Hersenen groeien in kweekbak

MinihersensHet is alsof sedert zowel de VS als de EU vrij wat geld hebben/heeft uitgetrokken voor onderzoek om ons ingewikkeldste orgaan, de hersenen, te doorgronden, er een constante stroom van onderzoeksnieuws over hersenen is ontstaan. Vreemd is dat natuurlijk niet, want, tenslotte, ook bij de wetenschapper en zijn instituut moet er brood op de plank. In Wenen hebben onderzoekers, uitgaande van stamcellen, voor het eerst menselijke hersenen ‘gemaakt’; of eigenlijk minihersens met ‘afdelingen’ die ook normale hersens hebben zoals de cortex, hippocampus en soms zelfs netvliezen. De minihersens stellen onderzoekers in staat de ontwikkeling van hersens te bestuderen. Voor dergelijke studies worden meestal muizenhersenen gebruikt, maar de hersens van mensen zijn zo verschillende van die van dieren dat dergelijk onderzoek slechts een groffe indicatie geeft van hoe hersenen in elkaar steken. “Muismodellen werken niet,” zegt Jürgen Knoblich instituut voor moleculaire biologie (IMB) in Wenen.
Om ‘hun’ hersens te laten groeien begonnen Knoblich en zijn medewerkers met pluripotente stamcellen en zetten die cellen op een voedingsbodem nodig voor de ontwikkeling van hersens. Eerst ontwikkelde zich een weefsellaag die op den duur zou kunnen uitgroeien tot het zenuwstelsel van een embryo. Het weefsel werd ‘verpakt’ in een gel dat als geraamte diende voor de ontwikkeling van een driedimensionale structuur. Binnen een maand hadden de stamcellen zich ontwikkeld tot hersenachtige ‘organoïden’ met een doorsnee van 3 à 4 mm met structuren die overeenkomen met die welke in hersenen voorkomen. “Als je de cellen de juiste voeding geeft, dan hebben die een verbazingwekkend vermogen tot zelforganisatie”, zegt IMB-medewerker Madeline Lancaster. Overigens in geen van de minihersens die er ‘gemaakt’ werden, vielen kleine hersenen te ontdekken. Dus de minihersens waren nooit compleet. Er werd wel hersenactiviteit gedetecteerd, maar de onderzoekers willen gezegd hebben dat dat niet betekent dat er een bewustzijn is.
Het nieuwe hersen’model’ heeft al nieuwe inzichten opgeleverd over wat er mis kan gaan bij de ontwikkeling van hersens. Om, bijvoorbeeld, het fenomeen van onvolgroeide hersens (=microcefalie) te kunnen bestuderen, zijn cellen gebruikt afkomstig van iemand met die afwijking. Een tijdlang delen de stamcellen zich in nieuwe stamcellen om in aantal te groeien. Na een tijdje begint de differentiatie met de ontwikkeling van neuronen, een zogeheten asymmetrische celdeling. Bij microcefalie vonden de onderzoekers dat de periode van stamceldeling korter duurde dan normaal. Dat leidt uiteindelijk dus tot kleinere hersenen. Dat kleinere aantal neuronen had iets van doen met een eiwit (CDK5RAP2). Als dit eiwit aan de voeding van de hersens-in-wording werd toegevoegd, nam het aantal gevormde neuronen toe.
Op het ogenblik zijn de gevormde minihersens zo groot als die van een foetus in de eerste ontwikkeling. Om die te laten uitgroeien tot volwassen hersens zijn ook bloedvaten nodig. Die zouden ook uit de oorspronkelijk stamcellen moeten voortkomen, maar dat is een veel lastiger proces dan de pure ontwikkeling tot hersencellen. Als de onderzoekers dat voor elkaar krijgen dan hebben ze het ideale studiemateriaal voor hersenonderzoek, maar zo ver is het nog (lang) niet.
Bewustzijn (wat dat ook moge wezen) zouden die (dus) niet kunnen hebben, benadrukken de onderzoekers. Knoblich: “De complexe activiteiten voor hogere hersenfuncties kunnen ze niet aan.” Hoe hij dat weet is niet duidelijk. Tenslotte heeft hij alleen nog maar iets in de buurt foetale hersens laten groeien. Dat is natuurlijk al heel wat, maar op basis daarvan uitspraken te doen over het al of niet hebben van een bewustzijn, lijkt me wat voorbarig.

