Dieet vader belangrijk voor nageslacht

Sarah Kimmins

Sarah Kimmins

Je bent wat je eet. Dat er een sterke wisselwerking is tussen je eetpatroon en je ‘persoonlijkheid’ is niet zo vreemd. Mensen met compassie voor dieren zullen eerder vegetariër zijn dan mensen die dat niet hebben. Het wordt wat vreemder als dat ook betrekking heeft op je nageslacht: je kind krijgt een ’tik’ van jouw dieet. Onderzoekster Sarah Kimmins van de Canadese McGill-universiteit in Montréal beweert tenminste dat het voor het kind belangrijk is wat de vader gegeten heeft voor de conceptie, minstens zo belangrijk als het dieet van de moeder. Lees verder

Bijen goed voor de economie

Bij op bloemZeg nou eens eerlijk: Lig jij er wakker van als een soort uitsterft? Ongetwijfeld hangt je antwoord af over welk dier het gaat. Een spinnetje? Nee. Een bacterie? Zeker niet, maar hoe zit het met de bij? Als het over biodiversiteit gaat, en het verlies daarvan, dan hoor je eigenlijk alleen de natuurliefhebbers en de biologen wel eens jammeren. De meeste mensen halen er hun schouder voor op, tenzij het om een knuffelbeest gaat (och gut, die arme ijsbeer).

Voor de meesten van onze soort (de mens) telt slechts het eigenbelang: doet dat beest iets nuttigs voor ons mensen? De bij doet dat. We willen dus niet van de bij af. Die levert geld op door hun letterlijk vruchtbare arbeid. In het blad Proceedings of the Royal Society B staat een artikel over de voor de mens nuttige arbeid van de, bedreigde, bij. Planten worden ook wel bestoven zonder bijen, maar volgens die studie is de opbrengst (steeds weer dat nutsmotief) hoger, bij aardbeien ruim de helft meer dan bij zelfbevruchting. Ook de kwaliteit van de bijbevruchte aardbeien is beter en zijn ze langer te bewaren. De bijdrage van bijen aan de aardbeiopbrengst in de EU zou zo jaarlijks goed zijn voor € 1 miljard, schat onderzoeker Björn Klatt van de universiteit van Göttingen. Lees verder

Omstreden genmaïs–artikel ’teruggetrokken’

Genmaïsratten

De proefratten van Séralini

De redactie van het blad Food and Chemical Toxicology  heeft het artikel teruggetrokken van de onderzoeks-groep rond de Franse onderzoeker Gilles-Eric Séralini over de schadelijkheid voor ratten van gemmaïs. Het artikel veroorzaakte nogal wat opschudding doordat uit dat onderzoek zou zijn gebleken dat genmaïs NK603 kanker zou kunnen veroorzaken. Het kreeg al meteen veel kritiek, omdat het onderliggende onderzoek het methodologisch nogal zwak in elkaar zou steken . Lees verder

“Grote beschavingen stort(t)en in door slechte grond”

Volgens Mary en Bob Scholes zijn de grote beschavingen ten onder gegaan aan achteruitgang van de bodemkwaliteit. Ze leggen hun zienswijze uit in een artikel in Science. In veel landen loopt de voedselproductie drastisch terug door bodemerosie, verzilting en uitputting. Hulpmiddelen als kunstmest, irrigatie en ploegen bieden een schijnveiligheid, aldus het Zuid-Afrikaanse tweetal, want afhankelijk van de aanvoer van de ‘bodemverbeteraars’. Zou de hedendaagse beschaving ten onder kunnen gaan aan slechte grond?
Lees verder

Hazelnootpasta en pindakaas goed voor de borsten

Boterham met pindakaasPindakaas en hazelnotenpasta helpen tegen tumoren in de borst, tenminste als je die in je puberteit hebt genuttigd. Onderzoekers van de universiteit van Washington-universiteit in Saint-Louis (VS) vonden dat meisjes die regelmatig plantaardige vetten aten, later op hun 30ste 39% (niet 40 maar 39) minder kans hadden op goedaardige gezwellen in de borst. Hoewel de gezwellen goedaardig heten, kunnen die zich toch tot kankergezwellen ontwikkelen.

