Komt de groene chemie er dan toch?

5-HMF

5-hydroxymethylfurfural kan dienen als uitgangsstof voor een groot aantal producten (afb: AVA Biochem)

Al vaak is de doorbraak van de groene chemie aangekondigd, maar op het moment draait het overgrote deel van de chemische industrie nog steeds op aardolie. Groen (biomassa) als basis voor onze behoefte, dat zou toch mooi zijn, maar het blijkt lastig. Het technologische instituut in Karlsruhe (KIT) denkt met een procédé voor de synthese van 5-hydroxymethylfurfural (5-HMF) een doorbraak, daar gaan we weer, bij de benutting van vernieuwbare grondstoffen te hebben bewerkstelligd. Begin dit jaar is in het Zwitserse Muttenz bij AVA Biochem een industriële installatie met de productie begonnen. 5-HMF is een prima uitgangsstof en overigens ook natuurlijk (tussen)product, dat wel gebruikt is als smaak’verbeteraar’.
Lees verder

Een batterij die op loopt stijfsel

Percival Zhang

Rechts op de foto Percival Zhang

Onderzoekers van het Amerikaanse Virginia Tech-instituut hebben een batterij ontwikkeld die loopt op stijfsel (of eigenlijk vooral suiker). Die zou tien keer meer energie kunnen bevatten dan de veelgebruikte lithium-ionbatterijen van dezelfde afmetingen. Waarom heeft nooit iemand daar eerder aan gedacht, denk je dan. De suikerbatterij zou in een jaar of drie op de markt kunnen komen. Opladen doe je door er een schep stijfsel in te gooien. Lees verder

Nou is het het leven weer in klei begonnen…

Kleileven

Schematische voorstelling van de eiwitproductie in een (klei)hydrogel (afb.: Nature-artikel)

Hebben we net een paleontoloog (fossieldeskundige) gehad die zeker weet hoe het leven op aarde een aanvang nam, nu moeten we die mededeling weer met een korrel zout nemen, (b)lijkt. Onderzoekers van de Amerikaanse Cornell-universiteit beweren dat het leven begonnen is in klei. Ze hebben hun stelling proberen te onderbouwen door in klei met behulp van DNA en aminozuren eiwitten te produceren. Hypothese nummer zoveel (met wat onderbouwing, dat wel). Lees verder

Computer geëerd met Nobelprijs scheikunde

Nobelprijs scheikunde

Het actieve ‘hart’ van een molecuul (hier het enzym multi-koperoxidase) wordt kwantummechanisch beschreven, de rest (geel) met klassieke natuurkunde (foto: Nobel-commissie)

Een, van origine, Oostenrijker, een Zuid-Afrikaan en een Israëliër hebben de Nobelprijs voor scheikunde gekregen voor de ontwikkeling van modellen voor complexe chemische verbindingen, zoals die veel voorkomen in biologische processen. Het drietal- Martin Karplus (A), Michael Levitt (ZA) en Arieh Warshel (Is) – legden de basis voor hun systeem in de jaren ’70. Het fraaist zou zijn die modellen te beschrijven in kwantummechanische termen, maar de rekentuigen uit die tijd (en ook nu nog) konden de enorme rekenpartijen die daarmee gepaard zouden gaan niet aan en de drie combineerden kwantummechanica voor de actieve ‘kern’ van de verbinding en en ‘gewone’ mechanica voor de rest. Lees verder

Programmeertaal ontwikkeld om DNA te synthetiseren

Chemische computer

Kunstenaarsimpressie van de gedachte chemische computer (foto: universiteit van Washington)

Het moet mogelijk zijn net zoals bij computers, een programmeertaal/computer te ontwikkelen waarmee stukken DNA zijn te maken die een bepaalde chemische ’taak’ uitvoeren. Op de keper beschouwd is scheikunde eigenlijk ook een vorm van programmeren: Als stof A in contact wordt gebracht met stof B onder die en die omstandigheden, dan ontstaan stoffen C en D. Zoiets. Met DNA is het allemaal wat ingewikkelder. Daarmee zou je een heel ‘netwerk’ aan chemische reacties kunnen sturen. Onderzoekers van de universiteit van Washington hebben een ‘programmeertaal’ ontwikkeld, die dienstig zou zijn voor het stroomlijnen van een hele serie chemische reacties. Lees verder

Ultrakoude neutronen bieden kijkje in de nanowereld

Valerie Nesvisjevki

Valerie Nesvisjevki (foto: ETHZ)

Al zo’n jaar of zestig worden uiterst koude neutronen (ongeladen kerndeeltjes) gebruikt om een verklaring te vinden voor de oorsprong van materiaal in het heelal en voor hoe de zwaartekracht past in het algemene krachtenplaatje. Nu blijken die ultrakoude neutronen (ukn’s) ook een beeld te kunnen geven van hoe uiterst kleine deeltjes langs een oppervlak bewegen, zoals virussen langs een celmembraan. Het lijkt er op dat de uiterste koude neutronen scheikundigen, biologen en ingenieurs een kijkje kunnen gunnen in een tot nog toe onzichtbare wereld. Lees verder

Moleculen volgen in een chemische reactie

Hoe chemische processen verlopen is grotendeels nog onbekend. Dat geldt niet alleen voor de ingewikkelde processen die zich in de biologie afspelen, maar ook voor de ‘simpele’ niet-organische reacties. Uiteindelijk is er, via, spectroscopische technieken, maar een grof beeld te krijgen hoe die opeenvolgende reacties verlopen. Die informatie die daar uit komt is in feite een ‘stapeling’ van gebeurtenissen en geeft niet weer hoe de afzonderlijke bindingen, al dan niet, tot stand komen.