Bron: New Scientist (foto: New Scientist)

Ik stuur jouw vinger met mijn gedachten

Afbeelding

Hersencommunicatie

Links de ‘zender’ Rao, rechts de onvrijwillige ontvanger, Andrea Stocco, die het commando ‘vuur’ van de ontvanger onvrijwillig uitvoert. (foto: univ. v. Washington)

Onderzoekers van de universiteit van Washington hebben, naar verluidt, voor het eerst via ‘denkkracht‘ een vinger laten bewegen; niet de eigen vinger maar de vinger van een collega in een andere kamer. De hersensignalen werden via internet (Skype) van de een op de ander overgebracht. Rajesh Rao, een van de twee onderzoekers, speelde een computerspel met ‘denkkracht’: zijn hersensignalen werden gebruikt om, via een met elektroden uitgeruste ‘badmuts’, een stip in een computerspel over het scherm te bewegen. Op het moment dat de stip in een cirkel terechtkwam gaf hij met zijn hoofd het commando ‘vuur’. Zijn collega Andrea Stocco, voorzien van een ‘badmuts’ met een magnetische hersenstimuleringsspoel boven de linker motorische schors (het hersendeel dat verantwoordelijk is voor bewegingen), drukte op de knop, zonder dat zijn hersenen daar opdracht toe hadden gegeven. “Internet is er om computers te verbinden. Wij hebben er hersens mee verbonden,” zegt Stocco. “We willen weten wat er in hersens gebeurt door direct informatie van de een naar de ander te versturen.”
De ‘badmuts’ van Rao was dezelfde als die gebruikt wordt voor het maken van een EEG. Stocco droeg een paarse muts met een magnetische hersenstimuleringsspoel. Hij kon het scherm van Rao niet zien. Stocco onderging de ‘opdracht’ van Rao om te ‘vuren’ als een zenuwtic.  “Het was zowel opwindend als irritant.” Rao: “Dit was eenrichtingsverkeer. De volgende stap is tweerichtingsverkeer tussen twee hersenen.”

Proefopzet hersencommunicatie

De proefopzet. De ‘denkkracht’ van de zender, een EEG, wordt opgenomen. Als het commando ‘vuur’ wordt gegeven, wordt het signaal doorgegeven naar een hersenstimulator op het hoofd van een ontvanger, die vervolgens ook ‘schiet’ (foto: universiteit van Washington).

Dat is allemaal leuk, maar waar zou dat goed voor kunnen zijn? Stocco denkt dat de hersen-/hersencommunicatie zou kunnen helpen in een situatie waarin een piloot onmachtig is te handelen en de verkeersleider dat voor hem/haar doet via hersencommunicatie. Hoe die hersenen dan moeten communiceren is mij een raadsel of moeten we in de nabije toekomst allemaal een ‘badmuts’ op met internetverbinding? Stocco denkt ook dat mensen die elkaars taal niet spreken zo toch, heel beperkt, kunnen communiceren. Beide onderzoekers gaan nu proberen om ingewikkelder informatie over te brengen. Bel me als je iets nuttigs gevonden hebt…

Bron: Universiteit van Washington.

