Superbatterij van een paar millimeter

Een piepklein batterijtje van slechts enkele millimeters, waarmee je een auto kan starten en dat in een seconde weer geladen is. Dat belooft de Amerikaanse hoogleraar William King van de universiteit van Illinois ons. Het zou een batterij zijn die een hoog vermogen aan veel energie paart, elkaar normaal uitsluitende eigenschappen.
‘Normale’ batterijen leveren te traag energie voor toepassingen waar snel veel energie voor nodig is. Daar worden condensatoren voor gebruikt, maar die zijn weer ongeschikt voor het langdurig leveren van energie. De nieuw lithiumbatterijtjes kunnen beide. In de berichten van de universiteit praat King over gebruik in radiozenders en in mobiele telefoons, maar de batterijtjes lijken ook uitermate geschikt voor toepassing in het lichaam. De elektronica is steeds kleiner geworden, is Kings redenering, maar de grootte van de apparatuur wordt nogal eens bepaald door de omvang van de stroombron. Met die superbatterijtjes zouden pacemakers, om maar wat te noemen, hoogstwaarschijnlijk een stuk kleiner kunnen worden.
Mikrobatterijtjes met hoog vermogen en veel energie
Crux van deze grote sprong voorwaarts is de speciale structuur van de elektrodes. Kings collega Paul Braun ontwikkelde enige jaren geleden een snelladende kathode met een speciale microstructuur, King en student James Pikul ontwierpen nu de bijbehorende anode. Door de structuur aan te passen is de verhouding vermogen/energie te veranderen. De batterij is 1000 keer sneller op te laden dan zijn ‘concurrenten’. King beschrijft zijn vinding in een artikel in Nature.
Bron: Eurekalert (foto universiteit van Illinois)

Algen ‘revolutionair’ aangepast voor brandstofproductie

R.Malcolm Brown, universiteit van TexasAmerikanen zijn zelden in hun eerste overdrijving gestikt. Het edele ambacht van gebakkenluchtverkoper heeft zijn oorsprong in De ‘Nieuwe’ Wereld. Als er dan in een congres een heel stel van die gebakkenluchtverkopers bij elkaar zitten, dan is de kans op gebakken lucht erg groot. Geen garantie. Misschien heeft Malcolm Brown Jr. (dat ook nog) wel gelijk als hij op het 245ste jaarcongres van de Amerikaanse Vereniging van Chemici (ACS) een van de, waarschijnlijk, grootste omwentelingen op het gebied land- en tuinbouw aankondigt: algen die nanocellulose produceren. Nanocellulose wordt gezien als zeer bruikbare en goedkope grondstof voor de productie van biobrandstoffen en vele andere producten, vertelde Brown, terwijl de algen die het nanocellulose produceren kooldioxide verbruiken.
Cellulose is een grondstof die ruim voorhanden, maar voor mensen is het niet verteerbaar. Herkauwers kunnen er wel wat mee, maar cellulose is een ’taai goedje’. In principe is uit cellulose ook biobrandstof te maken, maar dat is nogal lastig. Met nanocellulose, een slijmerig materiaal dat door bepaalde bacteriën wordt geproduceerd, zou dat veel simpeler zijn (dat nano staat voor de lengte van de cellulosevezeltjes; we hebben het dan over 1 miljardste meter). Die kleine vezeltjes zijn chemisch veel hanteerbaarder dan volwassen cellulose. Daarbij komt dat nanocellulose eigenschappen heeft die de stof bruikbaar maken als supermateriaal. Zo zou het sterker zijn dan staal en stijver dan kevlar.
Zoals gesteld produceren sommige fotosynthetische bacteriën het (bacteriën met bladgroen, zogeheten cyanobacteriën of blauwgroene algen), maar dat doen ze in, voor de mens, te geringe hoeveelheden. ‘Slachtoffer’ van Brown en zijn medewerkers is een bacterie die azijnzuur produceert, naast nanocellulose, de Acetobacter xylinem, maar deze bacterie bood vanwege zijn voedingsgewoontes te weinig perspectief op een rendabele opbrengst. Dus bracht Brown de nanocellulosegenen van de azijnzuurbacterie over op een blauwgroene alg. Blauwgroene algen waren een stuk minder lastig als nanocelluloseproducent, omdat die bacteriën leven op water, kooldioxide en zonlicht. Net als de azijnzuurbacterie scheidt de cyanobacterie het nanocellulose af aan zijn omgeving dat daardoor vrij simpel te oogsten is.
Een van de grootste drempels om deze ‘revolutie’ de wereld in te schoppen zou niet zo zeer de wetenschap als de politiek zijn. “Biobrandstoffen zullen tientallen jaren last hebben van het goedkopere schaliegas”, zei Brown op het eerste Internationale congres over nanocellulose, onderdeel van het ACS-jaarcongres. “Op de duur zal Amerika toch duurzame biobrandstoffen nodig hebben.” Mmmm, dat klinkt toch een stuk minder spectaculair dan revolutie….