Het precieze verloop van een reacties, of series reacties is voor een chemicus interessant, omdat die informatie gebruikt kan worden om het verloop van de reactie te beïnvloeden door toevoeging van bepaalde stoffen zoals katalysatoren. Duitse onderzoekers zijn er in geslaagd  met behulp van röntgentechniek wat licht in de duisternis te werpen. “In wezen bekijken we hoe atomen en moleculen in een oplossing met elkaar reageren”, zegt Emad Flear Aziz theoretisch natuurkundige van het Helmtholtz-centrum in Berlijn en hoogleraar aan de vrije universiteit in de Duitse hoofdstad. Het onderzoeksresultaat dat hij en zijn medewerkers en die van Oliver Kühn van de universiteit van Rostock hebben gepresenteerd in het belangrijke wetenschapsblad Physical Review Letters is gebaseerd op de ontdekking van Aziz en de zijnen uit 2010. Bij onderzoek met behulp van röntgenspectroscopie ontdekte hij een ‘donker kanaal’, waarin fotonen (lichtdeeltjes) met een bepaalde energie verdwijnen. Dat zou wel eens de clou kunnen zijn voor het bestuderen van chemische reacties, vermoedde Aziz.
Dat blijkt nu te kloppen. Oliver Kühn berekende de energieniveaus van allerlei mogelijke bindingsprocessen, waarmee de experimentele gegevens uit de röntgenspectra zou kunnen worden geduid. Ook Aziz zat niet stil. Hij verbeterde de röntgentechniek zo dat er zeer nauwkeurige metingen mee kunnen worden gedaan. Aziz: “We kunnen nu de elektronentoestanden in een systeem waaraan we meten toeschrijven aan bepaalde bindingen die tot stand komen of waar de binding niet tot stand komt.” Het lijkt een beetje op de manier waarop gehoor werkt om bepaald geluid uit te schakelen om iets anders, bijvoorbeeld een gesprek in een lawaaierige zaal, beter te kunnen horen. De onderzoekers zijn er van overtuigd dat ze met deze techniek de chemie van het leven beter zullen kunnen begrijpen.

Bron: Eurekalert

Wereldnieuws: Zweden maken magnesiumcarbonaat!

magnesiumcarbonaatAls je niet beter wist zou je denken dat het 1 april was: Zweden maken magnesiumcarbonaat. De onderzoekers hebben er over geschreven in het vrij serieuze, ‘open’ blad PLoS One, dus dan ga je er maar van uit dat het groot nieuws is. Het grote probleem met magnesiumcarbonaat is dat er altijd water aan gaat zitten en, onder meer, hydraten vormt. Ik zou zeggen, dat stook je er toch af, maar dat schijnt vrij lastig te zijn. Het wordt dan ook wel als ‘onmogelijke stof’ betiteld (zo zie je maar weer dat ik tijdens mij 5,5 jaar scheikundestudie weinig heb opgestoken).
Al sedert het begin van de vorige eeuw proberen scheikundigen watervrij magnesiumcarbonaat te maken, maar dat lukte eigenlijk alleen door, zoals ik al zei, het water er uit te stoken. Ook dan is die verbinding instabiel. Ik kan het nog steeds niet geloven, maar in een oud handboek met eigenschappen van organische en anorganische verbindingen staat magnesiumcarbonaat niet vermeld.
Zoals vaker gebeurd is, leek het er op of de proefnemingen die Johan Forsgren van de universiteit van Uppsala hadden gedaan mislukt waren. De proefopstelling bleef een weekeinde zonder toezicht door’draaien’. De maandag er op ontstond onder de wetenschappers grote beroering. Er had zich een stijve gel gevormd: het ‘onmogelijke materiaal’. Het lijkt er op dat de verdrievoudiging van de kooldioxidedruk (dat gas moet met magnesiumoxide reageren en magnesiumcarbonaat opleveren) de truc is geweest om de reactie naar wens te laten verlopen onder verder milde omstandigheden (reactietemperatuur van 70°C).
Magnesiumcarbonaat is een stof die uitzonderlijk veel water kan opnemen (vandaar ook de grote problemen het te maken). Het zout, door de Zweedse onderzoekers upsaliet gedoopt, heeft vooral toepassing als absorbens. Het materiaal is uiterst poreus. Het kan grote hoeveelheden water maar ook olie of ander vloeistoffen opnemen. Te denken valt aan toepassingen in klimaatbeheersingssystemen. Verder wordt magnesiumcarbonaat ook in de farmaceutische industrie toegepaste vanwege, mogelijk, therapeutische eigenschappen. Voor die toepassingen voldoen echter ook de hydraten (de verbinding met watermoleculen).