Bewustzijn is simpel meetbaar

bewustzijnsmeting Het is soms onmogelijk vast te stellen of iemand bij bewustzijn is of niet. In de klinische praktijk beoordelen artsen het bewustzijn op basis van het vermogen van een patiënt om te reageren op prikkels en opdrachten als “knijp in mijn hand” of “open je ogen”. Patiënten met ernstige hersenbeschadigingen kunnen echter wel bewust zijn maar toch niet in staat zijn om te reageren, gewoon omdat ze de vraag niet begrijpen of omdat ze volledig verlamd zijn.
Onderzoek van groep neurologen van, onder meer, de comagroep van universiteit van Luik, heeft een relatief simpele methode opgeleverd waarmee de mate van bewustzijn in één enkel cijfer is uit te drukken, ongeacht de bewustzijnstoestand van de patiënt (diepe slaap, coma of algehele verdoving). In deze benadering krijgen de hersenen een magnetische puls. Het elektrisch signaal dat de hersenen daarop genereren word gemeten (er wordt een EEG gemaakt). Dat EEG wordt gecomprimeerd met soortgelijke wiskundige methodes als die worden gebruikt bij het ‘samendrukken’ van digitale bestanden op een computer. Uit de mate van compressie valt dan een getal te berekenen dat, in principe, tussen de 0 en de 1 ligt: hoe meer hersenactiviteit er is, hoe minder dat lukt. 0 zou hersendood betekenen, 1 een hyperactief brein. Het getal, de zogeheten perturbatiecomplexiteitsindex (PCI), is dan een maat voor de hersenactiviteit (in feite dus omgekeerd aan de samendrukbaarheid van het EEG). Ergens bij 0,3 hebben de onderzoekers de grens getrokken tussen al of niet bij bewustzijn.
De techniek is op 20 mensen uitgeprobeerd die een of andere hersenbeschadiging hadden. Patiënten in de vegetatieve toestand (wakker maar niet bij bewustzijn) scoorden laag (tussen 0,19 en 0,31). Patiënten die uit een coma waren gekomen hadden wat hogere scores. Twee patiënten hadden een locked-insyndroom: hun geestelijke vermogens zijn normaal, maar ze kunnen zich maar zeer beperkt uiten via, bijvoorbeeld, het knipperen met de oogleden. Hun score lag op 0,51 en 0,62; in dezelfde ordegrootte als de wakkere mens.
Op de webstek van Science valt te lezen dat de methode een stap vooruit betekent om het bewustzijnsniveau te bepalen, maar dat het pas een begin is. Er is nog steeds een overlap tussen mensen met een minimaal bewustzijn en mensen die daar net uit zijn gekomen, maar nog gedesoriënteerd zijn en beperkt kunnen communiceren. Dat onderscheid is van belang voor artsen om te bepalen of het zin heeft met de patiënt via simpele tekens te communiceren. Hoe dan ook wordt de nieuwe techniek als een stap in de goede richting gezien.

Bron: AlphaGalileo

Supercomputer simuleert 1 s activiteit van een stukje hersens

K-supercomputer

K-supercomputer in Okinawa (univ. v. Okinawa)

Japanse wetenschappers hebben hebben met behulp van een K-supercomputer een deel van het menselijk brein te gesimuleerd. Het ging om de activiteit van 1 seconde. De computer, die staat bij het Riken-rekencentrum van de universiteit in Okinawa en een van ’s werelds snelste supercomputers, simuleerde de activiteit van 1,73 miljard neuronen met ruim tien biljoen (duizendmiljard) verbindingen (in vaktaal synapsen). Mensen hebben alles bijeen zo’n 100 miljard neuronen.
De Japanse onderzoekers hebben, samen met wetenschappers van het Duitse Jülichinstituut, een hersensimulatie gedraaid waarbij een softwarepakket (NEST) gebruikt is. Hiermee werd maar zo’n 1 procent van het menselijk brein gesimuleerd.
Daarvoor waren de 82.944 processors van de computer nodig en 40 minuten rekentijd. Wat die simulatie inhoudt is uit de berichtgeving niet duidelijk. De simulatiehersenen vormden in elk geval geen gedachten of commando’s.
Niet alleen in Japan, maar ook in Europa en de VS zijn grootscheepse onderzoekprogramma’s opgezet om de geheimen van onze hersenen te doorgronden. Daarbij wordt een grote rol weggelegd voor computersimulatie, maar het is vooralsnog onduidelijk welk inzicht computersimulatie ons zal geven over hoe de hersenen functioneren. Japan werkt onder meer aan een honderd maal krachtiger supercomputer die rond 2020 in bedrijf genomen moet worden.K-supercomputer.