Bron: Eurekalert

Mooi weer leidt tot stroomoverschot in België

Het zonnige en vooral winderige weer hebben ervoor gezorgd dat zonnepanelen en
windturbines maandag j.l. veel stroom produceerden. Gecombineerd met een laag verbruik op de tweede Paasdag heeft dat in België geleid tot een stroomoverschot, zo meldt De Standaard (die het weer van De Tijd heeft). De productie lag zo’n 15% boven het afgenomen vermogen.
Windmolens (foto De Standaard)
Stroomoverschot levert problemen op. Er moet dan capaciteit worden afgeschakeld, zoals nu is gebeurd met de waterkrachtcentrale bij Coo. Niet alle centrales laten zich zo makkelijk afschakelen. Vooral bij kern- kolencentrales is dat problematisch. Voor een deel kan die stroom ook wel worden uitgevoerd, Frankrijk nam stroom af, maar de ‘exporteur’ mag blij zijn als ie daar niet voor hoeft te betalen.
Zo’n situatie pleit voor een opslagsysteem, maar nog nergens is daarin voorzien, alle mooie plannen van Lievense ten spijt.

Titaanoxide voor al uw problemen (?)

prof.Darren Sun Het kan waterstof produceren en schoon drinkwater, is geschikt voor flexibele zonnecellen. Het verdubbelt het leven van lithiumionbatterijen. Het is een probaat middel tegen microbiële aangroei, haalt energie uit afvalwater en ontzilt zeewater. Zie hier enkele van de geneugten die volgens de Singaporese hoogleraar Darren Sun van de Nanyang technische universiteit titaandioxide de mensheid kan leveren.
Drinkwater en energie zijn belangrijke knelpunten op weg naar een wereldbol met meer dan 8 miljard inwoners (in 2030). Titaandioxide is een relatief goedkoop materiaal dat enkele prachtige katalytische (reactiebevorderende) eigenschappen heeft.
Sun ontdekte bij het maken van anti-bacteriële filtermebranen, waarbij hij titaan- en ijzeroxide gebruikte, dat het wondermateriaal als lichtkatalysator werkt, die, onder invloed van licht, afvalwater omzet in waterstof en zuurstof, waarbij ook schoon water wordt geproduceerd. Sun: “Dat is een manier om zonlicht om te zetten in schone energie, met een rendement dat drie keer hoger is dan als platina, zoals gebruikelijk, wordt gebruikt voor de splitsing van water”, meldt hij Eurekalert.
In een artikel in het blad Water Research schrijft Sun et.al. dat met behulp van een titaanoxidevezel, behandeld met koperoxide, van een halve gram in een uur anderhalve ml waterstof kan worden gemaakt, drie keer zo veel als met platina. Afhankelijk van het type afvalwater kan die hoeveelheid oplopen tot 200 ml per uur. Uiteraard loopt de productie met meer nanovezels op.
Of dat wondermateriaal werkelijk de mensheid zal redden is nog even afwachten. Titaanoxide wordt al veel langer gebruikt als materiaal in zonnecellen, maar tot nu toe is de doorbraak daarvan uitgebleven. Vaak hangen die dingen toch op economisch en energetisch rendement. De ‘aloude’ siliciumzonnecellen zijn ook wondertjes van technische elegantie, maar ze doen het in de praktijk niet overdreven goed. Ook als katalysator bij de productie van waterstof kunnen nog vele vraagtekens gezet worden, onder meer, hoeveel energie de omzetting kost en hoe snel hoeveel waterstof gegenereerd kan worden. Waterstof is niet in alle opzichten een prettige brandstof (het is nogal brandbaar en lastig, veilig, te transporteren). Dat zal de professor toch ook wel weten?
Bron: Eurekalert

Zonnecellen met rendement van 70% (beloofd)