Bron: Der Spiegel

Stikstof reageert met grafeen door ‘mechanische’ scheikunde

 

Stikstofgrafeen

In een capsule gevuld met stikstof, grafeen en kogeltjes, werd stikstof ‘mechanisch’ verbonden met koolstof. Het onstane stikstofgrafeen zou een prima vervanger zijn van platina in zonne- en brandstofcellen.

80% van de aardatmosfeer bestaat uit stikstof in de vorm van een atoompaar. Dat stikstofmolecuul reageert moeilijk met andere verbindingen en elementen. Bij een proces om ammoniak te maken, het Haber-Bosch-proces, wordt stikstof met veel ‘geweld’ (ruim 400°C en drukken van 10 tot zo’n 100 MPa (= 1000 atmosfeer)) aan waterstof gekoppeld. Een onderzoeksgroep aan de Zuid-Koreaanse Ulsan-instituut voor wetenschap en technologie heeft een aanzienlijk milieuvriendelijker en goedkopere manier ontwikkeld om stikstof te laten reageren met grafeen (een verschijningsvorm van koolstof). De groep rond Jong-Beom Baek mengde stikstof met grafeen met behulp van stalen kogels van een halve centimeter in diameter. Stikstof bleek zich te binden aan de koolstofatomen in het grafeen wier band met een ander koolstofatoom door de kogeltjes waren ‘stukgeslagen’. Geen hoge drukken en temperaturen meer, zo lijkt het, want als stikstof eenmaal een verbinding is aangegaan, dan reageert het makkelijk(er) verder met andere elementen en verbindingen.

Dat zou een richting kunnen zijn, maar het genitrogeneerde grafeen zou ook een prima vervanger kunnen zijn voor de platina-elektrodes die worden gebruikt in ‘organische’ zonnecellen en PEM-brandstofcellen, beide min of meer duurzame energietechnieken. Grafeen is wel een kandidaat als platina-vervanger, maar met de huidige technieken wordt de vervaardiging van een koolstof-elektrodes veel te duur, schrijven de onderzoekers in Scientific Reports van het blad Nature. Het goedkoop te produceren stikstofgrafeen zou een uitstekend alternatief zijn, denken zij.

Bron: Science Daily

Giftigheid verbindingen berekenen

Gif
Drie onderzoekers van de universiteit van Kansas in Lawrence – Meenakshi Mishra, Hongliang Fei en Jun Huan –  hebben een rekenmethode ontwikkeld waarmee de giftigheid van een chemische verbinding is te berekenen. Giftigheid is een een relatief begrip, want afhankelijk van de dosering en de soort. In grote hoeveelheden is zelfs water giftig en wat voor de ene vogel voedsel is, is voor de ander zijn dood. Voor veel toepassingen is het handig alvorens maar één molecuul van de beoogde stof is gemaakt een schatting te maken of die stof ook in lage concentraties giftig zal zijn.
In de VS, dit bericht komt daar vandaan, zijn officieel zo’n 70 000 verschillende industriële chemicaliën aangemeld en elk jaar komen er zo’n 1000 nieuwe bij, waar zelfs niet de simpelste giftigheidstests bij worden uitgevoerd. De onderzoekers uit Kansas hebben hun rekenmethode uitgeprobeerd op 300 chemische verbindingen, waarvan de giftigheid(sgrens) bekend is. De methode zou dierproeven, nodig voor het bepalen van de giftigheid, overbodig kunnen maken, meldt Eurekalert, als de methode zijn deugdelijkheid voor de autoriteiten heeft bewezen.
De methode maakt gebruik van kwantitatieve structuuractiviteitsrelaties (Engelse afko QSAR), een methode die in de farmaceutische industrie wordt gebruikt. In deze benadering gaat het er om hoe de verschillende atomen in het molecuul met elkaar zijn verbonden en welk effect die ‘samenhang’ zou kunnen hebben op de helende werking van dat molecuul. Belangrijk is, bijvoorbeeld, de oplosbaarheid in water aangezien de processen in het lichaam zich afspelen in een waterige omgeving. De onderzoekers hebben de techniek ‘omgebogen’ naar giftigheid (in plaats van geneeskundige werkzaamheid).

Als het bericht van Eurekalert juist is, dan voorspelde de rekenmethode van de Kansasser onderzoekers twee van de drie geteste verbindingen juist. Dat is bij lange na niet voldoende om dierproeven overbodig te maken. Deze methode zou wel snel een grove schifting kunnen maken welke chemicaliën, wereldwijd zijn er zo’n 100 000 in omloop, ‘verdacht’ zijn. De onderzoekers werken nu aan een verbetering en verfijning van hun giftigheidsberekening.

Bron: Eurekalert

 

 

“Computational prediction of toxicity” in Int. J. Data Mining and Bioinformatics, 2013, 8, 338-348