In Duitsland werd bekend dat onderzoekers van het Max Planck-instituut en het MIT in Boston er, met de hulp van 200 studenten, vier jaar over hebben gedaan de bijna 1000 neuronen en hun onderlinge verband van het netvlies van een muis te analyseren. Die 1000 neuronen hebben zo’n halfmiljoen onderlinge verbindingen. Het kostte de onderzoekers een maand om de gegevens te vergaren en, zoals gezegd, vier jaar om te bekijken hoe die verbanden lagen. De doorgronding van ons zenuwstelsel, met de hersens als kroon, lijkt nog ver weg.

Bron: Tweakers Net, Alpha Galileo

Psychopaat heeft meegevoel (op commando)

Handenspel

Het vertoonde handenspel (afb. in Brain-artikel)

Psychopaten zouden allerlei vreselijke doen bij andere mensen omdat ze geen compassie hebben met hun medemens, omdat ze daar gewoon niet toe in staat zouden zijn, maar Gronings onderzoek maakt aannemelijk dat ze wel degelijk kunnen meevoelen. Alleen moeten ze daar de opdracht voor krijgen. De Groninger onderzoekers rond Christian Keysers maten met mri hersenactiviteiten van 18 psychopathische gevangenen bij het bekijken van filmpjes, waarop neutrale, liefkozende of pijnveroorzakende handen van twee mensen waren te zien. Normale mensen reageren daarop via een soort spiegelmechanisme, psychopaten niet. Vervolgens werd de psychopaten gevraagd om zich in te leven in het slachtoffer en zie: hun hersenen vertoonden activiteiten die stroken met die van niet-psychopaten. Psychopaten kennen dus wel degelijk meegevoel, maar het lijkt er op of dat in de ‘normale’ stand is uitgeschakeld, lijkt de conclusie te moeten zijn. Uit het onderzoek is niet gebleken of de psychopaten hun meegevoel bewust kunnen uitschakelen. Wel denken de onderzoekers dat het resultaat van het onderzoek gebruikt kan worden bij een therapie die er op gericht zal zijn het meegevoel automatisch in te schakelen zoals bij niet-psychopaten.
De onderzoekers geven in hun artikel in het tijdschrift Brain aan dat ze uit veiligheidsoverwegingen geen controlegroep niet-psychopathische gevangenen hebben meegenomen. Hoewel leeftijd en links-/rechtshandigheid overeenkwamen, bleek er tussen de controlegroep en de psychopaten een aanzienlijk verschil in opleiding en intelligentie. Zo ging de controlegroep (gemiddeld dertigers, net als de psychopaten) bijna 12 jaar naar school, terwijl de psychopaten iets meer dan 7 jaar school gingen, wat ook betekent dat de hoogst bereikte opleiding van de controlegroep hoger was dan die van de gevangenen. Ook het IQ van de controlegroep lag hoger. Ook vragen de onderzoekers zich af of ze, gezien de omvang van groep, wel algemene conclusies kunnen trekken, hoewel zelden eerder een zo grote groep psychopathische gevangenen is ‘doorgelicht’. De onderzoekers realiseren zich dat ze slechts een sub-groep van de psychopaten hebben bekeken. Dat betekent niet dat hun uitkomsten nietszeggend zijn, vinden ze. Die werpen wel degelijk een nieuw licht op dit thema.
Volgens schattingen heeft 1 op elke 100 mensen psychopathische aandoeningen. Psychopaten komen onevenredig vaak met justitie in aanraking. Volgens onderzoekingen is zo’n 20 tot 30% van de Amerikaanse gevangenisbevolking een psychopaat.

Bron: bild der wissenschaft.

