weten we eigenlijk nog maar verrekt weinig van dit edele orgaan. Het kost ons zelfs moeite om een goed beeld te krijgen van werkende hersens.
Bij de Stanford-universiteit in Amerika hebben ze volgens de New York Times een techniek ontwikkeld om, dode, hersens doorzichtig te maken met een hydrogel. De onderzoekers noemen hun techniek Clarity, helderheid. Met behulp van die truc kan de hele fijne structuur tot op celniveau worden bekeken, zonder de hersens aan stukken te hoeven snijden.
Hersens zijn normaal niet doorzichtig. Dat komt door de in de hersens aanwezige lipiden, vetachtige stoffen. Nu zou je die lipiden kunnen verwijderen, maar dan valt het hele boeltje uit elkaar: lipiden maken ook deel uit van de celmembranen. Vandaar dat de onderzoekers een truc hebben gebracht: hydrogels erin, voor het bewaren van de structuur, en de lipiden er vervolgens uit. Het resultaat (zie filmpje): een fraai doorzichtig stel hersens (in dit geval muizenhersens).
Kwanghun Chung, hoofdauteur van het artikel dat over Clarity in Nature verschijnt, wil in een nieuw op te richten lab de techniek verfijnen. De techniek werkt overigens niet alleen bij hersens. Ook het hart, de lever en de longen is met deze techniek doorzichtig te maken.

Nagekomen: Ik lees net bij Wire dat een muis microledjes in zijn hersens heeft gekregen om zijn gedrag te beïnvloeden. Dat vind ik nou vooruitgang…

Bron: New York Times/Stanford-universiteit

Neurologische studies zitten er vaak naast

Het is mooi dat beeld van wetenschap als weg naar de waarheid, maar daar zit een hoop onbruikbare rommel tussen. Aan de universiteit van Bristol (de universiteit van wat?) heeft Kate Button met de hulp van andere onderzoekers van, onder meer, Oxford en Stanford, onderzoek gedaan naar de betrouwbaarheid van zo’n 50 wetenschappelijke neurowetenschappelijke artikelen en daar in het blad Nature verslag van gedaan. De resultaten van haar studie vielen niet mee. De meeste artikelen hebben een ‘zeggingskracht’ van maar 20%. Dat wil zeggen dat kans op het keihard aantonen van het bestudeerde effect 1 op de 5 is. Dergelijke artikelen hebben weinig wetenschappelijke waarde en vaak worden op basis van die magere onderzoeken uitspraken gedaan die meestal kant noch wal raken, zo meldt Eurekalert.
Die slechte resultaten hangen vaak samen met het lage aantal onderzochte gevallen en/of het geringe effect van het onderzochte fenomeen. Button: “Men wil de betrouwbaarheid van wetenschap verhogen. We hebben gekeken naar neurowetenschappelijke literatuur en kwamen op een kans van gemiddeld 20% dat de bestudeerde effecten ook daadwerkelijk werden waargenomen, zelfs als die effecten er wel degelijk zijn. (…) Dat betekent dat veel studies geen uitsluitsel geven over de vragen die uitgezocht werden en dat veel uitspraken op basis van de onderzoeksresultaten onjuist of onbetrouwbaar zijn.” Volgens de studie zou met kleine veranderingen met betrekking tot methodologie en transparantie al veel ten goede te keren te zijn. Zo zou betere samenwerking het probleem van de te kleine aantallen bestuurde gevallen kunnen ondervangen. Of dat strookt met de overal heersende publicatiedwang voor wetenschappelijke onderzoekers is dan wel weer de vraag.
Bron: Eurekalert