‘Einstein zou niet door deze selectie komen’

Albert Einstein steekt zijn tong uit Op de webstek sociale vraagstukken een mooi relaas over de Vernieuwingsimpuls van NWO, een organisatie die onderzoeksgeld verdeeld. Die Vernieuwingsimpuls moest/moet wetenschappelijk talent opsporen en stimuleren.
Mooi streven en ik kan niet uit het relaas opmaken of het ooit wel is gelukt, maar ergens is er iets fout gegaan (dan zou je toch denken dat het ooit wél goed is gegaan). Een van de dingen, zo schrijven Barend van der Meulen, Pleun van Arensbergen en Marije de Goede, is dat de impuls van karakter veranderd is. “Oorspronkelijk was de Vernieuwingsimpuls bedoeld om een kleine groep onderzoekers (‘de beste 10 procent) de mogelijkheid te geven een vernieuwende onderzoekslijn op te stellen en om de doorstroom aan de universiteit te bevorderen. Tegenwoordig worden bijna alle jonge onderzoekers aangemoedigd een beurs aan te vragen, met als resultaat dat ook voor wie geen beurs in het verschiet ligt de beoordelingscriteria van de Vernieuwingsimpuls leidend zijn. Sociale vaardigheden, didactische- en managementkwaliteiten en dwarse genialiteit worden niet of nauwelijks gewogen bij de Vernieuwingsimpuls. Nu de universiteiten met hun beleid de criteria van de Vernieuwingsimpuls volgen, worden die vaardigheden ook binnen de universiteiten steeds minder onderkend en gewaardeerd. ’Einstein zou niet door deze selectie komen’, zeiden geïnterviewden in ons onderzoek.”
Dat is natuurlijk aardig gezegd, maar betekent het ook wat? De geciteerde zou zich een, afgewezen, Einstein kunnen voelen. Punt bij al dit soort beoordelingssystemen is dat je er makkelijk de toppers mee kunt missen. Is iemand een genie of alleen maar tegendraads? Zeg het maar. Er lopen, en dat is niet cynisch bedoeld, heel wat miskende talenten in wetenschapsland rond. Wil je bij dit soort beoordelingssystemen in het pulletje vallen, dan moet je zorgen je niet al te ver van de brede stroom te verwijderen.
Er moet wat veranderen vinden de scribenten, maar vreemd genoeg zijn de pijlen niet op de Vernieuwingsimpuls gericht. De universiteiten zouden hun personeelsbeleid moeten aanpassen en academici zouden een beter zelfbeeld moeten krijgen: menigeen heeft een te hoge (academische) dunk van zichzelf. Dat eerste zie ik al moeilijk gebeuren, maar dat twee lijkt me helemaal kansloos. Dus? Toch maar gewoon weer een pot geld naar de universiteiten gooien en hopen (en misschien bidden) dat er iets geniaals uit komt?

Bron: Sociale vraagstukken

Wetenschapper de cel in voor fraude

Wetenschapper veroordeeld voor gesjoemelDe farmaceut Steven Eaton heeft 3 maanden cel gekregen voor het vervalsen van onderzoeksgegevens. Hij is daarmee de eerste Britse onderzoeker die op die gronden is veroordeeld op basis van de in 1999 ingevoerde wet op juiste labpraktijken, zo meldt BBC. Eaton had onderzoeksresultaten verzonnen bij het testen van kankermedicijnen. Hij werkte bij het Schotse filiaal van het Amerikaanse farmaceutische bedrijf Aptuit in Edinburgh. In 2009 ontdekte zijn werkgever de fraude, die in 2003 was begonnen en staakte het onderzoek waar Eaton bij was betrokken. Sheriff Michael O’Grady, een soort kantonrechter, vroeg zich af waarom een zo ervaren hoogopgeleide als Eaton zo over de schreef is gegaan. “Mijn vermogen te veroordelen is hier volledig ontoereikend. Als door uw fraude de medicijnen waren goedgekeurd, hadden patiënten schade kunnen ondervinden.” Eatons advocaat meldde dat zijn cliënt niet langer actief is in de wetenschap.

Bron: BBC

Neurologische studies zitten er vaak naast

Het is mooi dat beeld van wetenschap als weg naar de waarheid, maar daar zit een hoop onbruikbare rommel tussen. Aan de universiteit van Bristol (de universiteit van wat?) heeft Kate Button met de hulp van andere onderzoekers van, onder meer, Oxford en Stanford, onderzoek gedaan naar de betrouwbaarheid van zo’n 50 wetenschappelijke neurowetenschappelijke artikelen en daar in het blad Nature verslag van gedaan. De resultaten van haar studie vielen niet mee. De meeste artikelen hebben een ‘zeggingskracht’ van maar 20%. Dat wil zeggen dat kans op het keihard aantonen van het bestudeerde effect 1 op de 5 is. Dergelijke artikelen hebben weinig wetenschappelijke waarde en vaak worden op basis van die magere onderzoeken uitspraken gedaan die meestal kant noch wal raken, zo meldt Eurekalert.
Die slechte resultaten hangen vaak samen met het lage aantal onderzochte gevallen en/of het geringe effect van het onderzochte fenomeen. Button: “Men wil de betrouwbaarheid van wetenschap verhogen. We hebben gekeken naar neurowetenschappelijke literatuur en kwamen op een kans van gemiddeld 20% dat de bestudeerde effecten ook daadwerkelijk werden waargenomen, zelfs als die effecten er wel degelijk zijn. (…) Dat betekent dat veel studies geen uitsluitsel geven over de vragen die uitgezocht werden en dat veel uitspraken op basis van de onderzoeksresultaten onjuist of onbetrouwbaar zijn.” Volgens de studie zou met kleine veranderingen met betrekking tot methodologie en transparantie al veel ten goede te keren te zijn. Zo zou betere samenwerking het probleem van de te kleine aantallen bestuurde gevallen kunnen ondervangen. Of dat strookt met de overal heersende publicatiedwang voor wetenschappelijke onderzoekers is dan wel weer de vraag.
Bron: Eurekalert