Kunstmatige intelligentie op niveau 4-jarige

We zijn altijd danig onder de indruk van de kunsten waartoe computers in staat zijn. Op sommige domeinen is dat terecht: computers, zoals de naam al suggereert, kunnen rekenen als de beste. Op andere terreinen zijn computers klunzen. Je hoeft maar twee seconden met digitale robot gesproken te hebben om er achter te komen dat die te dom is voor woorden. Er zit vooruitgang in, laat het Britse blad New Scientist ons weten. Met woorden heeft kunstmatige intelligentiehet nu geschopt tot het niveau van een 4-jarige. Op deelterreinen scoren computers goed, maar dat gebeurt meestal door toepassing van trucs, zoals Google Translate, dat gebruik maakt van een gigantische databank van uitdrukkingen, maar dat niet in staat is om een ‘menselijke manier’ te vertalen. Een soortgelijk databanksysteem hebben onderzoekers op zijn ‘intelligentie’ getest. De onderzoekers, Robert Sloan en Stellan Ohlsson, gebruikten als toetssteen de databank ConceptNet die gevuld is met ’triviale’ weetjes als “een ijsje kan smelten”, ontwikkeld door Catherine Havasi van het medialab van het befaamde MIT in Boston. Denkende robot
Er waren vragen in vijf categorieën variërend van “Wat is een huis?” tot de wat lastiger “Je kunt er doorheen kijken, het is vierkant en het kan geopend worden. Wat is het?”. In zo’n geval gaat het systeem op zoek naar trefwoorden. Voor de drie belangrijkste categorieën (informatie, woordenschat en redeneren) vonden Sloan en Ohlsson dat ConceptNet het niveau van een 4-jarige haalde. Havasi benadrukt dat de onderzoekers alleen hebben gekeken naar de verbale vermogens en niet naar ruimtelijk en symbolisch redeneren. Op dat terrein zou de computer een stuk beter scoren. Volgens haar kom je met de jongste versie van ConceptNet, met zo’n 17 miljoen uitspraken, veel verder dan met de versie die de onderzoekers gebruikten. Sloane verwacht dat met een verbeterd algoritme ConceptNet even hoog zou scoren als een 5- of 6-jarige.

Bron: New Scientist

Onthoofde worm houdt zijn geheugen

Onthoofde wormen behouden herinneringen.

Platwormen blijken na onthoofding en de aangroei van een nieuwe kop hun herinneringen te hebben bewaard. (foto Tuft-universiteit)

Onthoofde platwormen behouden hun geheugen na te zijn onthoofd, zo blijkt uit een onderzoek van Michael Levin c.s. aan de Amerikaanse Tuft-universiteit. Platwormen hebben een enorm regeneratievermogen. Daar maakten de onderzoekers ‘misbruik’ van bij hun proefnemingen. Uit een heel klein stukje worm (1/280ste deel) blijkt weer een volledige worm te kunnen groeien. Dat komt doordat de worm voor een belangrijk deel (20%) uit pluripotente stamcellen bestaat (cellen die nog allerlei typen cellen kunnen worden). Daarnaast heeft de worm genoeg ‘geavanceerde’ functies om als voor de mens nuttig proefdier te kunnen fungeren. Zo heeft de worm een centraal zenuwstelsel compleet met synapsen (verbindingen tussen hersencellen) en zintuigen, zij het primitieve, voor het waarnemen van de omgeving zoals ogen en zintuigen om trillingen en elektrische en magnetische velden waar te nemen.
Probleem is natuurlijk hoe je zulke primitieve wezens iets leert. Platwormen houden niet van licht en ruimte. Ze zitten op zo’n petrischaalte dan ook het liefst op de randen. Het voedsel van de dieren, runderlever (platwormen zijn vleeseters), werd echter midden in het petrischaaltje in het volle licht opgediend. Na tien dagen hadden de wormen hun weerzin tegen licht en ruimte overwonnen. Vervolgens werden ze onthoofd waarbij een klein stukje van de hersens (minder dan 1 mm) aan het onthoofde lichaam achterbleef.
Na zo’n dag of veertien waren de wormen weer voorzien van een complete kop en werden ze weer aan licht en ruimte blootgesteld met eten midden in het petrischaaltje. Ze hadden niet meteen door wat ze moesten doen, maar na een korte ‘opfriscursus’ wisten ze het weer. Wormen die die opleiding niet hadden gehad, reageerden zoals platwormen doen (ze mijden licht en ruimte), maar ook die kunnen leren de ruimte en het licht te kiezen als daar het voedsel ligt, al duurt dat dan weer de volledige cursus.
De proef doet uiteraard tal van vragen rijzen. Hoe bewaart de worm zijn geheugen als ie een groot deel van zijn hersens kwijt raakt? Michael Levin: “Dat weten we ook niet. Het geheugen lijkt buiten de hersens bewaard te worden.” De onderzoekers hebben een theorie dat de opgeslagen ervaring op de een of andere manier aan de pluripotente stamcellen, waar uiteindelijke (ook) nieuwe hersencellen uit groeien, in de rest van het lichaam wordt overgedragen.” Het is net alsof de nieuwe hersenen gegevens overnemen van een duplicaat van de oude.
Zoals vaak in de wetenschap roepen resultaten van proeven vaak meer vragen op dan ze beantwoorden. Bijvoorbeeld de vraag wat er met het geheugen gebeurt als een lichaam een nieuw hoofd krijgt zoals een Italiaanse neuroloog onlangs voorstelde.