De afstand tussen de twee elektroden (1,5 nm) is cruciaalTja, het gebeurt vaker: (mogelijke) doorbraak op het gebied van de perpetuum mobile of van kanker. Misschien overdrijf ik, maar grofweg 98% van die doorbraakberichten leveren uiteindelijk niks/weinig op.
Maar je weet nooit!. Misschien hebben we hier een echte doorbraak van de universiteit van Connecticut (VS) die zonnecellen met een rendement van 70% belooft. Centraal in dit onderzoek staan zogeheten ‘rectennes’ en een nanofabricagetechniek ADL, die klinkt als een enge ziekte. De crux zit ‘m in bepaalde ontvangers van de elektromagnetische straling van de zon, waarmee een veel beter rendement zou zijn te behalen dan met de huidige zonneceltechnieken (op zijn best 30%).
Het probleem was alleen dat die theoretische mogelijkheid werd tegengehouden door de praktijk. De nanoprecisie die bij die antennes vereist is, was niet met de ‘conventionele’ fabricagetechnieken te bereiken. Die ‘antennes’ zijn rectennes genoemd omdat ze niet alleen licht absorberen, maar de zonne-energie ook omzetten van wisselstroom in gelijkstroom, zo meldt Eurekalert.
ADL (AtoomLaagDepositie) is een nieuw ontwikkelde fabricagetechniek, waarmee wél de uiterst kleine afmetingen zijn te verwezenlijken. We hebben het dan over 1 tot 2 nanometer (een nm is eenmiljoenste mm). Die afstand is kritisch omdat er tussen twee naburige elektroden (met een afstand van 1,5 nm) elektriciteit moet worden overgedragen. Die afstand geeft elektronen net genoeg tijd over te springen voordat de stroom wordt omgekeerd. Die puntvorm van de elektrode maakt het de elektronen bovendien lastig terug te keren, zo legt het persbericht uit.
ALD zou een simpele, goed reproduceerbare techniek zijn, die eenvoudig zou zijn op te schalen tot commerciële schaal. “Deze nieuwe technologie zou het mogelijk kunnen maken zonne-energie concurrerend te laten worden met fossiele brandstoffen”, denkt onderzoeksleider prof.Brian Willis. Hij heeft voor verder onderzoek, dat hij samen doet met De Penn State Altoona-universiteit en het wetenschapsbedrijf SciTech Associates Holdings Inc een kleine 7 ton in dollars gekregen van de NSF (het Amerikaanse wetenschapsfonds) om de techniek te vervolmaken. Het komend jaar wil Willis met zijn medewerkers prototypes van de antennes maken.
Bron: Eurekalert

Schoonmaak Sellafield kost BP 67,5 mrd

Opwerkingsfabriek Sellafield aan de Ierse ZeeHet schoonmaken van de opwerkingsfabriek in Sellafield aan de Ierse Zee zal BP 67,5 miljard gaan kosten (€ 80 miljard) gaan kosten, zo stelt een rapport van de Engelse rekenkamer (Public Accounts Committee). Sellafield, voorheen Windscale, is in het recente verleden herhaaldelijk negatief in het nieuws gekomen vanwege ongelukken met radioactief afval. Oorspronkelijk is Sellafield opgezet voor de productie van plutonium voor kernwapens. Later werd er een kerncentrale voor de elektricteitsproductie neergezet (beide zijn stilgelegd) en in 1994 werd een fabriek voor de opwerking van kernafval geopend. Opeenvolgende kabinetten hebben verzuimd greep te krijgen op de situatie op het terrein, aldus het rapport, waardoor er voor mensen en omgeving een gevaarlijke situatie is ontstaan. John Clarke van de instantie die belast is met de ontmanteling van kerninstallaties, de NDA, stelde dat er nooit harde beslissingen zijn genomen over de ontmanteling van Sellafield. De Ierse overheid dringt al jaren aan op de sluiting van het rampencomplex.
Bron: BBC

Hoera, Japan stopt met kernenergie

De centrale in Tomari is laatste Japanse kerncentrale die sluitTerwijl hier Verhagen roept dat kernenergie moet (hij is niet de enige) stoppen ze in Japan rigoureus met kernenergie na de ramp vorig jaar met de kerncentrales in Fukusjima. Japan had heeft zo’n 54 kerncentrales die rond 30% van de E-productie in het Land van de Rijzende Zon verzorgen. Conventionele centrales moeten dat gat opvangen. Mij benieuwen of die Japanners voet bij stuk houden. In Duitsland zijn ze op dat terrein ook erg zwabberig geweest. Eerst de Ausstieg, toen weer niet of later en toen, met Fukusjima als afschrikwekkend voorbeeld, toch maar weer wel. Nederland is wat dat betreft steeds vaker achterblijvend gebied.
Overigens wordt in nogal wat kranten elektriciteitsproductie gelijk gesteld aan energieproductie. Daar zit een levensgroot ‘gat’ tussen: warmte. Het E-verbruik is zo’n kwart tot een derde van het totale energieverbruik.