Diverse studies hebben aannemelijk gemaakt dat het voedsel dat je eet in je jeugd van belang is bij het al dan niet ontwikkelen van (goedaardige) borstgezwellen. Dan hebben we het over meisjes/vrouwen. Het lijkt er op dat voor plantaardige vetten zoals die in pindakaas zitten de kans op hyperplasie (abnormale celdeling) of het ontstaan van goedaardige gezwellen in de borst verminderen. Die studies lagen echter zwaar onder vuur, omdat die onderzoeken sterk leunden op het geheugen van de proefpersonen.
Deze keer hebben de onderzoekers er de tijd voor genomen. Ook dit keer bleek echter dat een dieet met plantaardige vetten in de puberteit, een geringere kans op borstgezwellen geeft. Minstens twee keer per week een dosis plantaardige vetten, adviseren de onderzoekers meisjes. Ze onderzochten ruim 9000 scholieren tussen de 9 en de 15 jaar en volgden die tussen 1996 en 2001. Tussen 2005 en 2010 werd gekeken hoe het met de gezondheid van hun borsten stond. Bij 112 meisjes/vrouwen werd een afwijking ontdekt. Door de eetgewoontes van hun proefpersonen te vergelijken kwamen de onderzoekers tot de eerdergenoemde ontdekking. Ook groenten en maîs bleken overigens een positief effect te hebben, maar niet zo groot als dat van pindakaas.

Bron: Futura-Sciences

Gezond leven maakt jonger (?)

TelomerenMensen met een gezonde levensstijl hebben gezondere cellen. Dat wil zeggen dat de telomeren in hun cellen groeien terwijl die bij hun minder gezond levende leeftijdgenoten inkorten. Helemaal duidelijk is het allemaal niet, maar het afnemen van de telomeerlengte lijkt geassocieerd te zijn met het teruglopen van de conditie en gezondheid, kortom met veroudering. Amerikaans onderzoek zou hebben aangetoond dat de telomeren weer langer worden bij een gezonde levensstijl. Overigens is het maar een zeer bescheiden onderzoek onder tien zestigers. Lees verder

Lever maar een plasje in

UrinemonsterAls we iets mankeren, dan wordt er vaak bloed geprikt om een diagnose te stellen. Een heel enkele keer moeten we een plas inleveren, maar dat zou in de toekost wel eens heel anders kunnen worden. Onderzoekers van, onder meer, de Canadese universiteit van Alberta vonden meer dan 3000 verschillende stoffen in urinemonsters. Urine bevat vijf tot tien keer meer stoffen dan andere biologische vloeistoffen. Zo komen 480 stoffen in urine voor die niet in bloed worden gevonden (wat op zich al weer een nieuw licht werpt op de afvalverwerking in ons lichaam). Een goudmijn voor diagnostici, zou je zeggen.
Onze plas bevat, onder meer, afbraakproducten uit ons lichaam. Dat is al lang bekend, maar toch wordt urine weinig gebruikt bij het stellen van een diagnose. Een bekend voorbeeld en dus uitzondering is de urinemonsters die worden gebruikt worden bij dopingcontrole. Bloedmonsters zijn verre favoriet. “Medische handboeken kennen zo’n 50 tot 100 stoffen, waarvan er maar zes à zeven nauwkeurig bepaald kunnen worden”, zegt David Wishart van de universiteit van Alberta.
Het onderzoek leverde een lange lijst op van 3079 stoffen. Die kwamen uit urinemonsters van 22 gezonde personen. Het voorkomen van de stoffen in de monsters werd bepaald met behulp van analysetechnieken als NMR-spectroscopie (een techniek die verwant is aan MRI), een massaspectrometrie, gas- en vloeistofchromotografie. Daarnaast werd een eeuw aan wetenschappelijke literatuur over dit onderwerp doorgeploegd.

Piesende mannen

Per dag lozen we zo’n 1,5 tot 2 l urine: een zwembad vol van 8 x 5 x 1,5 m gedurende ons leven.

Het resultaat is een nooit eerder met zo’n precisie opgeschreven ‘inventarislijst’: 72 stoffen zijn afkomstig van bacteriën, zo’n kleine 1500 zijn (afbraak)producten van ons lichaam en zo’n 2300 komen van allerlei andere bronnen zoals voeding, medicijnen, drugs, cosmetica en stoffen die we via het milieu innemen. Dat het optelsommetje niet klopt heeft te maken met het feit dat sommige stoffen in meer dan een van de drie categorieën kunnen voorkomen.
Onze urine is ook rijk geschakeerd. Van de 356 typen chemische verbindingen die scheikundigen onderscheiden, komen er 230 in onze plas voor. De onderzoekers hebben hun gegevens in een databank gestopt.
Nu worden, zoals gesteld, nog maar een paar ziektes via urinemonsters vastgesteld, onder andere suikerziekte, maar de verwachting is dat dat aantal drastisch zal toenemen; ook bij het diagnosticeren, bijvoorbeeld, van diverse typen kanker. Overigens is de lijst met stoffen nog lang niet compleet. Wishart is er van overtuigd dat met betere analysetechnieken nog talrijke andere stoffen zullen worden gevonden, die dan op hun beurt weer kunnen ‘helpen’ bij de diagnosticering.