Bron: Futura-Sciences

 

Rat met dwarslaesie kan weer plassen

Zenuwcellen
Al heel lang wordt er onderzoek gedaan naar een methode om kapotte zenuwbanen te herstellen. Tot nu toe is dat niet erg succesvol geweest. Resultaten van een onderzoek in het Amerikaanse Cleveland onder aanvoering van Yu-Shang Lee geven hoop voor de toekomst. De onderzoekers slaagden er in om een rat die door een dwarslaesie grotendeels verlamd was, door het laten groeien van zenuwcellen in het ruggenmerg diens plasfunctie enigszins te herstellen. De rat bleef weliswaar grotendeels verlamd, maar kon weer ‘uit eigen beweging’ plassen. Volgens Lee zou dit de eerste keer zijn dat via regeneratie van zenuwcellen bij een dwarsleaesie een dergelijke functie weer in zekere mate werd hersteld.
Bij een dwarslaesie raken de cellen in de hersenstam – waar, onder meer, de besturing van het plassysteem zetelt – het contact kwijt met de cellen in het ruggenmerg die de spieren voor de blaas en de urineweg bedienen. Het lichaam reageert op de verwonding (de laesie) door (litteken)weefsel te laten groeien om verspreiding van ontsteking te voorkomen, maar blokkeert daarmee de aangroei van nieuwe zenuwcellen die weer een verbinding tot stand zouden kunnen brengen.
Met behulp van het enzym chondroitinase tezamen met een fibroblastgroeifactor (fibroblasten zijn bindweefselcellen), voorkwamen de onderzoekers de vorming van littekenweefsel, waardoor op de plaats van de verwonding geïmplanteerde zenuwcellen konden groeien. Drie tot zes maanden na die operatie bleek de rat weer enigszins de beheersing over zijn plas te hebben teruggekregen. Ook zagen de onderzoekers dat er hersenstamcellen (geen stamcellen, maar cellen van de hersenstam) door de wondplaats groeiden. Hoe dat precies gebeurt, weten de onderzoekers niet. Volgens Elizabeth Bradbury van het King’s College in Londen, die op hetzelfde onderzoeksterrein opereert maar niet betrokken was bij het onderzoek, zal er nog wel wat moeten gebeuren alvorens deze therapie bij mensen kan worden toegepast, maar zijn de resultaten hoopvol.
(Meer informatie over dwarslaesie)