Hoe je het milieubeleid naar de kloten helpt

Van minster Cramer moeten we naast glas, groenafval en papier ook kunstof afval apart inzamelen. Dat zou goed zijn voor het milieu (zie o.m. de Volkskrant (betaald)). Dat is grote nonsens en Cramer, ooit hoogleraar geweest in Delft, zou beter moeten weten. Want wat moet je met die troep? Kunststoffen zijn perfecte duurzame materialen en wat doen we er mee: we gebruiken ze voor wegwerpartikelen. Perfide maatschappij. Vervolgens gaan we een ‘oplossing’ bedenken voor die afvalberg duurzaam wegwerpmateriaal: inzamelen.
Prachtig, maar dan? Echt geen idee. Kunststoffen soort bij soort verzameld kunnen nog iets bruikbaars opleveren, maar ook dan gaat de kwaliteit van de producten achteruit. Voor de herverwerking zijn warmtebehandelingen nodig en die verkorten de koolstofketens waaruit kunststoffen bestaan. Verkorting van koolstofketens betekent verslechtering van eigenschappen.
Als je de boel door elkaar gooit kan je er alleen nog maar laagwaardige producten als bermpaaltjes van maken. Hoeveel bermpaaltjes hebben we nodig? Of zou Cramer een wondermiddel hebben uitgevonden waarmee je van die rotzooi prachtig materiaal kunt maken? Laat maar horen…
Laat ik je uit de droom helpen: dat is ook niet zo. En het stompzinnige is dat je kunststoffen met die gescheiden inzameling onttrekt uit de afvalstroom die verbrand wordt en zo, zoals dat eufemistisch heet, energetisch wordt hergebruikt. De meeste kunststoffen, want aardolieproducten, branden prima. Haal je die uit de afvalstroom die naar de afvalverbranding gaan, dan zal er ‘kolen’ bij moeten.
Nee, linksom of rechtsom is dit weer een milieumaatregel die het milieu naar de kloten helpt net als de glasinzameling en de bonus op elektrische auto’s en die hooguit kan dienen om de verkwistende consument een beetje het gevoel te geven iets voor het milieu te doen. Jammer dat het milieu daar helemaal niet mee gediend is. Nadenken schijnt nog knap lastig te zijn, ook voor een gewezen wetenschapper.

Volkskrant verrekent zich led-ig

De Volkskrant had op 1 november weer eens een win/win-situatie op energiegebied. We leveren Mexico spaarlampen en hups we besparen 7 miljoen ton kooldioxide. Kijk, zo bestrijden we de klimaatcrisis (nog een wat anders dan de energie crisis. Even rekenen:
Als ik het artikel in het economiekatern van de Volkskrant goed gelezen heb, dan zouden 30 miljoen spaarlampen 7 miljoen ton CO2 vermijden of wel elke lamp vermijdt 7/30 ton= 233 kg. Dat lijkt wat aan de hoge kant.

Alles staat of valt natuurlijk met de wijze waarop die elektriciteit wordt opgewekt. In de Nederlandse omstandigheden veroorzaakt de produktie van 1 kilowattuur ongeveer 500 gr kooldioxide (http://www.neosave.nl/html/co2_uitstoot_per_kwh.html). Als een gloeilamp van 40 watt constant brandt, dan kost dat op 24*365*40*0,5=175 kg CO2. Een spaarlamp van 10 W dus een kwart: ± 46 kg. Besparing per lamp per jaar ongeveer 130 kg als die lamp de ganse dag brandt. Normaal gesproken is dat maar ongeveer eenderde van die tijd, waarschijnlijk minder. Een brandtijd van acht uur per dag brengt de besparing per lamp terug tot zo’n 43 kg vermeden kooldioxide per lamp, aanzienlijk minder dan in het artikel staat. Die zeven miljoen ton was ook wat aan de ruime kant als je weet dat Nederland per jaar zo’n 220 miljoen ton kooldioxide uitstoot (http://www.energieraad.nl/newsitem.asp?pageid=3473). En dan hebben we natuurlijk niet meegenomen wat dat gesleep met led-lampen en het maken van die dingen kost. Rekenen is nog niet zo eenvoudig.

Water brandt (volgens NASA-man)

Bob Park is hoogleraar aan de universiteit van Maryland (VS). Bob is een leuke professor en blogde al voordat iemand daar ooit van gehoord had. De creationisten moeten het vaak ontgelden bij Bob, maar ook de NASA kan weinig goed doen en als je Bob mag geloven – ik doe dat maar al te graag – is dat ook een erg klungelige organisatie. Nu hebben die Amerikaanse ruimtevorsers een satelliet naar de maan gestuurd om te kijken of daar water is. Nogal duur water, vond Bob. Hij bood zijn eigen kraanwater aan, maar daar had de NASA geen behoefte aan. Wat moeten jullie met dat water, vroeg Bob. De raketten bijtanken. De raketten bijtanken? Is water dan een brandstof, vroeg hij. Nee, zei de NASA-meneer, maar daar zit waterstof in en dat is een bestanddeel van raketbrandstof. Maar dan zal je het water toch eerst moeten splitsen en dat kost toch energie, vroeg Bob verbaasd. Neem me niet kwalijk, zei de NASA-meneer, maar mijn mobiel gaat.
Se non è vero, è ben trovato (Als het niet waar is, is het mooi verzonnen)…