Bron: Futura-Sciences

Afrikaanse nachtuiltjes al na zes jaar resistent voor genmaïs

Nachtuiltjes

Nachtuiltjes blijken al na zes jaar resistent tegen genmais

Bt-genmaïs is genetisch zo veranderd dat die zijn eigen pesticide, Bt (naar de ‘bijbehorende’ bacterie Bacillus thuringiensis), produceert. Dat is handig, want dan hoeft de boer niet (zo veel) te spuiten met bestrijdings-middelen. De natuur gaat echter zijn eigen gang. Onderzoekers van het Franse instituut IRD hebben ontdekt dat nachtuiltjes van de soort Busseola fusca al na zes jaar resistentie hebben opgebouwd tegen Bt.
Bt leek erg effectief. De Europese maïsboorder, zijn mediterrane familielid en de bladhaantjes, alle belagers van deze genmaïs legden het loodje. Daar hebben die belagers nu al een antwoord op: ze hebben geen last meer van het ‘ingebouwde’ gif. Grappig is dan dat de oplossing die wordt voorgesteld is om maïs dat niet genetische gemanipuleerd is te zaaien in de buurt van het genmaïs, in de hoop dat de niet-resistente insecten blijven bestaan. Alleen twee resistente ouders krijgen resistent nageslacht, zo was het idee, maar op de duur is ook dat natuurlijk geen oplossing. Zoals ook met andere bestrijdingsmiddelen, vinden insecten een genetische oplossing voor bestrijdingsmiddelen die er op gericht zijn ze te vernietigen, ingebouwd of niet.
Het is opmerkelijk dat al zes jaar na de introductie van Bt-maïs in Zuid-Afrika al Bt-resistente insecten opduiken. Om dat te verklaren hebben onderzoekers resistente Zuid-Afrikaanse nachtuiltjes met Keniase nog niet resistente familieleden gekruist (de Bt-maïs is nog niet in Kenia beschikbaar). Het bleek, anders dan verwacht, dat de nakomelingen van die kruising ook resistent zijn. Resistentie is kennelijk een dominante eigenschap. Op de een of andere manier is het insect in staat het gif te ontgiften voordat het zijn verwoestende werk in zijn ingewanden doet. Ondertussen lijkt het uiterst dienstig om naar andere wegen dan genmanipulatie zoeken om maïs tegen insectenvraat te beschermen, zoals biologische bestrijdingsmethoden met giftige paddestoelen of boorwespjes die hun eitjes leggen in de larven van de insecten (hetgeen die larven niet overleven).

Bron: Alpha Galileo

Frisdrank maakt kinderen agressief

Agressieve kinderen Frisdrank maakt kinderen agressief, verhogen de kans op depressies en zouden zelfmoordneigingen versterken. Dat zou een Amerikaans onderzoek onder kleuters van 5 hebben uitgewezen. Hoe meer je er van drinkt, hoe agressiever en overmatig frisdrankgebruik vermindert de oplettendheid, zo meldt bild der wissenschaft op gezag van de onderzoekers.
Het grappige is natuurlijk dat fabrikanten, vooral de cola’s, in hun reclameboodschappen de mare verspreiden dat frisdrank blij maakt en je een hoop doet beleven. Dat verhaal slaat, zeker in Amerika, aan: in 2011 dronken Amerikanen gemiddeld 170 l frisdrank de man (vooral cola), in Europa ligt dat verbruik een stuk lager (Duitsland is met 98 l koploper, Nederland 73 l, Frankrijk 45 l).
43% van de bijna 3000 vijfjarigen die aan het onderzoek deelnamen dronk minstens een glas fris per dag, 4% zelfs vier of meer. “We stelden vast dat het puntenaantal in een agressiviteitstest met elke extra consumptie per dag steeg”, zei epidemiologe Shakira Suglia van de Columbia-universiteit en hoofdauteur van het artikel in het wetenschapsblad Journal of Pediatrics. De agressieve kinderen maakten meer kapot, kregen vaker ruzie of vielen andere kinderen aan. Kinderen die de meeste frisdrank dronken waren minder oplettend. De onderzoekers hebben ook gekeken of die ‘zware’ frisdrankdrinkers zich vaker afzonderden. Daar heeft het alle schijn van. Dus niks pret maken met je leeftijdgenootjes.
Natuurlijk is niet alleen frisdrank verantwoordelijk voor het agressieve en/of depressieve gedrag van een vijfjarige. Dat heeft ook te maken met hoe de moeder en vader in elkaar steken of hoe de situatie thuis is. Wat voor een opleiding heeft de moeder gehad? Is ze zelf geneigd tot depressiviteit? Worden kinderen geslagen of zit pa achter de tralies? Ook keken de onderzoekers naar het tv-kijkgedrag van het kind, hoeveel het snoepte en hoeveel sap het dronk, maar ook met deze variabelen in aanmerking genomen, bleef het effect van frisdrankgebruik aantoonbaar, stellen de onderzoekers.
De onderzoekers konden slechts speculeren over waarom frisdrankgebruik het aangetoonde effect op kleine kinderen heeft. Suiker  zou de oorzaak kunnen zijn, maar ook het in diverse frisdranken voorkomende coffeïne (cola), fosforzuur (cola) of de zoetstof aspartaam (de suikervrije frisdranken) staan kandidaat als aanstichter voor het afwijkende gedrag van de kinderen.
De onderzoekers stippen zelf enkele zwakke punten van hun onderzoek(sopzet) aan. Zo was er een belangrijke rol weggelegd voor de moeders. Zij moesten het gedrag van hun spruiten duiden en waren verantwoordelijk voor de verstrekking van de gegevens over voedingspatroon, drinkgedrag e.d. Ook was niet aangegeven hoe groot een ‘portie’ frisdrank was en werd niet bijgehouden wat voor een soort frisdrank er werd genuttigd. Toch blijven de onderzoekers bij hun conclusie: water is beter voor de kinderen dan frisdranken.