Bron: Eurekalert

Moedermelk goed voor carrière

Borstvoeding beter voor je carrière?
Kinderen die borstvoeding hebben gehad hebben later een grotere kans om hoger op de maatschappelijke ladder terecht te komen dan mensen die hun leven beginnen met flessenmelk, zo zou uit een onderzoek van Amanda Sacker van het Universiteitscollege in Londen zijn gebleken. Het was al uit andere studies gebleken dat borstvoeding de zuigeling heel wat meer biedt dan babymelk: hij/zij krijgt waardevollere voedingsstoffen, zijn/haar afweersysteem wordt versterkt en de hersenontwikkeling is voorspoediger. Door de betere hersenontwikkeling op jonge leeftijd zouden ‘borstkinderen’ gemiddeld ook intelligenter zijn dan ‘flessenkinderen. Ook lijkt het er op dat zij later als volwassenen stressbestendiger zijn dan volwassen geworden ‘flessenkinderen’. Of dat aan de voeding ligt of aan het, mogelijk, betere contact tussen zuigeling en moeder, is nog niet duidelijk.
“Al veel studies laten zien dat er een positieve wisselwerking is tussen borstvoeding en geestelijke vermogens”, stelt Sacker in wissenschaft.de. Daarnaast zijn er aanwijzingen dat borstvoeding gunstig is voor de persoonlijkheidsontwikkeling, zelfbeheersing en het immuunsysteem. “Wij vroegen ons af of borstvoeding ook effect heeft op de maatschappelijke mobiliteit.” Dat lijkt er dus op.
Sacker en haar collega’s hebben voor hun studie gebruik gemaakt van de gegevens van ruim 34 000 proefpersonen: ruim 17 000 geboren in 1958 en bijna 17 000 geboren in 1970. Zij werden vanaf hun schoolleeftijd regelmatig getoetst met betrekking tot gezondheid, intelligentie en psychische gesteldheid. Ook werd bijgehouden in welk beroep ze terechtkwamen, in welke sociale klasse hun ouders zaten en waarin de proefpersonen later terechtkwamen. Vergeleken werd de maatschappelijke positie van hun ouders en die van de proefpersonen op 33-jarige leeftijd.
“Het bleek dat borstvoeding een grotere kans gaf op een goede maatschappelijke positie later”, melden de onderzoekers. De ‘borstkinderen’ verbeterden zich vaker maatschappelijk ten opzichte van hun ouders dan ‘flessenkinderen (24%), hun kans om te dalen op de maatschappelijke ladder lag 20% lager. Die resultaten golden zowel voor jaargang ’59 als voor jaargang ’70, ondanks een scherpe daling van het aantal kinderen dat de borst krijgt. In 1958 werd nog tweederde van de kinderen gezoogd, in 1970 nog maar eenderde.

Bron: wissenschaft.de

Weefsels doorzichtig gemaakt met fructose

Weefsels doorzichtig gemaakt met fructoseOnderzoekers van het Japanse RIKEN-centrum voor ontwikkelingsbiologie hebben met behulp van een suikeroplossing weefsels en organen in drie dagen doorzichtig gekregen. Niet zo lang geleden was er al een bericht op dit blog, dat meldde dat met behulp van een hydrogel hersens doorzichtig konden worden gemaakt. Volgens onderzoeksleider Takeshi Imai hebben dat soort methodes hun beperkingen, doordat ze het weefsel chemisch of anderszins beschadigen en/of tijdrovend zijn. Zijn methode om met behulp van een fructoseoplossing weefsels transparant te maken zou die nadelen niet hebben. In drie dagen maakten de Japanse onderzoekers muizenhersens doorzichtig, zonder de structuur of de gebruikte fluorescerende kleurstof aan te tasten. Met behulp van een fluorescentiemicroscoop konden die hersens worden bestudeerd zonder die eerst in plakjes te hoeven snijden. De onderzoekers stellen dat hun methode, SeeDB gedoopt, goedkoop, snel en makkelijk in het gebruik is en nuttig zou kunnen zijn voor de bestudering van allerlei bijzonderheden in weefsels zoals die van neuronale circuits in hersens; ook menselijke…

Bron: Eurekalert (foto: RIKEN)