Bron: bild der wissenschaft

Vetzucht 3x belangrijker doodsoorzaak in VS dan gedacht

Vet Amerikaans Van een op de vijf Amerikanen die overlijdt is vetzucht de doodsoorzaak. Dat geldt zowel voor blanke als zwarte Amerikanen. Dat cijfer uit onderzoek van Ryan Masters van de Columbia-universiteit ligt ruim drie keer hoger dan de 5% die tot nu toe werd aangenomen. “Obesitas heeft veel kwalijker gevolgen dan ook recente rapporten ons willen laten geloven”, zegt Masters. “We verwachten dat vetzucht steeds vaker doodsoorzaak zal zijn in de VS en misschien zelfs leidt tot een verkorting van de levensverwachting.”
Hoewel er enige kentering lijkt te zijn gekomen in de toename van (ernstig) overgewicht in de VS, duiden de recente cijfers op een bijna historisch dieptepunt. Kinderen en volwassenen die al te dik zijn, zullen daar niet gauw van af komen, met alle schadelijke gevolgen van dien. Bij oudere Amerikanen eist vetzucht al zijn tol. Bij blanke mannen die in de jaren tussen 1986 en 2006 overleden op een leeftijd van 65 tot 70 jaar was duidelijk het groeiende aandeel van vetzucht als doodsoorzaak waar te nemen: van mannen geboren tussen 1915 en 1919 overleed 3,5% aan vetzucht (BMI van 30 en hoger), van de mannen die 10 jaar later waren geboren was dat 5%, weer 10 jaar later 7%. Hoe later geboren, hoe vaker iemand overgewichtig is.
Kinderen die nu in de VS geboren worden krijgen vanaf hun geboorte de volle ongezonde ‘lading’.”Tegenwoordig is vetzucht normaler dan twee generaties geleden. De bekers zijn groter, de kleren ook en velen in de omgeving van de kinderen zijn dik”, stelt co-auteur Bruce Link.  “Als iemand dik is dan is het moeilijk daarvan af te komen, daarom lijkt het aannemelijk dat we het ergste nog moeten krijgen, tot de huidige generatie kinderen oud is geworden.” De onderzoekers richtten zich op de leeftijdsgroep van 40 tot en met 85 om ’toevallige’ sterfgevallen als moorden, doden ten gevolge van ongelukken of aangeboren afwijkingen uit te sluiten – doodsoorzaken van vooral jongeren.
Bij zwarte vrouwen kwam vetzucht als doodsoorzaak het meest voor (27%), bij zwarte mannen maar voor 5%. Blanke vrouwen (21%) en blanke mannen (15%) scoorden daar tussenin. Zwarte mannen zijn gemiddeld even dik als witte, maar de cijfers worden ‘verstoord’ door andere doodsoorzaken zoals overmatig roken. Er waren te weinig gegevens om uitspraken over Amerikanen van Aziatische, Latijns-Amerikaanse of andere  afkomst te produceren. Het onderzoek is betaald door de Robert Wood Johnson Foundation, een organisatie die zich bezighoudt met de gezondheid van Amerikanen en ook de leerstoel van Ryan Masters aan de Columbia-universiteit betaalt

Bron: Eureraklert